Opmerking: De F-waarde in de naam van een lens komt overeen met de F-waarde wanneer de lens helemaal open is (de minimale F-waarde). Hoe kleiner de waarde, hoe sneller de lens. Raadpleeg voor meer informatie Diafragma (F-getal) en A-modus.
Een groot diafragma (open lens) wordt aangegeven met een laag of klein f-getal. Een klein diafragma (gesloten lens) wordt aangeduid met een hoog of groot f-getal. Hoe lager het getal, hoe groter het diafragma en hoe kleiner de scherptediepte is. Er is een kleiner gebied scherp.
Je f-waarde is namelijk de verhouding tussen je brandpuntsafstand en de diameter van het diafragma: f = brandpuntsafstand : diameter diafragma. Dus bijvoorbeeld: je fotografeert met een lens van 120mm, en de diameter van je diafragma is 15mm, dan krijg je f = 120 : 15 = 8.
F-stop is de term die wordt gebruikt om het diafragma in je camera aan te duiden. Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die door de cameralens valt en wordt gemeten in F-stops. Samen met de sluitertijd en de ISO (lichtgevoeligheid) is het diafragma de derde pijler van de belichtingsdriehoek in de fotografie.
EF is de vatting voor Cnon spiegelreflexcamera's en betekent Enhanced Focus. Een EF lens past zowel op camera met een full frame als APS-C sensor. Je herkent de EF vatting aan het rode bolletje op de lens en je camera.
Het luxe assortiment van Canon objectieven is te herkennen aan het rode randje aan de voorkant van een objectief. Vrijwel alle L objectieven hebben een EF mount en passen dus op alle camera's met een EF en EF-S mount.
Canon EF mount (vatting)
EF staat voor “Electro Focus”, hetgeen toen best een innovatie was (we doelen hiermee natuurlijk op AutoFocus). Deze mount wordt gebruik voor Canon's lenzen die primair bedoeld zijn voor full-frame camera bodies. Echter, alle EF mount lenzen passen ook op een crop-sensor of APS-C sensor DSLR's.
Diafragma bij landschapsfotografie
Bij landschappen wil je meestal dat zowel de voorgrond als de achtergrond scherp in beeld is. Je kiest daarom een kleiner diafragma, zoals f/11. Diafragma bij landschapsfotografie: door het kleine diafragma (f/11) is zowel de voorgrond als de bergen op de achtergrond scherp.
Voordelen van een groot diafragma
Bijvoorbeeld f/1.8, of zelfs f/1.2. Dit betekent dat het diafragma helemaal 'open' staat en er dus veel licht binnenkomt. Dat heeft als voordeel dat je daarmee ook tijdens ingewikkelde (lees: donkere) lichtomstandigheden nog heldere en lichte beelden kunt maken.
De grootte van de diafragmaopening bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Wanneer je 's nachts foto's maakt, kies je het liefst voor een groot diafragma omdat er weinig licht is. Ik fotografeer 's avonds liever vanaf een statief. Ik kies voor een lage ISO en een diafragma van ongeveer F/11.
De vuistregel is simpel: hoe kleiner het diafragma (ofwel, hoe hoger het f-getal), des te groter de scherptediepte. Zo geeft f/16 je bijvoorbeeld een grotere scherptediepte dan f/4. Dit komt omdat via een kleiner diafragma een kleinere lichtbundel de sensor kan bereiken vanaf een willekeurig punt op het onderwerp.
Op een geavanceerde systeemcamera zit er bovenop het toestel meestal een wieltje waarmee je het diafragma bepaalt. Open via het scherm de diafragma-instellingen en kies de waarde die je nodig hebt. Of kies door aan het wieltje te draaien het juiste diafragma.
Welke sluitertijd moet je kiezen bij beweging? Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal. Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde.
Aangezien het meestal de bedoeling is om het landschap volledig scherp weer te geven, heb je voldoende scherptediepte nodig. Stel daarom de camera in op de diafragma voorkeuze stand (A(v)) met een diafragma tussen f/11 tot f/14.
Grootste diafragma staat op de lens, vaak staat er bijv. f/3.5-5.6. Dat betekent grootst diafragma is f/3.5 (als je niet inzoomt) en als je wel inzoomt is grootste diafragma f/5.6. Wel kan je altijd een kleiner diafragma kiezen, dus je kan bijvoorbeeld ook f/11 kiezen.
Bij een foto waar het onderwerp scherp is maar de achtergrond wazig spreken we over een kleine scherptediepte. De grootte van de scherptediepte wordt bepaald door een aantal factoren waaronder de kwaliteit van de lens, de gebruikte diafragmaopening en de afstand waarop scherp gesteld wordt.
Omdat er voldoende licht is, volstaat dan een ISO van 100 of 200. Als de zon echter ondergaat dan neemt de hoeveelheid licht snel af. Onze ogen zien dat niet zo, maar de camera des te meer. Als je dan niet op past gaan je sluitertijden rap omhoog en heb je een grote kans op een foto die bewogen is.
De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van je camera valt. Zo lang de sluiter van je camera open staat, komt er licht op de sensor. Hoe lang de sluiter open staat, heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: bewogen of 'bevroren'.
Als je dicht op je onderwerp staat, bijvoorbeeld op minder dan 1 meter afstand, dan ontstaat er weinig scherptediepte in je beeld. Neem je wat meer afstand, dan zul je ook meer scherptediepte in je foto terugzien.
Je diafragma is opgebouwd uit zogenaamde lamellen; kleine metalen plaatjes die over elkaar heen kunnen schuiven. In het midden blijft een cirkelvormige ruimte open, waar het licht doorheen valt. Hoe groter de opening, hoe meer licht er op de film of je sensor valt, en andersom.
ISO gaat over de lichtgevoeligheid van de sensor. Hoe gevoeliger de sensor voor is licht, hoe beter deze het licht kan 'zien', ook als er juist maar weinig licht is. De afkorting ISO komt van de organisatie die de waarden gestandaardiseerd heeft; International Organization for Standardization.
Het middenrif is een dun, koepelvormig laagje spier die horizontaal langs de onderkant van de ribbenkas loopt. Zijn vorm dankt het diafragma aan de plekken waar het aanhecht, te weten de onderste ribben, het borstbeen en de wervelkolom, en ook door de organen eromheen, met name het hart, de longen en lever.
Een mount adapter is in feite een soort tussenring die je gebruikt om een objectief of hulpmiddel met een bepaalde bajonet of schroefdraad aan te sluiten op de body van een camera met een andere bajonet.
Als je serieuzer aan de slag wilt met fotograferen of filmen, kies je een systeemcamera. Maar niet elke lens (of objectief) past op elke camera. Het systeem dat je kiest bepaalt welke lenzen en andere accessoires je er later bij kunt kopen.
USM (Ultrasonic Motor) is momenteel het meest gebruikte AF-motortype van de Canon EF-lenzen. Alle USM-motoren zetten ultrasone vibratie om in rotatiekracht om de lens te bewegen.