De oorzaak van de groeiende kwallenpopulatie komt door klimaatverandering en overbevissing. Door de opwarming is de zee warmer en is er meer plankton te vinden. Dat zij precies de factoren waarbij de kwal goed gedijt. Daarnaast verdwijnt door overbevissing de natuurlijke vijand van de kwal, de haring, tonijn en zalm.
Antwoord van de Bieb:Sea Life Scheveningen zegt het volgende:Niet langer dan een paar uur. Dit hangt ook van het weer af: als de zon schijnt gaat het verdrogen sneller. Eigenlijk is het ook niet echt ''overleven'', een kwal op het droge is langzaam aan het sterven.
Kwallen bestaan voor 95 procent uit water!
De andere vijf procent bestaat uit cellen, een maag en mond. De meeste kwallen kunnen niet zwemmen en drijven mee met de stroming van de zee. Ze komen in alle oceanen en zeeën voor en er zijn zelfs een paar soorten die in zoet water leven.
Kwallen steken met brandharen, die vaak als tentakels onder de kwal langen of op zijn oppervlak zitten. Deze geven een reactie bij aanraking. Op de plaats waar deze brandharen de huid hebben geraakt, treedt een reactie op met roodheid, zwelling en soms blaarvorming. Er is vaak (veel) pijn, een branderig gevoel of jeuk.
Tonijnen, haaien en schildpadden zijn de belangrijkste vijanden van de kwal. Als er teveel gevist wordt in de zee, dan kunnen er wel eens plots veel te veel kwallen zijn. Dan kan je in die zee echt niet meer gaan zwemmen. Als een kwal wordt geboren, dan ziet ze er helemaal nog niet uit als een kwal.
De tentakels van kwallen hebben giftige netelcellen. Wanneer je gestoken wordt, spuit de kwal gif in je bloedbaan. Hierdoor kan je jeuk en pijn voelen. Wanneer je uit het water stapt, drogen de netelcellen uit.
Kwallen hebben eigenlijk geen hersenen, dus ze zijn zich er niet van bewust. Voor hun is het hetzelfde als in de zee.
De irukandji is een kleine, glasheldere kwal. Hij wordt maar een paar centimeter lang en leeft in de tropische wateren rond de noordkust van Australië. Dit kwalletje wordt in het algemeen gezien als het giftigste dier ter wereld en in tegenstelling tot andere kwallen heeft de irukandji ook netelcellen op het lichaam.
Als het oostenwind (aflandige wind) is, wind van land naar de zee, ontstaat er een onderstroom. De bovenste laag van het water wordt dan door de wind van het land af geduwd, terwijl de onderstroom naar het land toe gaat. In die onderstroom bevinden zich de kwallen, met als gevolg dat ze aanspoelen op het strand.
De onderzoeker laat de imposante kwal op het strand liggen zodat andere mensen hem ook kunnen bewonderen. Wie dat wil, kan het dier gewoon oppakken. Deze kwal is ongevaarlijk, volgens Ecomare, het centrum voor wadden en Noordzee. De netelcellen zijn te zwak om door de menselijke huid te dringen.
Het eeuwige leven
Toch kan de Turritopsis nutricula wel degelijk sterven: de regeneratie werkt namelijk alleen bij volwassen exemplaren. Ziekte of hongerige roofdieren worden jonge kwallen wel fataal, maar er is geen ander dier bekend met deze hoge kans op biologische onsterfelijkheid.
Kleine visjes kunnen schuilen tussen de tentakels van een kwal en zo overleven. Verder is de kwal een delicatesse voor schildpadden en sommige vissen en eet-ie zelf weer kreeftjes, waardoor de populatie goed blijft. Wist je trouwens dat een kwal nog kan steken als-ie dood is?
Na een kwallenbeet kan een plaatselijke reactie op de huid ontstaan, die je kan vergelijken met een reactie op een brandnetel prik. De reactie kenmerkt zich door een geprikkelde huid, roodheid en zwelling. Gelukkig komen aan de Nederlandse kust geen (levens)gevaarlijke kwallen voor.
De vijanden van kwallen zijn: tonijnen, zwaardvissen, haaien pinguïns en schilpadden, maar ook mensen. In China kan je het op de markt kopen en schijnt het een lekkernij te zijn wat ze rauw of gekookt eten .
De netelcellen zijn een soort mini harpoentjes. Zodra je ze aanraakt, schieten ze los. Alle Nederlandse kwallen hebben deze netelcellen anders zouden ze geen kwal (=neteldier) zijn. Wanneer netelcellen met de huid in contact komen, kunnen ze een klein beetje gif in je injecteren.
Na een kwallensteek kunnen er verschillende reacties ontstaan: Een lichte reactie: branderige jeuk, pijn en rode bultjes op de huid. Een mild ernstige reactie: misselijkheid, kortademigheid, maagklachten, verwarring. Dit komt voor bij kleine kinderen of als de kwal veel gif heeft afgegeven.
Kwal – Oneindig
Ze maken cycli van oud naar weer jong, dit kan oneindig door gaan.
Kwallen bijten niet
We noemen het dan wel een kwallenbeet, maar kwallen kunnen helemaal niet bijten. Ze steken. Officieel heet het dus een kwallensteek. De tentakels van een kwal bevatten netelcellen met gif.
De meeste kwallensoorten die je in Nederland tegenkomt, kunnen geen kwaad. Eigenlijk is alleen de kompaskwal gevaarlijk. Deze kwal heeft bruine V-vormige strepen.
Deze kwallen liggen vaak ondersteboven op de bodem van een oceaan of watertank en trekken hun lichaam één keer per seconde in.
Kwallen hebben bovendien nauwelijks organen, ze hebben geen hart, geen bloedvaten en geen hersenen en ook geen botten, schelp of hoornpantser. Er zitten geen ogen in en geen oren aan en met hun rudimentaire spieren en zenuwen kunnen ze maar weinig doen.
Kwallen kunnen steken omdat ze omdat ze speciale prik-cellen hebben. Die gebruiken ze normaal gesproken om hun eten mee te vangen. Kwallen eten heel kleine beestjes, zoals zeewatervlooien en minivisjes. Die verdoven ze met een stofje uit hun prik-cellen.
Kwallensoorten in de Wadden- en Noordzee
De meest voorkomende kwal is de oorkwal. De steek van deze soort doet niet veel pijn en de gevolgen zijn minimaal. Na een steek kan de huid hoogstens wat rood, opgezwollen en een beetje jeukerig zijn, maar deze klachten verdwijnen na een aantal uur.
Handig om te weten: niet elke kwal steekt. Kompaskwallen, blauwe haarkwallen en de kruiskwallen kunnen voor flink wat overlast zorgen. Die laatste - gelukkig zeldzaam voorkomende soort in Nederland - kan zelfs tot een ziekenhuisbezoek leiden. Maar de meeste kwallen steken niet, die kriebelen hooguit.