Een medicijn kan zorgen voor een meer zin in eten: meer eetlust. Dit komt doordat zo'n medicijn invloed heeft op het gevoel van honger en verzadiging. Vooral het medicijn lithium kan dorst veroorzaken.Als iemand dan veel calorierijke (fris)dranken drinkt, kan dit voor gewichtstoename zorgen.
Lithium is een medicijn dat vaak erg goed werkt bij een bipolaire stoornis.Het wordt ook wel gebruikt bij depressie en clusterhoofdpijn. Een goede waarde van lithium in het bloed is heel belangrijk. U moet regelmatig bloed laten prikken voor controle.
Bijwerkingen: trillen, dorst en droge mond hebben, veel plassen en u kunt zwaarder worden. Door lithium kunt u zich minder concentreren en kunt u moeite hebben met de bewegingen van uw handen en voeten.
Is lithium schadelijk bij gebruik op lange termijn? Op langere termijn kunnen de nieren iets minder gaan functioneren, maar dit leidt zelden tot ernstige problemen. Ernstige problemen ontstaan vaak pas als zich ook andere aandoeningen voordoen die slecht zijn voor de nieren. Denk aan suikerziekte of hoge bloeddruk.
Doordat lithium een zout is, krijgt u sneller een droge mond en dorst. Door dorst gaat u meer drinken en moet u vaker plassen. Als u meer dan vier liter per dag drinkt, neem dan contact op met uw psychiater.
Lithium kan op oudere leeftijd gewoon doorgebruikt worden. Wel is het zo dat in deze levensfase meer lichamelijke ziekten optreden en dat er vaker medicijnen gebruikt worden die de lithiumspiegel kunnen beïnvloeden. Ouderen drinken nog wel eens te weinig.
De levensverwachting van mensen die lijden aan een ernstige psychische stoornis, zoals schizofrenie, zware depressie of een bipolaire stoornis, is tien tot vijftien jaar korter dan gemiddeld, zo blijkt uit een Brits onderzoek.
Als lithium niet goed werkt of te veel bijwerkingen veroorzaakt, wordt vaak carbamazepine voorgeschreven. Dit middel heeft hetzelfde effect als lithium: het helpt tegen ernstige stemmingsschommelingen. De voornaamste bijwerkingen zijn: duizeligheid, sufheid, moeheid en misselijkheid.
Doordat lithium een zout is, krijgt u sneller een droge mond en dorst waardoor u veel gaat drinken en daardoor veel plassen. Ook kunt u hierdoor vocht gaan vasthouden. Als u meer dan 4 liter per dag gaat drinken door overmatige dorst, neem dan contact op met uw psychiater.
Volwassenen. Lithiumcarbonaat: Startdosering: 600–1200 mg/dag in 1–2 doses. Bepaal na 4–5, uiterlijk 7 dagen bloedspiegel voor de vervolgdosering; vervolgens wordt aanbevolen de eerste 3 weken 2×/week de bloedspiegel te bepalen, daarna 1–2× per 2–3 maanden. Ouderen: 400–1000 mg/dag in 1–2 doses.
Bij een bipolaire stoornis heeft u manische en depressieve periodes. In een manische periode bent u veel opgewekter, actiever en zelfverzekerder dan u gewend bent. Of u voelt zich opgejaagd, doet dingen zonder er goed over na te denken en wordt sneller boos dan normaal.
Lithium is een natuurlijke stof die oplosbaar is in water
Tegenwoordig wordt het ook gebruikt voor depressies. Lithium wordt ingezet als ondersteuning naast antidepressiva. Er wordt dan gesproken van lithiumadditie. Lithium wordt ook wel een 'stemmingsstabilisator' genoemd.
Van overmatig alcoholgebruik kun je relatief uitgedroogd raken, waardoor de lithiumspiegel kan stijgen. Daar zou je rekening mee kunnen houden. Regelmatig veel alcohol drinken is eigenlijk nooit verstandig en dus ook niet in combinatie met lithium.
Het wordt aanbevolen om het bloed minstens elke 3-6 maanden te controleren op: lithiumspiegel, calcium, creatinine, glomerulusfiltratiesnelheid (GFR) en schildklierfunctie.
Lithium is een zout dat binnen een tot twee weken uit je lichaam is verdwenen en dus geen farmacologisch effect meer heeft. Of stoppen een verstandige keuze was kan ik natuurlijk niet beoordelen, maar ik neem aan dat je dat weloverwogen hebt gedaan.
Als lithium toch wordt afgebouwd, moet dat geleidelijk, bijvoorbeeld in een tempo van 200 mg minderen per maand. Je kunt ook na elke vermindering wat langer pauzeren om te bezien hoe dat voelt. Soms is een lagere dosis inderdaad beter, maar helemaal stoppen niet.
Bij een bipolaire stoornis kan je stemming en energie van tijd tot tijd enorm wisselen. Je hebt fases van minimaal een week waarin je je overdreven goed voelt en veel energie hebt (manisch), maar ook fases waarin je erg somber bent en heel weinig energie hebt (depressief).
Chronisch lithiumgebruik is gerelateerd aan langzaam progressieve nierinsufficiëntie, die zelden leidt tot terminaal nierfalen (prevalentie: 0,5-1,5%). Het is op dit moment niet goed te voorspellen welke patiënten vatbaar zijn voor de renale bijwerkingen van lithium.
Bij persisterende invaliderende stemmingswisselingen wordt geadviseerd een proefbehandeling te overwegen met een SSRI, lamotrigine of een atypisch antipsychoticum. Bij aanhoudende klachten van somberheid in het kader van een depressieve stoornis wordt een SSRI of SNRI aanbevolen.
Aan het eind van uw behandeling bij de polikliniek Bipolaire Stoornissen bekijken we samen met u welke nazorg nodig is. Een bipolaire stoornis is niet te genezen, maar is wel zó te behandelen dat iemand een stabiel leven kan leiden.
De overmatige opgewektheid is een manie; de somberheid een depressie. Een bipolaire stoornis gaat helaas niet vanzelf over en kan zonder behandeling verergeren. Zoek daarom hulp. Een vroegtijdige diagnose en de juiste behandeling kan veel leed voorkomen.
Beide stoornissen worden gekenmerkt door instabiliteit van stemming en impulsiviteit. Een groot verschil is dat een bipolaire stoornis een stemmingsstoornis is en borderline persoonlijkheidsstoornis een persoonlijkheidsstoornis is. In het ervaren van de stemmingswisselingen zijn er ook verschillen.
Denk aan een gebrek aan zelfvertrouwen, een lage zelfwaarde, perfectionisme of het onvermogen om problemen op te lossen. Deze psychische factoren kunnen depressieve gevoelens of andere symptomen opwekken die passen bij een bipolaire stoornis.
Jouw vader of moeder heeft last van een manische depressie. Dat wordt ook wel een bipolaire stoornis genoemd. De stemming van de meeste mensen lijkt net op de gol- ven van een rustige zee die op en neer gaan. Maar bij iemand die manisch depressief is, zijn de verschillen in het gevoel veel groter.
Antwoord. Een manie kan door allerlei factoren worden uitgelokt, maar het meest bekend is een gebrek aan slaap. Dat is vaak ook een eerste teken van manie: niet meer kunnen slapen omdat je hoofd niet stil wordt. Veel actiever worden dan bij je past is ook zo'n signaal, en niet stoppen met praten.