“Onder wie” wordt gebruikt om aan te geven dat je het over één persoon tussen alle andere hebt. Het wordt alleen voor personen gebruikt. Bijvoorbeeld: “Alle spelers stonden opgesteld, onder wie Seedorf”. ”Waaronder” gebruik je voor een ding/zaak onder vele andere.
Om naar personen te verwijzen, is zowel met wie als waarmee correct. Het is aan te bevelen om in formele schrijftaal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, met wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.
Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde. De combinaties met dan drukken een ongelijkheid uit, die met als een gelijkheid. Dan wordt ook gebruikt na niets en niemand als het woord anders er niet achter staat, maar er wel bij gedacht kan worden.
De voornaamwoorden wie en wat verwijzen respectievelijk naar personen en zaken; welke kan gecombineerd worden met meervoudige substantieven en enkelvoudige de -woorden, welk met enkelvoudige het -woorden.
(En: De meisjes die …) Over het algemeen geldt dat het betrekkelijk voornaamwoord die naar de-woorden verwijst en dat naar het-woorden. EZELSBRUGGETJE: Een slim trucje is om te kijken of de laatste letters overeenkomen: het meisje dat, de jongen die.
Je gebruikt meestal 'wat' als het woord volgt op een onbepaald woord (iets, niets, het enige, datgene) of een bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig wordt gebruikt (het mooie, het leukste, het bijzondere) of als het woord verwijst naar een rangtelwoord (het eerste). Je kunt hier ook 'dat' gebruiken.
In sommige gevallen is zowel jij als jou mogelijk na dan, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm ik te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm.
Het wordt alleen voor personen gebruikt. Bijvoorbeeld: “Alle spelers stonden opgesteld, onder wie Seedorf”. ”Waaronder” gebruik je voor een ding/zaak onder vele andere. Bijvoorbeeld: “Er stonden veel auto's geparkeerd, waaronder ook een Ferrari.”
De congruentiefout, ook wel incongruentie, genoemd, is een stijlfout die wij heel vaak tegenkomen in scripties en verslagen. De congruentiefout wordt gemaakt wanneer het onderwerp en de persoonsvorm in een zin qua 'getal' niet met elkaar overeenkomen.
inbegrepen, incluis, ingesloten, meegerekend, met inbegrip van.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: ook (bw) : desgelijks, dienovereenkomstig, eveneens, evenzeer, evenzo, idem dito, insgelijks.
Onder meer is juist. Het betekent 'naast andere zaken/personen', 'onder andere(n)'.
Er is geen regel die bepaalt in welke volgorde de personen in een nevenschikking genoemd worden. Wel geldt het als een teken van beleefdheid dat men zichzelf niet als eerste noemt. De persoonlijke voornaamwoorden ik, mij, wij en ons komen daarom bij voorkeur aan het einde van de nevenschikking.
Vaak wordt hier als gebruikt in plaats van dan, zeker in de spreektaal. Hoewel groter als door velen niet meer wordt afgekeurd, is groter dan nog steeds verzorgder, zeker in de schrijftaal. Als er bij een vergelijking een gelijkheid geconstateerd wordt, is als correct.
Voor de zelf-vorm van het wederkerend voornaamwoord van de eerste persoon enkelvoud kunnen we zowel de gereduceerde vorm mezelf als de volle vorm mijzelf gebruiken. Mezelf is de gewone vorm.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm hij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is wij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is ons correct.
Om naar personen te verwijzen, is zowel aan wie als waaraan correct. Het is aan te bevelen om in formele schrijftaal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, aan wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.
Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”. “Deskresearch” is mannelijk (m) en “originaliteit” is vrouwelijk (v). Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord. Er zijn ook woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn, zoals “vlag”.
Bepaald of onbepaald zelfstandig naamwoord
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'.