Bij bloedsuikerglucose tussen 15 en 20 mmol en geen bijspuitschema; veel water later drinken en bloedsuikercontrole na 1 uur.Indien dan nog >20 mmol overleg met arts.
Een te hoge bloedsuiker is niet direct gevaarlijk voor je gezondheid, maar kan op de lange termijn veel schade aanrichten. Komt je bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l? Dan kan het gevaarlijk worden en heb je waarschijnlijk diabetes type 2.
Op een niet nuchtere maag gelden waarden tussen 7,8 en 11 mmol/l als verhoogde waarden. Komt uw bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l, dan hebt u te hoge bloedsuiker en is er sprake van diabetes. Daarbij is het noodzakelijk dat u medicatie krijgt.
Bij nuchter prikken wijst een suikerwaarde onder 6,1 mmol/l op geen diabetes, een suikerwaarde tussen 6,1 en 6,9 mmol/l op beginnende diabetes, en een suikerwaarde boven 6,9 mmol/l op diabetes in een later stadium.
Eet gezond en beweeg veel.Blijf uw medicijnen nemen.Maak een afspraak met uw huisarts. U bespreekt dan samen waarom uw bloedsuiker te hoog blijft.
Bij bloedsuikerglucose tussen 15 en 20 mmol en geen bijspuitschema; veel water later drinken en bloedsuikercontrole na 1 uur.Indien dan nog >20 mmol overleg met arts.
Als je bloedsuiker boven de 10 mmol/l komt, heb je een hyper. Dat merk je aan: veel plassen. veel dorst hebben en houden.
Veel water drinken is een van de beste manieren om je bloedsuikerspiegel in toom te houden. Water helpt om het teveel aan suiker uit je lichaam te spoelen en kan ook helpen om de stofwisseling van je lichaam te reguleren. Streef ernaar minstens 8-10 glazen water per dag te drinken om goed gehydrateerd te blijven.
Wat is eigenlijk gevaarlijker: een hypo of een hyper? Op de korte termijn zijn ze allebei gevaarlijk en kunnen levensbedreigend zijn. Uit lange termijn onderzoek is inmiddels duidelijk dat een chronisch hoge bloedsuiker tot meer schade leidt.
Een goede bloedsuiker voor 's ochtends als u nog niet gegeten of gedronken heeft is: tussen 4,5 en 8. Dit heet de nuchtere bloedsuiker. Na het eten gaat uw bloedsuiker omhoog. Een goede bloedsuiker voor 2 uur na het eten is: lager dan 9.
U heeft een hyper als uw bloedsuiker hoger is dan 10mmol/l. U kunt dan last krijgen van klachten zoals: veel plassen en dorst.zich vermoeid en zwak voelen.
Nuchtere bloedsuikerwaarden worden gemeten na minstens 8 uur vasten en liggen normaal tussen 4.0 en 6.0 mmol/L. Bloedsuikerwaarden 2 uur na het eten geven aan hoe efficiënt je lichaam de suiker uit je maaltijd heeft verwerkt; minder dan 7.8 mmol/L wordt als normaal gezien.
Al vrij snel na het eten van een maaltijd met koolhydraten begint het bloedglucosegehalte te stijgen. Bij gezonde personen wordt een piek in bloedglucosegehalte bereikt na circa 30 tot 60 minuten. Daarna daalt het weer geleidelijk tot het niveau van voor de maaltijd. Dit niveau is na 90 tot 180 minuten bereikt.
Glucosewaarden ouderen mogen tussen de 6 en 15 mmol/l zijn.
Hoewel veel citrusvruchten zoet zijn, blijkt uit onderzoek dat ze kunnen helpen om de bloedsuikerspiegel te verlagen. Citrusvruchten worden beschouwd als laagglycemische vruchten omdat ze minder invloed hebben op de bloedsuikerspiegel dan andere soorten fruit zoals watermeloen en ananas (50).
Uit onderzoek van dr. Bernstein blijkt dat de meeste langdurige (emotionele) stress zelden een direct effect heeft op de bloedsuikerspiegel. Bij een korte periode van stress daarentegen wordt wel vaak een stijging in de bloedsuiker waargenomen. Dit komt door het hormoon epinefrine wat vrijkomt door adrenaline.
Dit kunt u herkennen aan: zweten, trillen, duizelig worden en hoofdpijn krijgen. Bij een hyper is er juist te veel suiker in het lichaam. U moet vaker plassen, voelt zich moe en heeft enorme dorst.
Cafeïne verstoort je bloedsuikerspiegel
Onderzoek wijst uit dat cafeïne je bloedsuikerspiegel enorm verstoort. Cafeïne zorgt ervoor dat je lichaam minder goed de suikers in het ontbijt kan verdragen. Je bloedsuikerspiegel stijgt na je ontbijt met wel 50% meer wanneer je daarvoor cafeïne nuttigt1.
De levensverwachting van mensen van 45 jaar met diabetes type 1 leven is gemiddeld 13 jaar lager dan mensen zonder diabetes. Voor een 45-jarige met diabetes type 2 is dat gemiddeld 4 jaar lager. Als mensen ouder worden blijft er een verschil in levensverwachting tussen deze groepen bestaan, maar dit wordt wel kleiner.
Diabetes wordt opgespoord via een eenvoudige bloed- en urinetest: om de bloedsuikerwaarde te bepalen. om suiker en ketonen in het bloed en in de urine op te sporen. om het HbA1c of glycohemoglobine te bepalen: dit geeft een idee over de bloedsuikerspiegel van de afgelopen 3 maanden.