De inchaanduiding (b.v. 28 x 1.40) geeft ongeveer de buitendiameter (28 inch) en de bandbreedte (1,40 inch) aan. De inch-maat wordt ook nog in de aanduiding 28 x 1 5/8 x 1 3/8 (ongeveer de buitendiameter x bandhoogte x bandbreedte) gebruikt.
Het eerste getal geeft de breedte van de band aan in mm, het tweede getal de diameter van de velg in mm. Met deze maat moet het sorteren van onze banden en het uitkiezen van de juiste band gemakkelijker worden.
Een voorbeeld hiervan is 47—622, 40-622 (stadsfiets) en 23-622 (koersfiets). Hierbij staat het eerste getal voor de breedte in millimeter van de opgepompte band en geeft het tweede getal de velgmaat (de diameter van de velg) aan, gemeten daar waar de binnenband op de velg rust.
De maat van de fietsband bepalen
De maat van de fietsband vind je op de zijkant van de band. Soms staan er meerdere maten op de band, in dat geval is het slim om de ETRTO maat te zoeken. Deze herken je aan twee cijfers, dan een streepje, en dan drie cijfers (dus bijvoorbeeld 28-622).
28 inch betekent dus een diameter van 28 inch = 28 x 2,54 = 71,12 cm. De kleinste wielmaat, 26” was tot een paar jaar geleden de standaard voor wereldfietsers.
Volwassen fietsen hebben standaard een wielmaat van 28 inch. De maat van de fiets wordt bepaald aan de hand van de framemaat.
De maat in inches met drie getallen, zoals bij 28″ × 1″ × 1″. In dit geval is het tweede getal de hoogte en het derde getal de breedte.
De Inchaanduiding (bv. 28 x 1.40) geeft ongeveer de buitendiameter (28 inch) en de bandbreedte (1.40 inch) aan. De inchmaat wordt ook nog in de aanduiding 28 x 1 5⁄8 x 1 3⁄8 (ongeveer de buitendiameter x bandhoogte x bandbreedte) gebruikt. Inchmaten zijn onnauwkeurig en niet eensluidend.
28 x 1 5/8 x 1 3/8 inch-maat
De inchaanduiding (b.v. 28 x 1.40) geeft ongeveer de buitendiameter (28 inch) en de bandbreedte (1,40 inch) aan. De inch-maat wordt ook nog in de aanduiding 28 x 1 5/8 x 1 3/8 (ongeveer de buitendiameter x bandhoogte x bandbreedte) gebruikt. Inchmaten zijn onnauwkeurig en niet eensluidend.
Welke maat binnenband fiets
Ook in de maataanduiding voor binnenbanden is de ETRTO maat weer het duidelijkst. De voorbeeld maat van deze binnenband 28/47 - 609/635 is dus geschikt voor buitenbanden met een breedte van 28 tot 47 mm en een velg maat van 609 tot 635 millimeter.
700x35C betekent een buitendiameter van 700mm en een breedte van 35mm. Omdat elk land zijn eigen aanduiding had, was het zeer verwarrend of een band nu wel of niet om een bepaalde velg paste. Zo werden wel vijf verschillende bandmaten met 20 inch aangeduid!
Advies voor de binnenband: Schwalbe SV 15 is geschikt voor 28-622, maar past ook nog in een 25-630 band: 105 gr; SV 16 is op zich ook geschikt, maar heeft meer massa (135gr).
Een 28 inch heeft 622 als ETRTO-maat.
Wielrennen doet men op banden tot ongeveer 30mm met name op 28 inch velgen. De toerfietser gebruikt normaal gesproken banden tussen 40mm en 55mm op velgen van 26, 27.5 en 28 inch. De mountainbike en bikepacker gebruikt banden van 55 tot 70 mm vooral op 27.5 en 28 inch velgen.
De lengte van het ventiel is afhankelijk van de velg van je fiets. Heb je een diepe velg (racefiets) dan heb je een langer ventiel nodig. De lengte van een ventiel kan oplopen tot wel 80mm. Een lang ventiel wordt gebruikt voor een diepe velg, bijvoorbeeld een velg van 40mm heeft een 60mm ventiel nodig.
Breedte velglint: ongeveer 2mm breder dan de binnenmaat van je velg. Ontvet de velg eerst goed, want dan blijft het velglint beter plakken. Ik wikkel het velglint altijd 2x om de velg. Ik begin 10cm voor het ventiel en eindig er 10cm na.
Probeer de ruimte in je frame en voorvork te meten op 330 mm van de as van je wiel. Als deze maat 75mm of meer is dan kan je waarschijnlijk een 2.8” 27.5+ band passend krijgen. Zorg er altijd voor dat er minstens 4mm, maar liever iets meer, ruimte is tussen de zijkant van je band en de binnenzijde van frame / voorvork.
Volwassen fietsen hebben standaard een wielmaat van 28 inch, de maat wordt daarom bepaald met de framemaat van de fiets.