Niveau 1F voor lezen betekent bijvoorbeeld dat een kind eenvoudige teksten kan lezen. Niveau 2F ligt wat hoger en is dus moeilijker dan 1F. Voor rekenen geldt dit precies zo: 1F is rekenen met makkelijke getallen. Niveau 1S gaat een stapje verder en gaat over rekenen met moeilijke getallen.
Fundamentele niveaus en streefniveaus onderwijs
Het fundamentele niveau (1F-niveau) is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het streefniveau (1S-niveau) heeft iedereen nodig om in de maatschappij mee te kunnen doen.
Voor de ontwikkelscore geldt bij alle vaardigheden: bij een score van 60 heeft de leerling 1F behaald, en bij een score van 80 heeft de leerling 2F/1S behaald. Als je meer wilt weten over de inhoud van de toetsen, raadpleeg dan de toelichtingen. Deze vind je via 'Menu', 'Toetsinformatie' en klik op de toets.
De lijn geeft de score aan die hoort bij ontwikkellijn 1F, ontwikkellijn 2F, het IEP landelijk gemiddelde of de schoolweging.
Voor taal zijn vier niveaus beschreven: 1F, 2F, 3F en 4F. Men maakt wel onderscheid in een S- niveau en een F-niveau, maar niveaus vallen samen: 2F is hetzelfde niveau als 1S, 3F is hetzelfde niveau als 2S en 4F is op hetzelfde niveau als 3S. Men kan dus volstaan met het beschrijven van de F-niveaus.
1S: Het streefniveau voor rekenen dat passend is voor een groot deel van de basisschoolleerlingen, tenzij 1F als realistischer wordt beoordeeld. Dit niveau bereidt leerlingen voor op vmbo-tl, havo en vwo. 2F: Het streefniveau voor taal, met de ambitie dat een groot deel van de leerlingen dit niveau behaalt.
Het onderwijs streeft ernaar dat tenminste 65 procent van de leerlingen het referentieniveau 1S voor rekenen haalt.
Niveau 1F voor lezen betekent bijvoorbeeld dat een kind eenvoudige teksten kan lezen. Niveau 2F ligt wat hoger en is dus moeilijker dan 1F. Voor rekenen geldt dit precies zo: 1F is rekenen met makkelijke getallen. Niveau 1S gaat een stapje verder en gaat over rekenen met moeilijke getallen.
Het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus (F) en streefniveaus (S). Niveau 2F is het algemeen maatschappelijk functioneel niveau. Hieraan zou het liefst iedereen minimaal moeten voldoen bij het verlaten van het onderwijs. Landelijk is niet duidelijk in hoeverre leerlingen de referentieniveaus beheersen.
Hoewel de IEP-toets verfrissend aan doet, lijkt ze zich niet veel te onderscheiden van de Cito-toets. De afname is heel kort. De moeilijkheidsgraad loopt op en dat wordt door IEP als een voordeel beschouwd, maar hoeft dat – zeker voor zwakker kinderen – niet te zijn.
Het advies havo komt overeen met een percentiel van tussen de 538 en 541.
Wanneer een leerling een niveauwaarde van 3,5 of hoger scoort op de toetsen ligt de leerling op koers om in groep 8 uiteindelijk een 1S score te halen als referentieniveau, dit is passend bij een vaardigheidsscore van 281 of hoger op de M8 toets.
Niveau 1 (entreeopleiding) duurt 1 jaar en leidt tot een mbo-diploma op niveau 1. Niveau 2 (basisberoepsopleiding) duurt 1 tot 2 jaar en leidt tot een mbo-diploma op niveau 2. Niveau 3 (vakopleiding) duurt 2 tot 3 jaar en leidt tot een mbo-diploma op niveau 3.
Vanaf groep 7 hebben de toetsen twee niveaus. Kinderen die werken in het FS-werkboek maken de F-toets.Kinderen die in het S+-werkboek werken, maken de S-toets.
Leerlingen die uitstromen naar havo/vwo moeten voldoen aan niveau 1S. Plaats hen dus altijd in de hoogste leerroute. Op het regulier onderwijs plaats je in eerste instantie zoveel mogelijk leerlingen in leerroute 1S. Als je merkt dat leerlingen dat niet halen, kies dan voor leerroute 1F.
IEP meet de leerdoelen van de leerlijn van de SLO-leerdoelen en het referentiekader. Bij leerjaar 3 t/m 6 spreken we over a (de leer- doelen van het eerste half jaar) en b (de leerdoelen van de tweede helft), daarna over de referentieniveaus. De ontwikkelscore is gelijk of hoger dan de drempelwaarde.
Het basisniveau 1F is het niveau dat kinderen aan het einde van de basisschool minimaal zouden moeten beheersen. Maar het gewenste niveau ligt hoger. De overheid heeft de wens dat het grootste deel van de leerlingen aan het eind van de basisschool een hoger niveau behaalt, het streefniveau 1S.
Als je vermoedt dat een leerling het minimumniveau 1F aan het einde van de basisschool niet gaat halen, dan zet je een passende leerroute in. Het leerlingrapport van een LVS-toets helpt je om jouw keuze te onderbouwen.
Leerlingen die naar VMBO TL of hoger uitstromen, erbij gebaat zijn dat ze minimaal de leerdoelen op 2F/1S-niveau beheersen (in het IEP LVS ontwikkelscore 80 of hoger).
praktijkonderwijs: taal 1F en rekenen 1F. mbo niveau 1/Entree-opleiding*, mbo niveau 2 en niveau 3: taal 2F (m.u.v. het onderdeel Fictionele, narratieve en literaire teksten) en rekenen 2F.
1F: fundamenteel niveau.Dit is de basis die zoveel mogelijk leerlingen moeten beheersen;2F: een streefniveau.Dit is het niveau voor leerlingen die meer aankunnen.
De referentieniveaus op de basisschool: op weg naar 1F, 1F en 2F/1S. Aan het eind van de basisschool moeten de leerlingen minimaal het basisniveau 1F beheersen, maar het gewenste niveau ligt hoger.