Ken jij het spreekwoord “De kleren maken de man”? Dan weet je dat wat iemand draagt bepaalt hoe er naar hem gekeken wordt. Met andere woorden, een goed geklede man krijgt het aanzien dat hij verdient.
Wie bij de hond slaapt, krijgt vlooien. Wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over. Het geluk komt in de slaap.
Als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon. De taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt.
Eieren voor zijn geld kiezen betekent dat je met minder genoegen moet nemen dan waar je eigenlijk op uit was. Je krijgt dan in elk geval íéts, ook al is het minder dan je had gehoopt.
Het gaat erom een onderdeel te zijn van het machinale, te genieten van datgene waarvan iemand anders geniet, precies omdat iemand anders ervan geniet, om iets te lachen omdat iemand anders er ook om lacht.
Zijn gram halen betekent volgens Van Dale (2005) 'zijn wraaklust bevredigen, zijn woede koelen'. Van Dale vermeldt ook nog de variant zijn grande halen, maar deze zegswijze komt veel vaker voor met gram.
Dit spreekwoord wil zeggen dat iemand die een karwei niet hoeft te doen en alleen maar toekijkt, vaak wel beter dan de uitvoerder(s) denkt te weten hoe het moet worden aangepakt. Daarbij is het nog maar de vraag of hij het écht beter zou kunnen.
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.
Mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten.
Betekenis: er heimelijk vandoor gaan, zich uit de voeten maken. Verklaring: Deze uitdrukking betekent oorspronkelijk deserteren.
“Wie goed doet, goed ontmoet”, is een bekende Nederlandse uitdrukking. Die uitdrukking betekent – kort door de bocht – dat goede dingen je ten deel zullen vallen als je zelf goed bent voor anderen. Het gezegde bevat een diepe waarheid die in het bedrijfsleven meer en meer opgaat.
Wie betaalt, bepaalt. Als je betaalt beslis jij waar je je geld aan uitgeeft. Geld moet rollen. Geld moet uitgegeven worden.
d.w.z. 'iemand onder schijn van dienst, ondienst doen, en zijne zaaken verergeren' (Tuinman I, 189).
Wie noten wil hebben en houwen, moet jonge bomen hebben en ouwe.
Wie met pek (pik) omgaat, wordt er mee besmet, d.w.z. wie met slechte menschen omgaat, neemt iets van hunne eigenschappen over; eene gedachte, die in het mlat. wordt uitgedrukt door: tangentem cacabi maculat fuligo vetusti; si pice tangeris vel tangis, tu maculeris; pix contacta sui manibus palponis adhaeret.
Je wordt besmet door waar je mee omgaat. One is known by the company one keeps.
[idioom] Tussen twee vuren zitten. Gedwongen zijn te kiezen tussen twee mensen die met elkaar in conflict zijn, waarbij je voor allebei begrip kunt hebben.
Met een nipper(tje) zou het achterste gedeelte van het achterdek van een schip bedoeld zijn. Dat was de plaats waar zeelui op het laatste moment aan boord sprongen (als de trossen al waren losgemaakt). Op de nipper of op het nippertje zou later spreekwoordelijk zijn geworden voor 'op het laatste moment'.
d.w.z. besproken worden, meestal in ongunstigen zin; syn. van 't 18de-eeuwsche: over de tong rollen (V.
d.w.z. mislukken, vooral van feesten en ondernemingen gezegd.
Oude koeien uit de sloot halen betekent '(opnieuw) beginnen over iets (vervelends) wat vroeger is voorgevallen', 'bijna-vergeten, vaak vervelende gebeurtenissen oprakelen'. Het gaat in deze zegswijze oorspronkelijk om het opvissen van kadavers van verdronken koeien.
d.i. wie volhardt, bereikt zijn doel; Sartorius III, 3, 81: Assidua stilla saxum excavat: Aenhouden doet verkrijgen.
gewoonlijk verbonden met de werkw. (af)raken, zijn, brengen, in den zin van onthutst zijn, niet meer weten wat men zeggen moet, van zijn melk staan (of af zijn), zooals men in Zuid-Nederland zegt (Antw. Idiot.
Het paard achter de wagen spannen: dan doe je iets wat niet zo veel zin heeft. Als je een paard achter de wagen spant, dan komt de wagen ook niet vooruit. Hetzelfde is als je de planten water gaat geven als het regent.
In zak en as zitten betekent 'in de put zitten', 'het helemaal niet meer zien zitten'. Deze zegswijze gaat terug op de bijbelse gedachte dat de mens slechts stof en as is in vergelijking met het Opperwezen.
d.w.z. deserteeren, er vandoor gaan, weggaan, 'm smeren, 'm poetsenGa naar voetnoot2).