Mannetjes trekken minder ver naar het zuiden dan vrouwtjes, waarschijnlijk omdat ze in de lente zo snel mogelijk terug in hun broedgebied willen zijn om hun territorium te verdedigen. Roodborsten in Zuid-Europa gaan dan weer door het leven als standvogel: ze blijven winter en zomer in hun eigen territorium.
De roodborsten die bij ons de zomer doorbrengen, overwinteren graag in warmere streken zoals Frankrijk en Spanje. Hun plekje wordt ingenomen door roodborstjes uit Noord-Europa die het bij ons wél warm genoeg vinden om te overwinteren. Roodborstjes eten kleine insecten en die zijn volop te vinden in de tuin.
Nederlandse roodborsten zijn deels standvogel, deels trekvogel. Scandinavische roodborsten trekken door ons land en overwinteren deels in ons land terwijl Nederlandse roodborsten deels wegtrekken naar Frankrijk en Spanje.
Roodborsten komen overal in Nederland voor met uitzondering van landschappen zonder bomen. Vooral aanwezig in niet al te jonge bossen, tuinen, parken en kleinschalige landschappen. In de winter ook in stadstuinen. Als er veel struiken en kruiden zijn, dan geeft dat de hoogste dichtheden roodborsten.
De roodborst eet vooral insecten, larven, spinnen, slakken en wormen.
Als u tijd en geduld hebt om een roodborstje op uw hand te lokken dan zijn levende meelwormen daar een uitstekend hulpmiddel bij. Voer dagelijks op vaste tijden en door de beweging van de wormpjes trekt u ze als en magneet naar u toe.
Waar bomen zijn, leven roodborstjes. Liefst verblijven de tuinvogels in (stekelige) struikgewassen of een goede laag kruiden, want dan kunnen ze zich goed verschuilen. Ze maken hun nest namelijk op de grond of net erboven, bijvoorbeeld in een boomstronk, een heg, tussen klimplanten of tussen de wortels van een boom.
Oudste roodborst werd meer dan 20 jaar
Gemiddeld worden ze 2 à 3 jaar oud, maar veel jonge vogels overleven zelfs hun eerste trektocht niet. Toch kunnen ze met een beetje geluk best hoge leeftijden bereiken.
In gebieden waar bomen staan en tuinen waar groenvoorzieningen zijn, zie je praktisch altijd wel koolmezen. Voorwaarde is dat er voldoende gelegenheid is om een nestje te bouwen en dat er genoeg voedsel is te vinden. Voldoende beschutting vinden veel vogels fijn, zoals hier in de bloesem van een pruim.
Vogels kunnen hun kroost helemaal niet ruiken
Maar een paar uitzonderingen daargelaten (zo is de bijna blinde kiwi bij het zoeken naar voedsel grotendeels afhankelijk van zijn neus), is het reukvermogen van vogels veel minder ontwikkeld dan dat van ons.
Roodborst-vrouwtjes zingen ook, vooral in de herfst. Luidkeels laten beide sexen hun parelende zang, afgewisseld met hoge tonen, de lucht in schallen. Je kan hen horen van vroeg in de ochtend tot laat in de avond, zelfs als het (nog) donker is. Ze gebruiken hun zangtalent om hun territorium af te bakenen.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Wisdom de 67-jarige albatros
De oudste bekende wilde vogel is een Laysan-albatros. Ze heeft de naam 'Wisdom' gekregen, is nu 67 jaar en broedt nog elk jaar een ei uit!
Bij het servicecentrum kwam de vraag binnen waarom er in de winter maar 1 roodborstje in de tuin zit. De roodborst is zo'n beetje de enige vogelsoort die ook in de winter een territorium heeft, zowel het mannetje als het vrouwtje. Zonder het alleenrecht op dit gebiedje, kan het vogeltje niet genoeg te eten vinden.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Er was dan opstijgende wind waardoor de zeevogels even hun vleugels konden ontspannen. Op het land slaapt de vogel overigens een stuk langer: maar liefst 12 uur per dag. De resultaten komen niet uit de lucht vallen. Het werd al langer gesuggereerd dat vogels wel moesten slapen tijdens het vliegen.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Zorg voor voldoende voedsel in de omgeving, hang een voedersilo op en zet een waterschaal neer, maar plaats deze op een paar meter afstand van de nestkast, anders kan dit leiden to conflicten over territorium. De beste periode om een nestkast op te hangen is gek genoeg het najaar.
Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel. Liefst soorten die fruit of bessen dragen of doorns hebben.
Volgens deskundigen is dat lokken niet goed voor de vogels. Vaak hebben ze net een nestje met jonkies, en schrikken ze van de harde geluiden en klikkende camera's. Niet doen dus, waarschuwen natuurbeschermers.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Kijken in een mezen-, mussen- of andere nestkast is bij wet verboden. Er zijn heel veel camera's te koop, daarmee kan ongehinderd in een nestkast gekeken worden.
Een boom, wat struiken en een nestkastje en uw tuin wordt bijna gegarandeerd bezocht door één of meer koolmezen. Zorg ervoor dat katten niet bij de nestkasten kunnen komen. In de winter kunt u koolmezen en andere vogels helpen door bij te voederen met vetbollen, pinda's en voedertafels.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.