Con moto is een Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een passage in een muziekstuk bewegelijk uitgevoerd moet worden, dit in tegenstelling tot een zeer statische uitvoering. Deze aanduiding wordt gebruikt in combinatie met een tempo-aanduiding, waardoor aanduidingen als Andante con moto of Allegro con moto ontstaan.
Andante is een tempoaanduiding, het betekent 'rustig voortgaand'. Het kan ook de titel zijn van een deel van een compositie.
Voordat de metronoom werd gebruikt, stond andante qua snelheid gelijk aan de gewone wandelpas. Toen men ook metronoomgetallen ging gebruiken, werd andante gekoppeld aan een snelheid van 69 tot 84, dus 69 tot 84 tellen per minuut. Andante behoort daarmee tot de matig langzame tempi.
Largo, Allegro en Presto zijn alledrie woorden die de snelheid van een muziekstuk op een bepaald moment aangeven. Largo betekent 'zeer langzaam', Allegro betekent 'snel' en Presto betekent 'zeer snel'.
Ritenuto is letterlijk vertaald: 'teruggehouden'.
Molto is een Italiaanse muziekterm met betrekking tot de uitvoer van termen die aanwijzingen geven over de voordracht van een stuk of een passage ervan. Men kan de term vertalen als veel. Dit betekent dus dat, als deze aanwijzing wordt gegeven, men de andere aanwijzing zeer sterk tot uitdrukking moet laten komen.
Hoe noteer je een ritme? In muziek wordt ritme genoteerd door noten met een verschillende lengte er anders uit te laten zien. In een vierkwartsmaat duurt een open bolletje vier tellen ('hele noot'), een open bolletje met een stok twee tellen ('halve noot') en een gesloten bolletje met een stok één tel ('kwartnoot').
Allegro behoort tot de snelle tempi. Het metronoomgetal komt neer op 126 tot 138, dus 126 tot 138 tellen per minuut. De meer gebruikelijke interpretatie van allegro is derhalve een hoog tempo.
Het ritme is de afwisseling van korte en lange noten binnen de maat. De maat kan je meetellen en vorm de basis onder je muziek. Je kunt het zien als een soort beat die het nummer ondersteunt. Het tempo en de maat zijn dus iets anders dan het ritme.
Largo is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die het tempo aangeeft waarin gespeeld moet worden. Largo betekent "breed", wat voor bijvoorbeeld de strijkers wil zeggen dat zij breed en zeer langzaam en gedragen moeten strijken. Largo behoort tot de zeer langzame tempi.
De Italiaanse term legato is afkomstig van het het Latijnse woord 'ligare' dat 'verbinden' of 'vastbinden' betekent. Door het verbinden van de noten klinken er geen stiltes tijdens een serie noten of frase. In een partituur wordt de legato-speelstijl aangegeven met bogen onder of boven een groep noten.
Presto is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo gespeeld moet worden. Presto betekent "snel". Vaak wordt deze benaming gebruikt voor het laatste deel van een meerdelig stuk in de Westerse klassieke muziektraditie, dat dikwijls een snel karakter heeft.
Moderato is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo gespeeld moet worden. Moderato betekent "gematigd". Moderato behoort tot de matig snelle tempi. Het metronoomgetal komt neer op 108 tot 120, dus 108 tot 120 tellen per minuut.
Adagio is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam comfortabel tempo gespeeld moet worden. Het woord adagio betekent letterlijk 'gemakkelijk' (ad agio). Het is een zeer rustig tempo met een metronoomcijfer tussen de 66 en 76, dat wil zeggen, 66 tot 76 tellen per minuut.
Lento is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam tempo gespeeld moet worden. Letterlijk betekent het "slepend". Het behoort tot de zeer langzame tempi, zoals ook largo en grave.
De term wordt naar het Nederlands vertaald als met vuur, als levendig of als met energie. In principe is het een aanwijzing voor de voordracht van een stuk en niet voor de dynamiek of het tempo, tenzij gebruikt in combinatie met een tempo-aanduiding, bijvoorbeeld Allegro con brio.
Ritmegevoel is iets wat niet aangeleerd kan worden. Je moet een aangeboren talent voor ritmegevoel hebben anders wordt het nooit iets. Afrikanen hebben allemaal een beter ritmegevoel dan Westerlingen.
6/8-maat, zesachtstemaat:
Het bovenste getal: de 6 betekent dat de maat voorbij is na zes achtste noten. Je telt EEN twee drie *vier* vijf zes.
Rubato (ook wel 'Tempo rubato': Italiaans voor 'geroofde tijd') verwijst naar de expressieve en ritmische vrijheid om het strikte tempo tijdelijk te negeren. Daarmee is de musicus vrij om van één of enkele noten een beetje tijd te 'roven' en dat aan een andere noot of noten te geven.
Decrescendo is een Italiaanse muziekterm (afgeleid van het Italiaanse decrescere voor afnemen) voor dynamieknotatie die aangeeft dat in een gegeven passage geleidelijk de toon moet verzacht worden. Het is een vorm van overgangsdynamiek en heeft de tegengestelde betekenis van crescendo.