Als je onderzoeksresultaten niet valide zijn en je de validiteit dus niet kunt bewijzen, dan geef je dit aan in de beperkingen in je discussie. Er is dan sprake van systematische fouten (research bias) in je studie.
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Een onderzoek is intern valide als je het onderzoek zodanig goed hebt opgezet en uitgevoerd dat je conclusies voor waar kunnen worden aangenomen. Interne validiteit wordt ook wel methodologische validiteit genoemd. Het zegt dus iets over de kwaliteit van je methode, dataverzameling en analyse.
Een hoge interne validiteit waarborg je door de onderzoeksmethode academisch te onderbouwen, door aan alle vorige vormen van validiteit te voldoen. Een hoge interne validiteit zorgt voor kwalitatief hoge onderzoeksresultaten. Externe validiteit wordt ook wel generaliseerbaarheid genoemd.
Bij een enquête kun je de validiteit kun je vergroten door gebruik te maken van bestaande wetenschappelijke vragenlijsten. Als je die niet tot je beschikking hebt dan kun je de validiteit van je onderzoek vergroten door bij het maken van je vragenlijst gebruik te maken van literatuur.
Hiermee geef je aan hoe goed je gekozen onderzoeksmethoden iets hebben gemeten om inzicht te krijgen in het probleem dat je onderzoekt. In de onderzoeksmethoden beschrijf je hoe je de validiteit en betrouwbaarheid waarborgt.
Validiteit en betrouwbaarheid worden bepaald door de toegepaste onderzoeksmethoden en zijn bepalend voor de kwaliteit van de onderzoeksdata en de conclusies die je daaruit trekt. Om meetfouten te minimaliseren dienen we de eigenschappen van de meting te achterhalen die ons het vertrouwen geven dat we goed bezig zijn.
Met 4 à 5 metingen heb je een grove indicatie van de spreiding. Met 10 metingen heb je een redelijke waarde. Dit laatste is dus eigenlijk het minimum dat je nodig hebt voor een betrouwbaar resultaat.
De betrouwbaarheid van je onderzoek zegt iets over de mate waarin de metingen vrij zijn van willekeurige fouten. Willekeurige fouten, ook random errors genoemd, zijn fouten die per toeval gemaakt zijn en bij herhaling van de meting waarschijnlijk niet gemaakt worden.
In een validatiestudie wordt een klinische predictieregel gevalideerd bij een steekproef van de bevolking.
valide, geldig, regtmatig, wettig. valideren, geldig maken of verklaren; geldig zijn, voor goede betaling gelden.
Voor de betrouwbaarheid moet je de vragenlijst op consistente wijze afnemen en willekeurige fouten voorkomen bij de data-analyse. Voor de validiteit is het van belang dat je begrippen correct zijn geoperationaliseerd, zodat je meet wat je daadwerkelijk beoogt te meten.
Hoeveel interviews zijn er nodig om een goed beeld te krijgen? Bij kwalitatief marktonderzoek zijn steekproeven van 12, 15 of 20 respondenten gebruikelijk. Grotere steekproeven zijn een uitzondering. Die kleine steekproeven wekken meestal verbazing.
Interne validiteit
De resultaten van een onderzoek zijn intern valide, als de resultaten die je meet ook daadwerkelijk het gevolg zijn van jouw opzettelijke verandering (of: manipulatie). Je kunt de interne validiteit van een onderzoek verhogen door systematische fouten (of 'bias') zoveel mogelijk te beperken.
Om de validiteit en betrouwbaarheid van je scriptie te bepalen, moet je nagaan of je met de methoden of onderzoeksmodellen hebt gemeten wat je wilde meten (validiteit) en of je resultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde manier herhaalt (betrouwbaarheid).
Door het experiment van een laboratoriumsetting te verplaatsen naar een circuit, verhoog je de externe validiteit aanzienlijk. Tegelijkertijd kun je de interne validiteit minder goed waarborgen, omdat je geen controle hebt over externe factoren, zoals het weer.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
In de context van een onderzoek heeft het begrip betrouwbaarheid (Engels: reliability) betrekking op de manier van meten. Een betrouwbare meetmethode leidt tot accurate uitkomsten en kenmerkt zich vaak ook door een redelijke verdeling van de meetresultaten.
Betrouwbaarheid heeft betrekking op de mate waarin een meting in je scriptie vrij is van fouten, op consistente wijze iets meet, en daarmee herhaalbaar is. Je kunt voor een hoge betrouwbaarheid zorgen door willekeurige meetfouten (random errors) te voorkomen.
De interne validiteit is bij interviews alleen relevant als je een causale relatie tussen je onafhankelijke en afhankelijke variabelen wilt aantonen. Dit type validiteit kun je verbeteren door alle mogelijke oorzaken van je afhankelijke variabele – naast je onafhankelijke variabele – uit te sluiten.
De belangrijkste onderdelen zijn de validiteit van je onderzoek, of je verwachtingen juist waren, of er beperkingen zijn en wat als eventueel vervolgonderzoek kan dienen.