Zowel jonge als oude kaas bevat veel zout, omdat kaas bij de bereiding in een zoutbad wordt gelegd. Na dit zoutbad moet de kaas rijpen. Jonge kaas rijpt 4 weken en oude kaas wel 10 maanden. Langer rijpen maakt de kaas droger en zouter en geeft de kaas een hartige smaak.
Wil je dus kaas eten met minder zout en minder vet, kies dan voor jonge kazen met een vetgehalte van 10, 20 of 30+. Dan heb je de kaas met minder zout en minder vet.
In een plakje belegen kaas zit al een halve gram zout. Feta uit een pakje en rookkaas zijn ook erg zout. Alternatief Uiteraard zijn er ook minder zoute kaassoorten. Neem bijvoorbeeld komijnenkaas of verse geitenkaas.
Zoutloze kaas is een normale kaas. Echter is het dieetzout natrium (een belangrijk onderdeel van zout) vervangen door kaliumzout. Hierdoor verandert de smaak van de kaas een beetje, maar hierdoor kunnen mensen die een zoutbeperkt dieet moeten volgen toch heerlijke genieten van een stukje kaas.
Jonge kaas rijpt na het pekelen vier weken en oude kaas tot wel tien maanden. Dat laatste maakt de kaas droger en zouter. Dus: hoe jonger de kaas, hoe minder zout. Kies bijvoorbeeld voor magere kazen, zoals 10+, 20+ of 30+ kaas.
“Grana Padano bevat twee stoffen genaamd isoleucine-proline-proline (IPP) en valine-proline-proline (VPP). Deze kunnen voor ontspannen bloedvaten en een lagere bloeddruk zorgen”, aldus hoofdonderzoeker Giuseppe Crippa. “Ze hebben ongeveer dezelfde werking als verschillende soorten bloeddrukverlagende medicijnen.
Welke kaas bevat minder zout? Alle jonge kazen, en dan met name de boerenkazen, hebben een lager zoutgehalte. Dit geldt bijvoorbeeld voor Maaslander, maar ook voor Emmentaler 45+ kaas, Milner, hüttenkäse, Leerdammer kaas en Goudse boerenkaas.
Aan volwassenen worden 300-450 gram melk(producten) en 40 gram kaas per dag geadviseerd. De aanbevolen hoeveelheid melkproducten is hoger voor tieners en 50-plussers vanwege hun hogere behoefte aan calcium.
De meeste Goudse kaas in Nederland wordt gemaakt van volle melk. Dit heet 48+ kaas. Milner is 30+ kaas. Dit betekent dat de kaas gemaakt wordt van halfvolle melk en daardoor 40% minder vet bevat dan een 48+ kaas.
Chips, pizza's, soepen en kant-en-klaarmaaltijden zijn voorbeelden van eten waar veel zout in zit. Daarnaast krijg je zout binnen door het eten van brood, vlees, vleeswaren en kaas, maar ook sauzen zoals sojasaus en mosterd.
Een 10+, 20+ of 30+ kaas, waar niet teveel zout in zit, past prima in een gezond eetpatroon en zal het afvallen niet in de weg zitten. Het vetgehalte in kaas wordt aangegeven met bijvoorbeeld 45+. De minder vette kazen bevatten meer calcium.
Kaas levert niet dezelfde voedingsstoffen als vlees. Kaas levert weliswaar evenveel eiwit als vlees en vitamine B12, maar bevat maar heel weinig ijzer, zo'n 0,1 milligram per 100 gram. Bovendien bevat kaas vaak veel verzadigd vet, zeker de vette (48+) varianten en veel zout.
10+, 20+ of 30+ kaas met niet te veel zout (minder dan 2 gram zout per 100 gram kaas) staat samen met andere melkproducten in de Schijf van Vijf vanwege de positieve effecten op de gezondheid. Ook hüttenkäse en mozzarella en verse geitenkaas met niet te veel verzadigd vet staan in de Schijf van Vijf.
Beide kazen bevatten een aantal vitamines en mineralen. Maar het gaat om de verschillen: buffelmelkmozzarella bevat bijvoorbeeld meer calorieën en (gezonde) vetten dan koemelkmozzarella. Maar buffelmozzarella bevat minder cholesterol. Buffelmozzarella bevat vitamine A en koemelkmozzarella catoreen.
Magere kaas is relatief gezond als broodbeleg
Kaas is niet supergezond, maar bevat wel hoogwaardige wei-eiwitten en melkeiwitten. Kaas is dus alleen gezond als je het met mate eet. Neem bij voorkeur magere (20+ & 30+) kaas, want die bevat relatief weinig verzadigd vet.
48+ kaas is lekkerder dan 20+ kaas, maar 20+ kaas is minder vet. De aanduiding 48+ betejent dat er 48% vet in de droge stof zit, dus als je al het vocht uit de kaas zou halen.
De winnaar volgens het panel is de jong belegen 30+ kaas van Beemster. Lekkere volle smaak, dikke plakken en de meeste pit, dus daar mag een medaille om de nek. De minste kaas komt van Maaslander: droog, hard, net plastic.
In Gouda werden de Cheese Awards uitgereikt. De winnaars mogen zich een jaar lang de 'Lekkerste van Nederland' noemen. De awards worden elk jaar uitgereikt in twee categorieën: Dit jaar waren dat 'Gouda 48+ oud' en 'Geitenkaas 50+ belegen'.
Molenland's Goudse jong Belegen 48+-kaas van Aldi. De experts gaven deze 'lekkere kaas met veel smaak' een 7,7. Door de goede prijs-kwaliteitverhouding is deze kaas ook 'Beste Koop'.
Vetgehalte. Brie is een van de vetste kazen die er zijn. Brie is namelijk 50+ of 60+, dit betekent dat 50% à 60% van de kaas uit vet bestaat als je het water uit de kaas weghaalt. Brie heeft dus erg veel vet, en daarvan is ook een hoop vet verzadigd vet.
Helaas, kaas bevat ook veel (verzadigd) vet en zout. De volvette varianten staan dan ook niet in de bekende Schijf van Vijf. Beter is het om te kiezen voor 10+, 20+ en 30+ kazen. Het getal voor de + geeft aan hoeveel vet er in de zogenoemde 'droge stof' zit.
Smeerkaas bevat, net zoals gewone kaas, relatief veel (verzadigd) vet. Dat is dus niet zo gezond. Omdat smeerkaas meer water bevat dan gewone kaas, bevat hij echter minder vet (en eiwit) per honderd gram in vergelijking met gewone kaas. Bovendien bestaan er ook vet-arme soorten die nog minder vet bevatten.
Veel kazen zijn ook niet vegetarisch, omdat het dierlijke stremsel is gemaakt van de maag van een kalfje. Ook zijn er mensen die geen kaas eten omdat ze een plantaardig dieet volgen (en niet per se vegan zijn,) vanwege hun gezondheid. Veel kazen zijn vrij vet en zout en staan bekend als 'niet per se heel erg gezond.
Minder zout eten verlaagt je bloeddruk. Een vermindering van 4,5 gram zout (1,8 gram natrium per dag), verlaagt de bovendruk met 2 mmHg. Dit positieve effect is ongeveer 2,5 keer groter bij mensen met een verhoogde bloeddruk.
Nestlé's MAGGI gaat voor minder zout. Zout speelt een belangrijke rol in voeding op het gebied van smaak, textuur en houdbaarheid. Nederlanders krijgen echter nog steeds meer zout binnen dan het door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanbevolen maximum van 6 gram per dag.