Door het versterken van de basisinstructie kun je veel uitval voorkomen. De leerlingen die het lesdoel tijdens de kleine lesafsluiting onvoldoende beheersen, krijgen een verlengde instructie. Het staat niet bij voorbaat vast welke leerlingen deelnemen aan de verlengde instructie.
Verlengde instructie is een strategie die tijdens de les zelf wordt uitgevoerd en die een aanvullende instructie biedt voor de leerlingen die daar nood aan hebben. Bij verlengde instructie neem je de leerlingen apart om instructie op maat te bieden in een 'miniklas'.
Kinderen willen niet onnodig wachten op uitleg, daarom is het belangrijk om de instructie zo te geven, dat er geen leertijd verloren gaat. Het geven van een effectieve instructie zorgt ervoor dat snelle leerlingen vlot aan de slag kunnen, terwijl kinderen die meer uitleg nodig hebben een verlengde instructie krijgen.
Door deze verschillen sluit het onderwijsaanbod meer of minder goed aan. Het kan bijvoorbeeld gaan over verschillen in voorkennis, hoe goed iemand kan leren, uit welke cultuur iemand komt en hoe gemotiveerd iemand is. Ga je bewust met de verschillen om, dan ben je bezig met differentiëren.
Instructievaardigheden: instrueren of instructie geven is een vaardigheid die je als leidinggevende soms moet beheersen in jouw functie. Maar wat is instrueren precies? Instructie geven is vertellen wat iemand moet doen en hoe iemand iets moet doen.
Een instructieve tekst is een tekst die de lezer opdraagt bepaalde acties te ondernemen om tot een gewenst resultaat te komen. Dat klinkt misschien abstract. Maar het gaat vooral om het woord 'acties'. Instructies dragen de lezer op iets te doen.
Als jij met je leerlingen veel gaat herhalen, kunnen jouw leerlingen continu de stof ophalen én gebruiken. Dat is een groot voordeel, want hoe meer parate kennis leerlingen hebben, hoe meer verbanden ze kunnen leggen en hoe sneller ze kunnen denken.
Voorkennis is de bouwsteen tot leren!
Het geeft namelijk betekenis aan nieuwe informatie/lesstof. Als we leerlingen willen leren, moeten we aansluiten bij ons geheugen. Hoe meer voorkennis er wordt geactiveerd, hoe sneller de leerlingen de lesstof begrijpen, onthouden en kunnen toepassen.
Bij een EDI-les contoleer je tijdens het lesgeven voortdurend of de leerlingen de leerstof begrijpen. Het controleren van begrip (cvb) zorgt ervoor dat je als leerkracht je leerlingen helpt om het doel van de les te behalen. Ook leer je zo je leerlingen en hun mogelijkheden goed kennen.
Strategie-instructie gaat dus om instructie ten aanzien van een strategie. Dit is effectief omdat wanneer leerlingen een nieuwe schrijfstrategie goed leren, ze die zelfstandig kunnen toepassen in nieuwe schrijftaken.
Adaptief onderwijs gaat uit van de verschillen tussen kinderen en stemt het onderwijs af op de behoefte van de leerlingen. De visie erachter is dat kinderen beter leren als de leerstof op de interesses van de leerlingen is afgestemd. Adaptief onderwijs wil afwisseling in de lessen en meer aandacht voor samenwerken.
Een goede leerkracht is betrokken op zijn leerlingen. Betrokkenheid houdt hierbij in dat je elke leerling persoonlijke, positieve aandacht geeft. Betrokkenheid van de leerkracht heeft invloed op het welbevinden van kinderen en zorgt ervoor dat het zelfvertrouwen van de leerlingen toeneemt.
Directe instructie (DI) is een model waarbij de leraar start met het geven van klassikale instructie, op een interactieve manier. De vervolgactiviteiten stemt de leraar af op de behoeften van de leerlingen.
Differentiëren en de afgeleide berekenen zijn twee begrippen voor hetzelfde principe. Als je een formule differentieert, dan bereken je de afgeleide. Dat is heel belangrijk, want je hebt het nodig om te bepalen of de grafiek in een bepaald punt stijgt, daalt of vlak is en hoe steil de helling van de grafiek is.
Differentiëren is één van de moeilijkste vaardigheden die je als docent moet beheersen. Ook voor ervaren leerkrachten is het vaak moeilijk om de leerstof zó aan te bieden dat alle leerlingen optimaal leren. Het vraagt een gedegen voorbereiding van de les en eigen beheersing van de leerstof.
De kracht zit in de herhaling van een boodschap. Herhaling zorgt ervoor dat je informatie langer kan onthouden. Mensen hebben namelijk de neiging om een voorkeur te ontwikkelen voor mensen of dingen die herkenbaar voor hen zijn.
Door te herhalen wordt de leer- stof in het langetermijngeheugen opgeslagen, zodat het niet meer vergeten wordt en over een maand, jaar of decennium nog steeds kan wor- den opgehaald en gebruikt. Als je niet hebt ont- houden, dan heb je niet geleerd.
Herhaling is goed voor de ontwikkeling
Want hoe vaker iets aan kinderen wordt getoond, hoe beter ze het begrijpen en hoe sneller ze het zullen herkennen. De Teletubbies is hier een mooi voorbeeld van. Alles wat ze doen, doen ze minstens twee keer.
Onder instructievaardigheden hoort zowel het geven van instructie als het begeleiden van het oefenen en het geven van feedback. In het proces van het technisch leren lezen zijn deze nauw met elkaar verbonden.
De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren. Een tekst heeft minimaal één tekstdoel. Maar een tekst kan ook alle zeven doelen in zich hebben. Hoe beter je vooraf nadenkt over je tekstdoelen, hoe beter je tekst wordt.