Een dag op de Maan duurt ongeveer een maand, namelijk 29,53 dagen. In deze tijd draait de Maan eenmaal om z'n as, ten opzichte van de Zon. Op de Maan zie je in die tijd dus eenmaal een zonsopkomst en eenmaal een zonsondergang. Hier merken we op Aarde niets van, omdat de Maan in dezelfde tijd eenmaal om de Aarde draait.
Dit duurt 27,321 661 dagen. Het is tevens de siderische omwentelingstijd van de Maan om haar eigen as, als gevolg van de verderop nog te noemen synchronisatie. Een synodische maand of lunatie is de tijd tussen twee nieuwe manen, ofwel een volledige revolutie van de Maan om de Aarde ten opzichte van de zon.
Inderdaad is er zo'n beetje elke maand (een rondje duurt 28 dagen) een keer volle maan! Maar de maan draait ook om haar eigen as. Het grappige is: ze doet hier ook 28 dagen over, precies net zo lang als haar rondje om de aarde!
Een etmaal is een periode van 24 uur. Dit is ook de tijd dat de aarde om haar eigen as draait. Een etmaal begint om middernacht. Alle dagdelen komen aan bod: nacht, ochtend, middag en avond.
De Egyptenaren hebben de 24 uur voor één etmaal bedacht, oorspronkelijk, zo rond 1300 vChr. In Egypte geldt per etmaal een verhouding van (ongeveer) 10 uur daglicht, 10 uur donker en 2 maal 2 uur schemer, samen 24. Ze hadden ook voor twaalf 'uren' kunnen kiezen, maar misschien was dat te onnauwkeurig voor ze.
Ante meridiem (Latijn voor "voor de middag"; spreek uit: ante meridiëm) is een aanduiding voor het tijdvak vanaf 12 uur 's nachts tot 12 uur 's middags.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
De maan cirkelt om de aarde en de hoge waterstand volgt de beweging van de maan. Als de maan er niet zou zijn, zouden de getijden niet helemaal verdwijnen – omdat de zon ook getijden veroorzaakt – wel zijn de getijden zonder inbreng van de maan tot wel 75 procent minder sterk. De getijden worden dus zwakker.
De maan is een satelliet van de aarde: hij draait in een baan om de aarde. Omdat de aarde en de maan samen om de zon draaien, beschijnt de zon steeds een ander stukje van de maan. Voor ons lijkt het daardoor alsof de maan verandert van vorm. Ook zeggen we dat de maan schijnt.
Antwoord. De hoek die de schijnbare baan van de maan maakt met de horizon op het moment van opkomst of ondergang variëert op 50° NB tussen 28° en 40°. Als je je richting evenaar beweegt gaat dat hoekinterval steiler worden. Maar je moet practisch op de evenaar staan om een loodrechte ondergang te zien.
Waterstof, ammonia en methaan bijvoorbeeld, die gebruikt kunnen worden als brandstof. Er werd ook koolstofmonoxide en koolstofdioxide aangetroffen. Bovendien troffen de onderzoekers een aantal metalen aan in de pluim: natrium, zilver en kwik. De vulling van de maankraters is waarschijnlijk niet op de maan ontstaan.
De zon is 400 keer zo groot als de maan, maar de maan staat precies 400 keer dichter bij de aarde dan de zon. Daardoor is het mogelijk dat de veel kleinere maan de zon helemaal afdekt.
De duur van de zonnedag op Mars (vaak sol genoemd) is 24 uur, 39 minuten en 35,24409 seconden. Op Aarde is dit respectievelijk 23 uur, 56 04.2s en 24h 00m 00.002. Dit geeft een omrekeningsfactor van 1,027491 dagen per sol. Een Marsdag (een sol) is dus 2,7% langer dan een dag op Aarde.
De Koude Oorlog, politieke wil, inventiviteit, doorzettingsvermogen en de nodige risico's zorgen ervoor dat de mens in juli 1969 voet op de maan zet. Dat we sinds 1972 niet meer op de maan zijn geweest, komt vooral door een gebrek aan politieke wil. De techniek is sinds 1969 enorm vooruitgegaan.
Na de vernietiging van de maan krijgt onze aarde een prachtige ring. Deze formatie duurt echter niet lang en dan beginnen de aardbewoners met moeilijkheden. Deze hele stapel puin zal op de aarde vallen en lijkt op een asteroïde aanval. Steden zullen worden vernietigd, veel mensen zullen sterven.
De planeet in ons zonnestelsel die het verst weg staat is Neptunus. Als je vanaf de zon reist duurt het heel lang voordat je er bent. Je komt dan eerst langs de zeven andere planeten in ons zonnestelsel. Neptunus is wel 57 keer zo groot als de aarde.
Vanaf de maan zie je in ieder geval helemaal niets. Althans, je ziet de aarde prachtig, maar geen enkel menselijk bouwwerk dat erop staat. De astronaut Alan Bean wandelde eind 1969 over de maan en zag de aarde als een voornamelijk witte bol, afgewisseld met wat blauw en geel. En af en toe zie je wat groene vegetatie.
Het komt ook voor dat de maan heel snel lijkt te verdwijnen. Dan is er sprake van een maansverduistering. Een volle maan wordt ineens minder vol en het lijkt wel alsof er een hap uit genomen is. Een maansverduistering treedt op als de aarde precies tussen de zon en de maan in staat.
Een maanwandeling maken kan daarom niet zomaar. Je kunt er alleen rondlopen als je een speciaal pak draagt, dat je beschermt tegen de kou, hitte en de UV-straling. Op de Maan en in de ruimte is geen lucht. Om op de Maan te kunnen lopen, heb je je eigen voorraad lucht nodig.
Dat komt omdat de maan nooit stilstaat. De maan draait constant om ons heen. Zonder de zwaartekracht van de aarde, zou de maan weg zweven, de ruimte in. Door de combinatie van snelheid en afstand tot de aarde blijft de maan altijd in evenwicht tussen vallen en ontsnappen.
Als je op Aarde een appel laat vallen, valt hij. Als een astronaut aan boord van het ruimtestation een appel laat vallen, valt deze ook, het lijkt alleen niet zo. Dit komt omdat ze samen vallen; de appel, de astronaut en het station. Maar ze vallen niet naar de Aarde, ze vallen er rond.
Verschillende definities. Een eenduidige definitie van "nacht" is binnen het Nederlandse taalgebied niet echt te geven. Volgens afspraak valt een etmaal uiteen in vier dagdelen − nacht, ochtend, middag en avond −, waarbij de nacht duurt van middernacht tot zes uur 's morgens.
Een trimester is een periode van drie maanden, een kwart jaar. Een synoniem is kwartaal. De betekenis van semester is 'periode van zes maanden, een halfjaar'.