Van iets wat voorgeschreven is, iets waaraan men zich niet mag onttrekken, zegt men dat het verplicht is. Verplicht betekent dan 'genoodzaakt', 'waartoe men gehouden is', 'voorgeschreven'.
Een verplichting is een juridische verbintenis die: ontstaat op grond van een verdrag, een wet, een koninklijk besluit, een ministeriële regeling, een beschikking, een verbintenis of een op een controleerbare wijze vastgelegde afspraak tussen dienstonderdelen en die. tot uitgaven leidt of kan leiden.
genoodzaakt. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: verplicht (bn) : bindend, dwingend, geboden, gehouden, obligaat, obligatoir, obligatorisch, schuldig, verbonden, verschuldigd.
gebruikelijk, verplicht, voorgeschreven. als synoniem van een ander trefwoord: verplicht (bn) : bindend, dwingend, geboden, gehouden, obligaat, obligatoir, obligatorisch, schuldig, verbonden, verschuldigd.
Een werknemer is verplicht om de overeengekomen arbeid zelf, naar beste vermogen te verrichten en redelijke bevelen en opdrachten van de werkgever op te volgen. Disciplinaire maateregelen kunnen volgen wanneer een werknemer weigert gehoor te geven aan de redelijke bevelen en opdrachten van de werkgever.
U is een persoonlijk voornaamwoord, de beleefdheidsvorm van de tweede persoon enkelvoud. In de tweede persoon enkelvoud komt er een t achter de stam (vind). Je krijgt dan: u vindt. Ook wanneer het onderwerp u ná het werkwoord komt, schrijven we een t achter de stam: wat vindt u van de nieuwe minister?
Vervoegingen: heeft verplicht (volt. deelw.) (besluiten dat je iets moet doen) `We konden het pand goedkoop kopen, maar we verplichten ons tot restauratie.
Een plicht is een wettelijk 'nadeel': datgene dat aan een ander toebehoort en moet worden vervuld. Plichten kunnen van juridische of niet-juridische aard zijn. Een voorbeeld van een juridische plicht is een contract, terwijl dankbaarheid een niet-juridische plicht is.
De Comptabiliteitswet40 2016 (CW 2016) definieert wat verplichtingen zijn: een financiële verplichting is een overeenkomst die al aangegaan is, waaruit op een later moment kasuitgaven zullen voortkomen. * Aan deze uitgaven kan een voorwaarde verbonden zijn, maar dit hoeft niet.
Zelfstandig naamwoord. het niet voldoen aan een verzoek of opdracht.
In principe is een werkwoord niets anders dan een woord dat aangeeft wat je doet. Er wordt een activiteit mee aangegeven. Voorbeelden van werkwoorden zijn: 'lopen', 'rennen', 'fietsen', 'duiken', 'springen' en 'vliegen'. Niet ieder werkwoord is overigens even makkelijk te herkennen.
Een werkwoord is een woord dat aangeeft welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Voorbeelden van werkwoorden zijn gaan, slapen, blijken, zijn en veranderen. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden tijd, de tegenwoordige tijd of de toekomende tijd.
De juiste schrijfwijze is in nagenoeg alle gevallen stam + t. In het geval van gebiedende wijs is Vind u correct.
De stam is min -en: beantwoord. Ik loop. Je hoort geen t. Dus: Ik beantwoord.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
De werkgever mag niet vragen naar uw gezondheid of uw ziekteverzuim bij uw vorige werkgever. Vragen over uw gezondheid mogen alleen worden gesteld tijdens een aanstellingskeuring (medische keuring).
Onder All-in verstaan we een bruto-uurloon waarin tevens het vakantiegeld is begrepen, alsmede een vergoeding voor de afkoop van de vakantiedagen.
In de Arbowet (voluit Arbeidsomstandighedenwet) is vastgelegd dat iedere werknemer recht heeft op een veilige en gezonde werkplek. Werkgevers hebben de plicht voor goede arbeidsomstandigheden (arbo) te zorgen, in samenspraak met werknemers.
Ander woord voor verbindend of verplichtend. Een obligatoire overeenkomst is een overeenkomst die er voor zorgt dat verbintenissen ontstaan, bijvoorbeeld met de verplichting om een goed te leveren aan iemand anders.
verplicht (bn) :noodzakelijk, vereist, voorgeschreven.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), onoma ("naam, benoeming").
' Andere zinnen zonder onderwerp of zonder werkwoorden heten onvolledige of elliptische zinnen. Wanneer gaat Frits op vakantie? Volgende week. Hoe ga jij naar je werk?