Door de groei van een tumor of bijvoorbeeld door een grote operatie kan uw stofwisseling verstoord raken. De voedingsstoffen die u binnenkrijgt, ook bij gewoon gezond eten, zorgen dan niet meer voor voldoende brandstof. Daardoor gaat het lichaam op zoek naar een andere bron. En dat zijn de spieren.
Gewichtsverlies veroorzaakt door kanker bestaat uit verlies van gelijke delen vetmassa en spiermassa. 1 kg gewichtsverlies betekent bij mensen met kanker al een verlies van 0,5 kg spieren. Mensen met overgewicht hebben namelijk wel meer vetweefsel maar niet meer spierweefsel dan slanke mensen.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.
Oorzaken van vermoeidheid door kanker
de ziekte zelf. de behandeling die je krijgt. klachten die niet onder controle zijn, zoals pijn of kortademigheid. lichamelijke gevolgen van de ziekte of de behandeling, zoals bloedarmoede, uitdroging, afvallen, zuurstoftekort, infecties en/of koorts.
Een patiënt met alvleesklierkanker eet dus niet alleen minder, maar kan zijn voeding ook minder goed verteren. Dit resulteert vaak in gewichtsverlies en het verlies van spiermassa. Als de voedingstoestand verslechtert, wordt het lichaam zwakker. Spierweefsel verdwijnt en de immuniteit gaat achteruit.
In de derde fase, de stap voor de laatste fase, verspreiden kankercellen zich naar een veel groter gebied. Het is begonnen zich te verspreiden naar de nabijgelegen vaten en zenuwen, maar er is nog steeds niet zoiets als een verspreiding naar andere organen. De kanker is nu ver gevorderd.
Door kanker verandert de stofwisseling. Dit kan de oorzaak zijn van een slechte eetlust en een vol gevoel na het eten. Vaak verdwijnt de lekkere trek. Wanneer uw eetlust slecht is en minder eet kunt u afvallen.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Je kunt moe zijn door chemotherapie of bestraling
Behandelingen als chemotherapie en bestraling maken kankercellen kapot. Maar soms beschadigen ze ook gezonde cellen. Beschadigde cellen moeten weer herstellen en dode kankercellen moeten opgeruimd worden. En dat kost het lichaam energie.
Angst, onzekerheid, boosheid, somberheid, eenzaamheid en verdriet. Het zijn voorbeelden van nare gevoelens die je kunt hebben als je kanker hebt (gehad). Je kunt hulp krijgen om met die gevoelens om te gaan.
Omdat het bloed zich meer en meer terugtrekt naar de borst- en buikholte, kunnen handen, armen, voeten, benen en neus koud aanvoelen. Op de benen kunnen paarsblauwe vlekken ontstaan. De gelaatskleur wordt grauw en bij de laatste ademtocht trekt de kleur helemaal uit het gezicht weg ('doods - bleek').
Meestal sterven mensen rustig. In gemiddeld twee tot drie dagen nemen hun krachten af, worden ze suffer en slapen ze meer, tot de slaap overgaat in de dood. Maar helaas gaat het niet altijd zo. Patiënten met kanker bijvoorbeeld hebben vaak pijn.
Onbedoeld gewichtsverlies kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld minder eetlust en moeite met slikken.Maar ook veranderingen in je stofwisseling door kanker. Door veranderingen in je stofwisseling, kan je lichaam voedingsstoffen minder goed opnemen en gebruiken.
Bij die leeftijdscategorie zouden vooral borstkanker, colorectale kanker, schildklierkanker en nierkanker gediagnosticeerd worden, al zal de colorectale kanker de meeste dodelijke kanker zijn, gevolgd door borstkanker, longkanker en hersenkanker.
Mensen met kanker kunnen in korte tijd veel afvallen: tot wel tien kilo in een paar weken. Deze sterke vermagering wordt cachexie genoemd. Simpelweg meer eten helpt niet om weer op gewicht te komen, en is geen andere behandeling om het gewichtsverlies tegen te gaan.
Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen.Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn. Ook emotioneel is de tijd dat je behandeld wordt tegen kanker zwaar.
Chronische kankerpijn wordt ook aanhoudende pijn genoemd en is altijd aanwezig. Naast aanhoudende pijn kunt u ook last hebben van doorbraakpijn bij kanker. Doorbraakpijn is pijn die vaak plotseling opkomt en snel weer verdwijnt of minder wordt. Het is pijn die boven op pijn komt die u al langer heeft (chronische pijn).
Zo kan bijvoorbeeld chemotherapie uw eetlust wegnemen, waardoor u minder gaat eten. Ook is het mogelijk dat u bij het eten al snel een vol gevoel krijgt. Minder trek in de maaltijd kan tevens ontstaan doordat uw voedselinname door de tumor wordt belemmerd. Dit komt voor bij kanker in de mond, slokdarm, maag of darmen.
Een stervende heeft meestal weinig of geen behoefte meer aan eten en drinken. Hij of zij kan snel vermageren. De wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen. Dit is natuurlijk en hoort bij het sterven.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Door de vaak jarenlange behandeling van uitgezaaide prostaatkanker daalt het testosteronniveau drastisch, waardoor spiermassa afneemt en vetweefsel toeneemt. “Dit heeft soms grote gevolgen voor iemands zelfvertrouwen en functioneren in het dagelijks leven, naast alle andere gevolgen van kanker.”
Als je ziek bent verandert de stofwisseling in je lichaam, waardoor niet alleen het vet, maar ook een deel van je spieren en organen verbruikt worden. Als je ziek bent en je dan een kilo gewicht verliest, verlies je een halve kilo vet en een halve kilo spiermassa en orgaanmassa.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.