Met betekening van het vonnis zegt de eiser in feite: “Als het vonnis niet wordt nageleefd, zullen de dwangsommen worden geïncasseerd en zal er beslag worden gelegd”. Met een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis heeft de eiser dus een krachtig pressiemiddel in handen.
Het is mogelijk om in hoger beroep te gaan tegen een eindvonnis. Hoger beroep wordt ingesteld bij een gerechtshof of bijzonder college. In beroep gaan tegen een arrest is mogelijk bij de Hoge Raad (de hoogste rechtsprekende organisatie in Nederland) en heet 'in cassatie gaan'.
Als je niet aanwezig bent, kan de rechter toch nog een vonnis vellen. Dit noemt men een vonnis bij verstek. Betekening van het vonnis: dit betekent dat een gerechtsdeurwaarder aan jou het vonnis officieel bekend maakt. Verzet of beroep: als je niet akkoord gaat met het vonnis kan je ertegen in verzet of beroep gaan.
Een vonnis is twintig jaar geldig. Dat betekent dat een vonnis pas verjaart wanneer er twintig jaar niets mee gedaan is. Die verjaringstermijn kan verlengd worden door stuiting. Stuiting wil zeggen dat de schuldeiser aan de schuldenaar schriftelijk laat weten dat hij/zij nog steeds aanspraak maakt op de vordering.
De gerechtsdeurwaarder zal een afschrift van het vonnis afgeven op de woonplaats van de veroordeelde partij. De termijn tussen betekening en tenuitvoerlegging bedraagt één maand. Enkel verzet of hoger beroep kunnen de tenuitvoerlegging van een vonnis schorsen.
BETEKENING VAN HET VONNIS OF ARREST
Deze betekening gebeurt aan wettelijke tarieven en zal meestal tussen de 200 EUR en de 500 EUR bedragen. De gerechtsdeurwaarder zal daartoe een “uitgifte” moeten bestellen bij de griffie zonder bijkomende kost in geval van een eerste uitvoerbare uitgifte van vonnissen en arresten.
Dat kan verschillende oorzaken hebben: de rechter moet de zaak goed bestuderen, overleggen met collega's, of de werkdruk is zodanig dat de uitspraak om die reden op zich laat wachten.
Art. 69bis Wegverkeerswet voorziet in de mogelijkheid om in een vonnis te bepalen dat een geldboete zal worden vervangen door een rijverbod indien de veroordeelde de geldboete niet heeft betaald binnen de termijn van 2 maanden na het vonnis.
De deurwaarder zal namelijk het vonnis betekenen met een bevel tot betaling. Hierbij wordt een (laatste) betalingstermijn van twee dagen gegeven. Na het verstrijken van die termijn vangt de executie aan.
Betaalt uw klant u na een vonnis nog niet, dan kunt u het vonnis door een gerechtsdeurwaarder laten betekenen met een bevel tot betalen. Helpt ook dat niet, dan kan uw gerechtsdeurwaarder beslag leggen op vermogensbestanddelen van uw klant.
In een eenvoudige kort geding procedure is er vaak al binnen enkele weken een uitspraak, terwijl het in ingewikkelde procedures tot wel meer dan twee jaar kan duren. Een gemiddelde of ijkpunt is niet te geven, dat hangt af van de aard en complexiteit van de zaak.
De deurwaarder overhandigt het vonnis of laat het vonnis in gesloten envelop achter in de brievenbus. De deurwaarder moet de schuldenaar een laatste termijn bieden om gevolg te geven aan de uitspraak van de rechter. Deze termijn heet de beveltermijn.
Een partij die het niet eens is met een uitspraak van de rechter in hoger beroep, kan in een civiele zaak, een bestuursrechtelijke zaak over fiscale/belasting en in een strafzaak in cassatie gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden. In de uitspraak staat binnen welke termijn dit mogelijk is.
Een uitspraak van een rechter is bindend, maar een burger kan wel in hoger beroep gaan tegen een uitspraak van een rechter. Een hogere rechter gaat de hele zaak dan opnieuw behandelen. In veel gevallen kan men daartegen nog cassatie aantekenen bij de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan van Nederland.
Rechters maken soms fouten in hun uitspraken. Voor sommige fouten moet u in hoger beroep of cassatie, maar duidelijke fouten zoals verschrijvingen of rekenfouten mag de rechter zelf herstellen. Ook als de rechter vergeet te beslissen, kan die dat alsnog zelf herstellen.
Niet eens met vonnis rechter? In een rechtszaak leggen partijen een conflict voor aan de rechter. De rechter beslist in hun conflict. Zijn de partijen het niet eens met het vonnis van de rechter, dan kunnen ze in hoger beroep gaan.
De schuldeiser kan echter weigeren om u een afbetalingsplan toe te kennen. Een gerechtsdeurwaarder zal zoveel als mogelijk proberen om tot een oplossing te komen en har- de maatregelen, zoals verkoop van uw inboedel of uithuiszetting, te vermijden.
Zaken die je nodig hebt om normaal te kunnen leven, zoals een bed, tafel en stoelen, een koelkast... mag hij in principe niet in beslag nemen. Ook bijvoorbeeld boeken en schoolmateriaal van kinderen en maaltijcheques mogen niet in beslag genomen worden.
Een schuldeiser mag geen informatie opvragen of meedelen aan uw buren, familie, vrienden.... Hij mag ook geen schuld invorderen wanneer u in het bijzijn bent van iemand anders. De schuldeiser mag u niet contacteren via telefoon of door een huisbezoek tussen 22u en 8u.
Een vonnis is een gemotiveerde, bindende uitspraak van een rechter. Zodra het vonnis wordt betekend (overhandigd aan de veroordeelde partij) door een gerechtsdeurwaarder, krijgt het pas zijn waarde en is het vonnis bij niet nakoming, afdwingbaar, bijvoorbeeld door beslaglegging.
Na de betekening van een vonnis begint voor de schuldenaar de termijn te lopen voor het instellen van gewone rechtsmiddelen, verzet (in het geval van een vonnis bij verstek) of hoger beroep (in het geval van een vonnis op tegenspraak). De termijn van beide rechtsmiddelen is één maand na betekening van het vonnis.
Hoe snel dat is, hangt af van het type schuld. Als u de huur niet betaalt, staat de deurwaarder meestal sneller op de stoep. Na de rechtszaak komt de deurwaarder weer langs om u op de hoogte te brengen van het vonnis, ook als u niet naar de rechtbank bent gekomen.
Bij het aanhouding van een rechtszaak wordt een beslissing uitgesteld. Er zijn geen regels hoe vaak een rechter een zaak mag aanhouden. Wel is het zo dat een rechter een zogenaamd 'redelijk termijn' moet hanteren.
Een verdachte vier jaar laten wachten op de behandeling van zijn zaak is in strijd met artikel 6 van het Europese verdrag voor de rechten van de mens. Daarin wordt iedere burger een eerlijk proces gegarandeerd.
Is de uitkomst van een procedure bij de rechtbank niet naar wens, dan kan het zinvol zijn om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof. In het hoger beroep wordt de zaak volledig opnieuw beoordeeld. Daarbij hebt u ook de gelegenheid nieuwe standpunten en argumenten naar voren te brengen.