De meesten gebruikten vroeger dus ook het woord toilet. Simpelweg omdat het mooier klonk en het komt een stuk chiquer over. Aan de andere kant, en dat blijkt misschien wat tegenstrijdig, maar de adellijke kringen vonden het woord toilet vooral heel burgerlijk, en daarom zeiden ze dus liever WC.
De een zegt 'toilet', de ander 'wc'. Maar welk woord voor 'het kleinste kamertje' is goed Nederlands? Volgens het Standaardnederlands zijn toilet en wc beide correct en is het ene woord niet beter dan het andere.
WC: "WC" staat voor "water closet" en komt van het Engelse "water closet". Loo: afkorting van toilet.
Het woord toilet is afkomstig van het Franse toilette: “doekje”. Het gedeeltelijke synoniem wc is de afkorting van het Engelse water closet, wat letterlijk "waterkast" betekent.
Afkomstig van het Franse woord toilette, een verkleinvorm van toile (doek).
Als we kijken naar het standaard Nederlands dan zijn zowel toilet als WC beide correct Nederlands. Het ene woord is niet per definitie beter dan het andere. Er is wel in beide benamingen sprake van een verschil, maar dan gaat het meer om het sociale vlak. De woorden hebben op sociaal gebied een andere lading.
De (beste) vertaling van “badkamer” in het Nederlands is “badkamer”. Sommige (vooral oude) Nederlanders gebruiken misschien ook het woord “toilet” als vertaling, maar dit is ook de vertaling voor “toilet” . In het Nederlands spreek je het echter anders uit, namelijk zoals je “toilette” in het Frans uitspreekt.
Het Middelfranse woord 'toile' ('doek') had een verkleinwoord: 'toilette', of 'klein stukje stof'. Dit woord werd in het Engels 'toilet' en verwees naar een doek die over de schouders werd gelegd tijdens het scheren of het verzorgen van het haar.
Van beerput naar kakstoel
In de middeleeuwen (rond het jaar 500) ging het weer heel anders: de openbare toiletten waren in deze periode namelijk niet meer aan de orde. Men deed zijn behoefte weer gewoon op straat en de rijken loosden hun behoeften in een beerput.
Ondanks de populariteit in Groot-Brittannië als een iets minder grove manier om het toilet te noemen, is het woord "loo" eigenlijk afgeleid van de Franse uitdrukking 'guardez l'eau', wat 'pas op voor het water' betekent .
Lavatory . Lavatory heeft Latijnse oorsprong, afgeleid van het woord "lavare". Tijdens de Middeleeuwen evolueerde dit naar "lavatorium" en uiteindelijk naar lavatory, wat nog steeds wordt gebruikt, hoewel niet algemeen en alleen in de meest formele settings.
Het Nederlands heeft wc aan het einde van de negentiende eeuw direct als afkorting uit het Engels overgenomen. The W.C. is in dat geval in het Nederlands direct 'overgezet' in de wc, zonder dat men erbij stilstond dat deze afkorting staat voor het het-woord watercloset.
latrine lavatory outhouse toilet . Sterke matches. kan commode hoofd john potje privy troon WC wasruimte.
' Washroom ' is een ander formeel woord dat de meeste Engelstaligen zullen begrijpen. Het wordt vooral in de VS gebruikt. 'Restroom' is een veilige term om te gebruiken in de Verenigde Staten en zal niemand beledigen. Wanneer u op snelwegen rijdt, kunnen er borden verschijnen met 'rest stops'.
Toilet. Dit stond op de originele lijst uit de jaren 50 en eerlijk gezegd kauw ik liever op glas dan dat ik het woord toilet in een beleefd gesprek gebruik. Het is een hard woord dat is afgeleid van het Franse toilette, wat je uiterlijk betekent, vandaar toilettas . Lavatory of loo is veel acceptabeler.
In de middeleeuwen kwamen de uitwerpselen vaak in de gracht of op straat terecht. Vooral in de drukbevolkte steden bracht dat in de zomer een geweldige stank met zich mee en natuurlijk ook de nodige ziekten. Daarom besloten gemeenten dat de poep voortaan moest worden opgehaald.
Middeleeuwse toiletten werden, net als tegenwoordig, vaak eufemistisch genoemd, het meest voorkomend was ' privy chamber ', gewoon 'privy' of 'garderobe'. Andere namen waren onder andere 'draught', 'gong', 'siege-house', 'neccessarium' en zelfs 'Golden Tower'.
De betekenis 'deksel van het gemak, wc-bril' is afgeleid van de bril die je op je neus zet en dus niet andersom. Het woord is, zo merkt het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands op, “vermoedelijk ontstaan uit een betekenis 'rond voorwerp met een gat erin'”.
toilet (zn) : wc, kabinet, gemak, privaat, plee, secreet, poepdoos, closet, wasgelegenheid, het kleinste kamertje, bestekamer, retirade, koer.
"Crapper" als term voor toilet kan echter verband houden met de sanitair ingenieur. " Toen Amerikaanse soldaten in 1917 in Engeland gelegerd waren, zagen ze waarschijnlijk reservoirs met het stempel 'T Crapper' in sommige openbare toiletten en hebben ze het woord 'crapper' misschien wel mee naar huis genomen ," schrijft Evans.
Het woord toilet is van Franse oorsprong en is afgeleid van het woord 'toilette', wat ' kleedkamer ' betekent, in plaats van de betekenis van vandaag. Toilette zelf heeft zijn wortels in een ander woord; 'toile', wat 'doek' betekent.
Terwijl de 'gewone man' juist toilet gebruiken om zich chique voor te doen, is dit voor mensen van adel maar heel burgerlijk. In het Standaardnederlands zijn toilet en wc beide correct.Het maakt dus weinig verschil welk woord je gebruikt.Het berust namelijk niet op taalkundige, maar sociale normen.
In de meeste Europese landen is het toilet ( watercloset ) geen wasruimte of badkamer. De term "watercloset" was een vroege term voor een kamer met een toilet. Oorspronkelijk werd de term "wash-down closet" gebruikt. Het "watercloset" werd rond 1870 in Engeland uitgevonden.