Een mooie formule voor een goede slotzin is om terug te grijpen op de aandachtstrekker van het begin van je betoog. We noemen dit een cirkelrede: dit stijlmiddel maakt het betoog tot een afgerond geheel. Een ander stijlmiddel is om een boodschap, wens of laatste zin krachtig uit te spreken als drieslag.
Wanneer men voortbouwt op foutieve argumenten is er sprake van een drogredenering. Een voorbeeld van een drogredenering is 'Mijn oma dronk elke dag wijn en zij is 100 geworden, dus alcohol is helemaal niet gevaarlijk'. In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt.
Een drogreden is een redenering die niet helemaal opgaat. Iemand suggereert een geloofwaardig verband tussen twee dingen, maar als je scherp luistert, is de redenering veel te kort door de bocht.
De cirkelredenering is een veelvoorkomende drogreden
De cirkelredenering is een discussiefout waarbij iemand een argument opvoert dat gelijk is aan het standpunt. Bijvoorbeeld: Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.” of met iets meer uitgebreider.
De kernboodschap van omgaan met drogredenen is: Alles wat je aandacht geeft dat groeit. Weet dus bewust waar je de focus op wilt leggen. Over het algemeen is dat dus niet op de drogreden maar wil je terug naar de inhoud die van belang is.
Een persoonlijke aanval is in de taal een geschreven of gesproken uiting die tot doel heeft andere persoon te kwetsen. Persoonlijke aanvallen komen in allerlei verschillende situaties voor.
Argumentum ex silentio (wie zwijgt stemt toe)
Een conclusie op grond van iets dat niet gezegd wordt, dus een stellingname die wordt afgeleid uit zwijgen.
Een verzwegen argument is een argument dat niet direct uitgesproken wordt, maar wel een belangrijke rol speelt in de discussie. Een verzwegen argument wordt altijd als volgt geformuleerd: 'Als (argument), dan (standpunt)'.
Een waarderend argument is een uitspraak met een waarde-oordeel, de schrijver/spreker vindt iets (goed-slecht, mooi-lelijk, waardevol-waardeloos, wenselijk-onwenselijk). Deze argumenten moet je dan ook onderbouwen: je moet vertellen waarom jij dit een goed argument vindt.
Een mooie formule voor een goede slotzin is om terug te grijpen op de aandachtstrekker van het begin van je betoog. We noemen dit een cirkelrede: dit stijlmiddel maakt het betoog tot een afgerond geheel. Een ander stijlmiddel is om een boodschap, wens of laatste zin krachtig uit te spreken als drieslag.
In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken. Kies de afronding die bij je tekst past.
Een drogreden is een vrij breed begrip voor een redenering waar iets niet aan klopt maar die op het eerste gezicht of gehoor wel aannemlijk lijkt.
Je aangevallen voelen werkt vaak als een triggerpoint. De opmerking van de ander drukt op iets wat bij jou nog heel gevoelig ligt, wat je geen plek hebt gegeven of wat je niet hebt verwerkt. Voel je je aangevallen op een stuk wat bij jou nog niet verwerkt is? Wat je zelf moeilijk vindt om te aanvaarden?
Het beste antwoord. "Burgerarrest Burgers die (bijvoorbeeld) een overvaller of een inbreker op heterdaad betrappen, mogen deze persoon aanhouden, maar daarbij geen onnodig geweld of wapens gebruiken. (burgerarrest) Doen zij dat wel, dan maken zij zich schuldig aan eigenrichting en dat is strafbaar.
De onplezierige ervaringen die we hebben opgeslagen kunnen ons bewust of onbewust triggeren. Vaak hoeft iemand maar iets te zeggen of op een bepaalde manier te reageren en deze ervaringen worden getriggerd en hiermee ook jouw automatisch aangeleerde reactie hierop.
Een overhaaste generalisatie, ook bekend als de "wet van de kleine aantallen" (de tegenhanger van de "wet van de grote aantallen"), "secundum quid" of "overgeneralisatie", is een drogreden waarbij een standpunt wordt beargumenteerd op basis van te weinig en niet-representatieve gegevens.
Drogreden: Het ontduiken van de bewijslast
Deze drogreden noemen we het ontduiken van de bewijslast. Op de meest botte manier werp je de tegenstander het volgende toe: “Als je me niet gelooft, bewijs dan maar eens dat het niet zo is!” Zo keer je de bewijslast om en is het je tegenstander die opeens moet bewijzen.
We onderscheiden drie soorten standpunten: positief, negatief en twijfel.
Autoriteitsargument of verkeerde autoriteit
Hierbij wordt een autoriteit gebruikt die het met het standpunt eens is, dus dan moet het ook wel waar zijn. Dit hoeft geen deskundige autoriteit te zijn. Er wordt dan ten onrechte beroep gedaan op deze autoriteit.