Een chirurgische wond kun je na de operatie gewoon verzorgen met een beetje vaseline. Dat is vet, trekt nauwelijks in de huid en daardoor blijft je huid lang soepel.
Bij een volledige verdoving smeren we zalf op je ogen om ze te beschermen. Daardoor zie je na je operatie soms niet goed. Dit gaat vanzelf weg.
We plakken je oogleden toe met kleefpleister. Hierdoor vermindert de kans dat cornealetsels optreden. Wanneer je een dunne huid hebt kan het losmaken van die kleefpleister je ooglid beschadigen. Soms gebruiken we zalf of druppels om je ogen vochtig te houden.
Het tijdens een operatie bij bewustzijn komen en je dit later herinneren, wordt awareness genoemd. Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen. Je krijgt niets mee van wat er in de operatiekamer gebeurt. Toch is een narcose – of algehele anesthesie, zoals de artsen het noemen – tegenwoordig ontzettend veilig.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Bij operaties van 2 uur of langer krijgt u altijd een katheter, omdat iemand onder narcose of een ruggenprik niet kan plassen. Een katheter voorkomt dan dat de blaas te vol wordt. We plaatsen de katheter pas nadat u onder narcose bent of een ruggenprik hebt gekregen.
Het beademingsmasker wordt over neus en mond geplaatst. Nadat de patiënt aan de bewakingsmonitoring is aangesloten wordt gestart met een gasmengsel met buitenlucht en 80% zuurstof, of er wordt 100% zuurstof gegeven.
Waarom is het zo koud op de OK? Bacteriën houden niet van lage temperaturen. Daarom is de temperatuur op de OK ongeveer 17 graden. Dat kan best koud zijn als u stil op de operatiekamer ligt.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen. U kunt deze dan moeilijk uitstellen.
Gasbel. De gasbel in uw oog spiegelt het meeste licht terug het oog uit. Hierdoor ziet u die week weinig. De dagen daarna kunt u de kleiner wordende gasbel gaan zien als een bal of schijf onderin uw beeld, die bibbert en spiegelt alsof er een vijver in uw oog zit.
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
Narcose kan een zware aanslag op de hersenen zijn. Jonge kinderen kunnen er hersenschade door oplopen, en menige bejaarde die met een gebroken heup in het ziekenhuis belandt, is bij het ontwaken uit de narcose langdurig, soms voorgoed, de weg kwijt.
U voelt geen pijn bij de oogoperatie. U bent wel wakker. U krijgt druppels in uw oog en/of een prik. U hoort van de arts welke verdoving u krijgt.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Tijdens een narcose vallen de hoest- en slikreflex weg, waardoor het gevaar bestaat dat maaginhoud in de longen komt, wat ernstige complicaties kan veroorzaken. Het is niet wenselijk dat u tijdens en na de operatie moet braken.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
De eerste weken zult u waarschijnlijk minder vaak ontlasting hebben. Dit komt door een verandering in uw leef- en eetpatroon. Verminderde eetlust, veel rusten en weinig beweging vertragen de stoelgang. Indien u langer dan vier dagen geen ontlasting hebt gehad, neem dan contact op met uw huisarts.
Tijdens de operatie wordt je dus beademd door een toestel en dat gaat via een pijpje in de luchtpijp. Een riskante procedure, waar lang op getraind wordt, voordat je dit zelfstandig mag uitvoeren.
Wij vragen u • geen nagellak en/of make-up te gebruiken omdat anders de controle- apparatuur niet werkt. De anesthesist ziet namelijk aan de natuurlijke kleur van uw huid en nagels hoe uw lichame- lijke conditie is.
Omdat de huidige narcosemiddelen kortwerkend zijn, word je snel na de operatie weer wakker. De eerste uren na de operatie kan je je nog wat moe en slaperig voelen, maar je weet dan al wel weer waar je bent en wat er gebeurd is. Het kan zijn dat je na de operatie een beetje misselijk bent.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.