Ook het proefje met de wiebelende wagon spreekt tot de verbeelding. Waarom wiebelt een rijdende trein? Dat komt omdat de treinwielen niet helemaal rond zijn. Voordat je het Techlab binnenloopt, kun je op de loopbrug met een zogeheten 'augmented reality viewer' de werking van een stoomlocomotief virtueel ontdekken.
Een beetje wiebelen is niet erg, maar wel een reden om. het spoor goed in de gaten te houden! Met speciale. meettreinen houden we het spoor in de gaten.
Trillingen van een trein ontstaan simpelweg doordat de trein over de rails rijdt. De wrijving van de wielen veroorzaakt een trilling die door de grond wordt doorgegeven.Daarnaast kan het schudden van de wagons zorgen voor (laagfre quente) trillingen in de bodem.
Een spoor is gemaakt van twee stalen spoorstaven op een vaste afstand van elkaar, de rails. De trein rijdt met zijn wielen precies over die rails heen. Een opstaand randje aan het wiel, de flens, zorgt ervoor dat de wielen er niet af kunnen glijden. De flens raakt de rails zelf niet, alleen in sommige bochten.
Spoorlopen is verboden. Dat staat in artikel 22 in de Spoorwegwet.
Bij een aanrijding met een persoon wordt eerst onderzoek uitgevoerd door de politie. We kunnen dus niet precies zeggen hoe lang het oponthoud zal duren. Gemiddeld rekenen we echter met 30 tot 90 minuten.
Verschillende factoren kunnen ervoor zorgen dat een trein vertraging heeft: Infrastructuurwerken, gepland door Infrabel, verplichten treinen om te vertragen rond de werken (veiligheid van werknemers, trillingen ...). Technische storingen van treinen, schade aan de bovenleiding, storingen aan de signalisatie ...
De stenen vormen het ballastbed waarin de betonnen of houten dwarsliggers (spoorbielzen) liggen. Daarop liggen de spoorstaven waar de trein overheen rijdt. De stenen zorgen ervoor dat spoor in een rechte lijn blijft liggen, dempen trillingen en voeren overtollig regenwater af.
Hoe weet een machinist waar hij moet stoppen? Langs de sporen staan borden (vierkant, met een punt naar beneden, blauw met witte rand) waar getallen als 2, 4, 6 op staan of zelfs helemaal niks. Die geven in principe aan tot hoe ver de machinist zijn trein moet laten stoppen, afhankelijk van de lengte.
Het wordt vanwege het vele in- en uitstappen als 'niet praktisch' beschouwd om passagiers te verplichten gordels te dragen. Ook zouden gordels staanplaatsen onmogelijk maken en zo ten nadele zijn van de vervoerscapaciteit van het openbaar vervoer [20]. De gordelplicht geldt wel in andere bussen en touringcars.
Als de slagbomen langdurig dicht blijven door een storing, krijgt de betreffende verkeersleidingspost een automatische melding. Onze verkeersleiders geven dan machinisten de opdracht om langzaam te rijden en te toeteren als extra waarschuwing.
Bij gladde sporen moeten treinen langzamer rijden, zodat ze niet doorglijden bij een overweg of station.
Treinbotsing. Twee of meerdere treinen komen in botsing met elkaar. Dit type botsing is vrij zeldzaam omdat treinen door toepassing van het blokstelsel (met uitzondering van rangeerterreinen) nooit op hetzelfde stuk spoor horen te komen.
De baanvaksnelheden voor reizigerstreinen zijn weer anders. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bepaalt de wettelijk toegestane baanvaksnelheden. Rijdt een trein harder dan de toegestane baanvaksnelheid, dan remt de trein automatisch.
Een trein kan op twee manieren remmen: op de motor of mechanisch. Mechanisch remmen werkt hetzelfde als een remblokje op een fiets.
Die kan vaak gewoon niet harder dan 140 km/u. De Intercity waarmee jij naar je werk gaat, of de Sprinter tussen Zwolle en Kampen, gaan niet veel harder dan 140 km/u of soms zelfs 100 km/u. "Een paar treinen kunnen 160 km/u", vertelt Vincent Wever van OV Magazine.
Een blokkenrem is een soort remsysteem dat bij treinen gebruikt wordt. Bij een blokkenrem worden een of meer gietijzeren blokken tegen het loopvlak van het wiel gedrukt. De wrijving levert remkracht op, waardoor de trein vertraagt.
De spoorwegen werden ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk waar men links reed. Voor het ontwikkelen van de spoorwegen in genoemde landen op het Europese vasteland, werden Britse ingenieurs aangetrokken omdat zij de kennis in huis hadden. Zij lieten de treinen op de sporen die ze aanlegden, uit gewoonte, links rijden.
Reizen per trein is veilig.Veel veiliger dan met de auto. Als bij een treinbotsing gewonden vallen, dan komt dat groot op de voorpagina's, terwijl dodelijke auto-ongelukken terecht komen tussen de gemengde berichten.
In het noorden van het land worden de treinen van vervoerder Arriva minder belast: namelijk 524 kilometer gemiddeld. Voor de sprinters en stoptreinen van de NS geldt eenzelfde verhaal als voor de intercity's. De spitstreinen komen niet verder dan honderd kilometer, terwijl andere sprinters tot 1.100 kilometer rijden.
'Als ik op een vol plein ga staan en abrupt naar boven kijk, zul je zien dat er 20 tot 30 mensen hetzelfde doen. Die mensen worden geactiveerd om hetzelfde te doen. Dat bepalen de spiegelneuronen in ons brein. Als er één iemand achter de trein aan gaat lopen, gaan anderen dat dus ook doen.
"Meestal is het de conducteur die gaat kijken of het slachtoffer misschien nog leeft. De machinist blijft op de bok.Er is een koffer met afdekzeil en blauwe handschoentjes in de trein.Daarmee worden resten en lichaamsdelen afgedekt.
Want dat is het tweede punt: de trein. Die kan vaak gewoon niet harder dan 140 km/u. De Intercity waarmee jij naar je werk gaat, of de Sprinter tussen Zwolle en Kampen, gaan niet veel harder dan 140 km/u of soms zelfs 100 km/u. "Een paar treinen kunnen 160 km/u", vertelt Vincent Wever van OV Magazine.
Van de oplossingen bij een gestrande trein staat evacueren naar een andere trein op twee. Het derde meest voorkomende middel is dat reizigers onder begeleiding van incidentenbestrijders naar een veilige plek worden gebracht, bijvoorbeeld een perron.