Het is belangrijk om het wennen aan hapjes langzaam te laten verlopen, zo kan het spijsverteringsstelsel van de baby rustig wennen aan iets anders dan moedermelk, in combinatie met moedermelk. Zo kan je het ontwikkelen van allergieën of overgevoeligheidsreacties voorkomen.
De eerste 4 maanden zijn de darmen van je kleine eter nog niet klaar voor vast voedsel. Borstvoeding is dan de enige voeding die je baby hoort te krijgen. Als je eerder dan met 4 maanden begint met vast voedsel, kan je baby last krijgen.
Je kan beter niet voor 4 maanden beginnen met vast voedsel. Het spijsverteringskanaal van je kindje is hier dan nog niet klaar voor. Het moet zich nog wat verder ontwikkelen. Later dan 6 maanden beginnen met oefenhapjes is ook minder verstandig.
Je start met het geven van oefenhapjes als je baby tussen de 4 en 6 maanden is. Begin niet eerder en niet later. Je kunt met 4 maanden al starten, maar als je nog enkele weken wilt wachten, is dat ook goed.
Vanaf 6 maanden bouw je verder op wat je kindje de afgelopen maanden geleerd heeft met het eten van oefenhapjes. Met oefenhapjes heeft je kind kunnen wennen aan verschillende smaken en het happen van een lepel. Vanaf 6 maanden heeft je kindje vaste voeding ook echt nodig naast de borst- of flesvoeding.
Het is belangrijk om het wennen aan hapjes langzaam te laten verlopen, zo kan het spijsverteringsstelsel van de baby rustig wennen aan iets anders dan moedermelk, in combinatie met moedermelk. Zo kan je het ontwikkelen van allergieën of overgevoeligheidsreacties voorkomen.
Signalen van je baby vaste voeding:
Je kindje sabbelt op zijn handje of stopt dingen in zijn mond. Je kindje maakt smakgeluidjes of hapbewegingen. Je kindje heeft veel interesse in jouw eten en volgt met zijn ogen de lepel van je bord naar je mond. Je baby wil meer borst- of flesvoeding dan normaal.
Een goed uitgangspunt is om te starten met 1 á 2 keer per dag 3 tot 4 kleine lepeltjes. Prak het hapje fijn met een vork en geef het direct na een borst- of flesvoeding of tussen twee voedingen door. Je kind is dan ontspannen en heeft geen enorme honger meer. Dat is een goed moment om iets nieuws te proeven.
Oefenhapjes zijn een extraatje naast borst- of flesvoeding en zijn echt bedoeld om te oefenen. Geef daarom maar één of twee keer per dag zo'n 3 à 4 lepeltjes.
Maak je een grotere hoeveelheid oefenhapjes in één keer klaar? Bewaar een hapje voor de dag erna afgedekt in de koelkast en vries de rest in een ijsblokjeszakje, diepvrieszakje of –doosjes in. Bewaar ze maximaal 3 maanden in de vriezer.
Voor een baby van 4-6 maanden moeten de hapjes echt helemaal glad gepureerd zijn, zo went je baby rustig aan structuur. Het geheim om een appelhapje helemaal glad te krijgen, is het voorkoken van appel. Door het voorkoken behoudt je hapje ook een aantrekkelijke kleur.
Hoe vaak geef ik mijn baby hetzelfde hapje? Je begint met losse en zachte smaken en die geef je een aantal, bijvoorbeeld 3 dagen, achter elkaar. Bijvoorbeeld 3 dagen pompoen, 3 dagen bloemkool, 3 dagen worteltjes en daarna op die manier fruithapjes. Zo leert je baby de smaken beter herkennen en waarderen.
Over het algemeen houden baby's van nature van zoete smaken, waardoor fruit er vaak makkelijk ingaat. Een fruithapje van bijvoorbeeld drie eetlepels geprakte banaan, kiwi, perzik of gekookte appel per dag is al voldoende als je baby 8 maanden is.
17 – 18 uur: Warme maaltijd. Een fijn gepureerd groentehapje, bijvoorbeeld doperwtjes, worteltjes, bloemkool of een Olvarit 4+ groentepotje.
Eigenlijk is al het fruit geschikt voor baby's. Wel houden ze vaak van zachte, zoete smaken zoals banaan, peer, appel, meloen, avocado en mango. Later kun je ook wat zuurder fruit proberen zoals kiwi's, pruimen, nectarines, aardbeien, bosbessen, mandarijn, sinaasappel en ontpitte en ontvelde druiven.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Indien je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes geprakte groente of fruit.
“Hoeveel groentepap voor een baby van 4 maanden moet ik maken?” Beperk de eerste hapjes tot een kleine portie (een theelepel), één keer per dag. “Wat eerst? Fruit- of groentepap?” Kies waar jij je het beste bij voelt. Geef je kindje ook genoeg tijd om te wennen aan al die nieuwe smaken en texturen.
Eerste hapjes: het menu
Geef hem bijvoorbeeld goed geprakte hapjes van groente of fruit. Het is verstandig om te beginnen met zachte smaken, zoals banaan, perzik, wortels of bloemkool. Dan is het verschil met de zoete melkvoeding niet zo groot. Als dit goed gaat, kan je hem ook andere smaken laten proberen.
Hoeveel fruit mag een baby van bijv.
Je baby mag tussen de vier en zes maanden beginnen met (oefen)fruithapjes. Hoeveel fruit je baby mag ligt aan de ontwikkeling. Begin met zo'n 50 gram per dag en kijk hoe veel je baby op kan. Stop ook als je baby aangeeft niet meer te willen eten, bouw het rustig op.
Tussen de vier en zes maanden kun je je kind met oefenhapjes laten wennen aan vast voedsel, maar hij hoeft nog niet echt te eten. Tot hij een halfjaar oud is, heeft hij nog genoeg aan borst- of flesvoeding. Geen haast dus: begin met vaste voeding als je het idee hebt dat je kind hier klaar voor is.
Bij borstvoeding geef je de hap in combinatie met een borstvoeding, bij kunstvoeding geef je het halverwege twee voedingen, zodat er minimaal een uur tussen hap en melk zit. Na een weekje of wat, dat verschilt van kind tot kind, als kind lekker dooreet van de hap dan kan het een melkvoeding gaan vervangen.
Hoe warm je babyhapjes op? Het opwarmen van babyvoeding kun je op verschillende manieren doen. Het kan au bain-marie, dan zet je het bakje in een pannetje met heet water.Je kan ook een flessenwarmer gebruiken om een babyhapje op te warmen.
Een dag op het bord van een 5 maanden oude baby
U kunt zijn maaltijd aanvullen met een paar lepels groentemix. Afhankelijk van de eetlust van uw baby kunt u de hoeveelheid groenten aanpassen tot een maximum van 120 g per dag.
De Kleintjesmethode
De Kleintjes methode bevat dezelfde basisprincipes als de Rapley-methode, alleen gaat Stefan Kleintjes verder in op het sociale aspect van eten vanuit het respect voor een kind. Hierbij omschrijft hij hoe de ouders de controle van voeding bij het kind te laten en wat de rol van ouders hierin is.
Tip: geef je kindje vooral lekker de vezels uit groente (bijvoorbeeld broccoli, wortel) en fruit (zoals pruim, appel met schil, groene kiwi). Je vindt vezels ook in volkoren granen en peulvruchten, maar de hoeveelheden hierin kunnen voor de allerkleinsten juist weer nog wat te heftig zijn om te verteren.