Wat is het? Phytoplasma zijn plantenparasieten, nog kleiner dan bacteriën.Ze hebben geen celwand en daardoor kunnen ze verschillende vormen aannemen. Ze leven alleen op planten en veroorzaken fysiologische afwijkingen, zoals bladverkleuring, dwerggroei, misvormde bloemen en extreme vertakkingen.
Probleem: Blaadjes die uit je aardbeien groeien – het ziet er fascinerend uit! Deze misvorming wordt veroorzaakt door zogeheten fytoplasma's. Dat zijn heel kleine parasieten die bij allerlei planten voor vreemde afwijkingen kunnen zorgen. Oplossing: Fytoplasma's worden verspreid door insecten.
Extra voeding voor je aardbeien
Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting. Kies daarom een aangepaste formule zoals de DCM Meststof Aardbeien & Kleinfruit. Het beste geef je 20-35 g/plant of 60 – 100 g/m².
Bestuiving door bijen verhoogt niet alleen de opbrengst van een aardbeienplant, maar verbetert ook de kwaliteit van de vruchten. Bestuiving door bijen verhoogt niet alleen de opbrengst van een aardbeienplant, maar verbetert ook de kwaliteit van de vruchten.
Bovendien zorgt insectengaas er ook voor dat er geen insecten zoals vliegen en wespen op de aardbeien kunnen komen. Het net beschermt de aardbeien dus tegen vogels en tegen insecten. Het ander voordeel van insectengaas is dat de mazen veel licht, lucht en water doorlaten.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk. De zuurtegraad in je moestuin grond kun je meten met een pH-meter.
In principe is iedere aardbeibloem in staat om zichzelf te bestuiven en te bevruch- ten. Wel is het nodig dat het stuifmeel door de wind of insecten op de stempels wordt gebracht. Een goede bestuiving is noodzakelijk voor het krijgen van goed- gevormde, volledig uitgegroeide vruch- ten.
Vooraleer een aardbei mooi rood en rijp wordt, zoals we ze opeten, is het eerst een prachtig wit bloempje. Dit bloempje wordt door bestuiving bevrucht, zodat de aardbei kan groeien. Aardbeien zijn zelfbestuivend, dat wil zeggen dat het stuifmeel van hetzelfde bloempje de stamper van deze bloem kan bevruchten.
Kas. In een kas kunnen aardbeien perfect gekweekt worden. De temperatuur en rustperiode is zeker in een verwarmde kas helemaal naar eigen wens te regelen. Alleen wat het zonlicht betreft moet rekening gehouden worden met de behoeftes van de plant.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Maar probeer het eens met warm in plaats van koud water. De haartjes die op de aardbeien zitten worden hiermee zachter. En diezelfde haartjes zijn vaak de reden voor een allergische reactie. (Hoewel andere mensen beweren dat bij een aardbei-allergie de zaadjes van de aardbei de boosdoener zijn).
Trips. Trips in de aardbeien komt eigenlijk alleen voor in de doordragers of de verlate teelt. Dit beestje zit in het bloemetje en “schilt”als het ware de aardbei tussen de zaadjes. Hierdoor ontstaat eerder vruchtrot en worden de aardbeien oranje/bruin.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
Het planten van aardbeien
De aardbeiplantjes kunnen in de zomer tot 20 augustus geplant worden. Ze maken dan in het najaar nog voldoende inwendige bloemen aan. Planten in het voorjaar zal minder bloemen geven in het voorjaar, omdat de planten zich niet zolang hebben kunnen ontwikkelen.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden. Een bijbemesting met een NPK-meststof mag men pas geven als de planten goed aan de groei zijn.
Aardbeien verzorgen
Geef ook voeding in de vorm van een beetje lavameel en organische bemesting of compost die goed verteerd is.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
Plant, pot en plaats
Een aardbeiplant wordt ongeveer 35 centimeter breed en 30 centimeter hoog. Je kunt kiezen voor één plant per pot met een inhoud van minimaal 12 liter, of voor een grotere pot met daarin 3 tot 5 planten. Aardbeien houden van een humusrijke en lichtzure grond (pH 5,5 tot 6,0).
Aardbeien verzorgen
Aardbeien zijn sterke planten. Het best groeien ze in humusrijke, vruchtbare grond die niet te droog en in de winter ook zeker niet te nat is. Bemest in het voorjaar met een gemengde organische meststof, eventueel aangevuld met wat kalium. Gebruik bijvoorbeeld meststof voor groenten en fruit.
Wil je de uitlopers toch direct afknippen? Knip ze dan in juni af, zet ze op water of in potjes aarde tot ze wortels hebben gevormd, waarna je ze ook in augustus uitplant. Bemest de planten net na het aanplanten en in het voorjaar met een meststof voor aardbeien.