Daarbij wordt eerst ingezet op terugkeer naar het eigen werk, al dan niet met aanpassingen. Als dat niet mogelijk blijkt dan wordt ingezet op een andere functie. Re-integratie 1e spoor volgt uit de Wet Poortwachter. Mocht een 1e spoor traject niet haalbaar zijn dan volgt re-integratie 2e spoor.
Als een werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt, heeft u als werkgever een aantal wettelijke mogelijkheden om de naleving af te dwingen. U kunt een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV om de re-integratie-inspanningen van werknemer te laten toetsen.
Mag ik een 2e spoor traject weigeren? Nee, medewerking door de werknemer aan het tweede spoor is verplicht op basis van de Wet verbetering poortwachter. Bij weigering of onvoldoende inspanning moet de werkgever het loon stopzetten.
Het doel van het eerste spoor is dat uw zieke medewerker weer gezond in uw bedrijf aan de slag gaat. In het eerste spoor onderzoekt onze arbeidsdeskundige wat de functiemogelijkheden van uw medewerker zijn. Hiervan heeft de bedrijfsarts samen met uw medewerker een overzicht gemaakt.
U kunt na twee jaar, of 104 weken, uw werkgever vragen om uw loon wat langer door te betalen als tweede spoor niet lukt. Dan wacht u nog even met het aanvragen van een WIA-uitkering. In deze tijd werkt u samen verder om te re-integreren. U vult dan samen een formulier Aanvraag verlenging loondoorbetaling WIA in.
Re-integratie 1e spoor duurt maximaal één jaar. De werknemer moet in de 42e ziekteweek ziek gemeld zijn bij het UWV. Voor het toetsen van de haalbaarheid van re-integratie 1e spoor kan een arbeidsdeskundig onderzoek aangevraagd worden.
Zo bepaalde Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onlangs dat een werkgever, in het kader van spoor 2, van een medewerker kan verwachten dat hij of zij vier keer per week, twee uur per dag naar kantoor komt om sollicitatieactiviteiten te verrichten1.
Verplichtingen werkgever bij een ziekmelding
Is uw werknemer zes weken of langer ziek? Dan schrijft u samen een Plan van aanpak. Hierin staat wat u en uw werknemer gaan doen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Basis voor het Plan van aanpak is de Probleemanalyse die u ontvangt van uw (bedrijfs)arts.
Bij de re-integratie van een langdurig zieke werknemer staat terugkeer in de eigen organisatie voorop. Dit wordt ook wel re-integratie in spoor 1 of re-integratie eerste spoor genoemd. Het gaat dan dus om de inspanningen gericht op een werkhervatting bij het eigen bedrijf.
Het arbeidsdeskundig onderzoek geeft antwoord op vragen als: Kan de werknemer re-integreren in zijn eigen werk? Moet het werk of de werkomgeving worden aangepast? Welke andere werkzaamheden kan uw werknemer doen?
Lukt het niet om de werknemer terug te laten keren in zijn oude functie, dan moet de werkgever hem passend werk aanbieden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld werken in deeltijd of met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan de werkgever hem een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever.
Je hoeft bij een sollicitatie niet te zeggen dat je ziek bent. Je bent alleen verplicht om ziektes en beperkingen te melden, waarvan je verwacht dat je hierdoor niet goed je werk kunt doen in je nieuwe functie. Bij sommige beroepen is een medische keuring verplicht, omdat het onderdeel is van de sollicitatieprocedure.
U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen. Als dat niet lukt, kijken jullie waardoor dat komt. U en uw werkgever vertellen de bedrijfsarts steeds hoe het werken gaat.
Bent u het niet eens met het Plan van aanpak en komt u er niet uit met uw casemanager? Dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV. Dan geeft UWV een onafhankelijk oordeel over de re-integratie.
Een plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de Wet verbetering poortwachter. Dus ja, deze is verplicht. Als er niet tijdig een plan van aanpak en eventueel een bijstelling is opgesteld kan dit resulteren in een loonsanctie bij de WIA-aanvraag.
Wanneer het eerste spoor niet haalbaar blijkt is het opstarten van een tweede spoortraject wettelijk verplicht voor je werkgever. Dit tweede spoortraject kan al in de eerste week van je re-integratietraject (dat is 8 weken na je eerste ziekteverzuim) worden opgestart.
Met het arbeidsdeskundig onderzoek adviseert de arbeidsdeskundige u over de re-integratiemogelijkheden van uw zieke werknemer. Om erachter te komen hoe de werknemer het best duurzaam herstelt, gaat de arbeidsdeskundige in gesprek met de werknemer zelf en de werkgever. Ook bezoekt hij eventueel de werkplek.
De werknemer kan evengoed rechtstreeks in dienst treden. De (eerste) werkgever blijft verantwoordelijk voor de loonbetaling ongeacht de vraag of de werknemer het werk bij de nieuwe werkgever verricht of niet, en ongeacht hoeveel zij van de nieuwe werkgever aan vergoeding ontvangen.
Behalve je eigen arts, mag alleen de bedrijfsarts je medische gegevens met jouw akkoord inzien. Die heeft ook een beroepsgeheim. Dit houdt in dat de bedrijfsarts jouw gegevens, maar ook wat er is besproken tijdens afspraken, niet mag delen.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
De werkgever mag wel vragen naar noodzakelijke informatie rondom je ziekte. Bijvoorbeeld hoe lang je denkt dat je thuisblijft, of je enigszins in staat bent om thuis wat te werken, of er afspraken verzet moeten worden en hoe je te bereiken bent. Het is niet toegestaan om te vragen naar de aard en oorzaak van de ziekte.
Samen met uw werkgever moet u er alles aan doen om snel weer aan het werk te gaan. U en uw werkgever moeten daarbij een aantal stappen volgen. Die stappen heten samen re-integratietraject. Een re-integratietraject duurt maximaal 104 weken.
Eigen risico dragen voor een WGA-uitkering duurt maximaal 10 jaar. Daarna neemt UWV de verantwoordelijkheid voor de uitkering van uw (ex-)werknemer van u over. Ook worden wij verantwoordelijk voor de re-integratie.
De werknemer houdt zich aan de afspraken die gemaakt zijn in het Plan van Aanpak. De werknemer is beschikbaar voor controle bij hem thuis. De werknemer moet passende arbeid aanvaarden. De werknemer moet een opleiding volgen als de werkgever dat nodig acht in belang van de re-integratie.