Het glijdt soepel over je papier, je kan het gemakkelijk uitwrijven en smeren en je kan eenvoudig wissen en er overheen worden gewist en herhaaldelijk overschreven. Met houtskool kan je de mooiste stillevens, portretten en landschappen tekenen. Een goedkoop en veelzijdig materiaal.
Gebruik dezelfde techniek voor de hele schets. Zet eerst de schaduwen aan met houtskool en veeg die daarna uit. Uiteindelijk heeft de hele tekening een basislaag van houtskool. Zorg dat de donkere delen al redelijk donker zijn en laat de lichte delen wat lichter.
Grafiet bestaat dus uit hetzelfde chemische element als houtskool, maar door het verschil tussen de chemische verbindingen ziet het er tóch anders uit en werkt het anders. Grafiet is ook een vrij zacht materiaal en wordt op verschillende plekken op de wereld in de bodem gevonden.
Houtskool is kwetsbaar. Met één veeg kan een tekening niet meer zijn wat je voor ogen had. Ook een houtskooltekening is kwetsbaar en kan afgeven. Fixeren is dan de juiste manier om dit te voorkomen.
Zelfs inkt kun je weer “uitgummen” – met de juiste vlakgom
Bijzonder eenvoudig kun je grafiet van potloden uitgummen. Ook bij houtskool lukt dit behoorlijk goed. Maar met de juiste gum kun je zelfs inkt uitgummen.
bij potloodtekeningen haarlak overspuiten, dan gaat de houtskool er niet van af en zijn ze langer te bewaren. Met haarlak heb je echter wel grote kans dat het papier vergeelt, dus als je daar niet zo gecharmeerd van bent gewoon fixeerspray van de tekenzaak gebruiken.
Voor het maken van schetsen met zachte potloden (B-potloden) of houtskool kun je volstaan met 120 grams papier. Voor het werken met harde potloden (H-potloden), grafiet stiften en oostindische-inkt gebruik je 170 grams papier. De structuur van het papier bepaalt de gladheid.
Er zijn spuitbussen speciaal voor pastel, speciaal voor houtskool, maar ook spuitbussen die universeel zijn. Je hoort vaak dat je een houtskooltekening kunt fixeren met haarlak. Wanneer je je werk met haarlak inspuit, blijft je krijt of houtskool welliswaar netjes op je papier zitten.
Het fixeren van je tekening betekent dat je met een fixatiespray je tekening gaat insprayen. Pastel is een kwetsbaar materiaal. Als je per ongeluk met je hand langs de tekening gaat, dan veeg je de tekening uit. Ook blijft je pasteltekening afgeven.
Wanneer je de tekening hebt gemaakt kun je de fixatief gebruiken. Dit doe je door over je tekening heen te sprayen (zelf gebruik ik een fixatief spray). Hierdoor fixeren de deeltjes houtskool, potlood of ander medium in de achtergrond van je gesso.
Wat zijn er toch veel soorten/merken grafietpotloden te vinden. Ik heb de beste kwaliteit in deze categorie geplaatst. De bekende en altijd goede Faber Castell potloden, de extra zwarte Steadtler black potloden, de professionele Caran d'ache of een goedkoper maar goed potlood van Koh I Noor!
Everycolor staat bekend om de kleinere merken, die toch, of misschien wel juist daarom, kwalitatief bovenaan staan. Een daarvan is General's: deze houtskool- en grafietpotloden worden in Amerika gemaakt in een van de oudste potloodfabrieken. De kwaliteit is in al die jaren onveranderd goed gebleven.
Welk potlood om te schetsen? Voor technische tekeningen of losse schetsen raden wij u aan potloden met een harde tot gemiddelde hardheid (9H tot H) aan te schaffen, bijvoorbeeld een 6H potlood. Hiermee zet u strakke perspectieflijnen of creëert u gedetailleerde constructietekeningen, die niet zomaar vlekken of afgeven.
Gebruik je te grof papier, dan vallen de mooie details in je tekening weg. Het ideale tekenpapier voor kleurpotloden en schetsen heeft een fijne of gemiddelde textuur. Onze favoriet is het Canson Illustration papier. Het is lekker dik, ideaal voor gelaagde tekeningen met mooie kleurpotloden.
Vuur geeft je warmte, bescherming en licht. De verbranding van schoon hout zorgt echter ook voor houtskool en as welke goed te gebruiken zijn bij allerlei survivalsituaties. Zo kun je er zeep van maken, je tanden ermee poetsen en meer. In dit artikel behandelen we kort enkele van deze mogelijkheden.
Ik gebruik een doezelaar verder net als een potlood. Druk je er hard op dan wordt de laag die je doezelt donkerder en natuurlijk lichter als je niet hard drukt. Maar het mooiste is als je laag voor laag tekent. Dus eerst een potlood laag, dan doezelen en dan de volgende potlood laag eroverheen.
Soft pastels zijn extra zachte vierkante staafjes pastelkrijt die vooral worden gebruikt om mee te schetsen. Met de korte zijde en hoekpunten kan je mooie details aanbrengen, terwijl je met de lange zijde heel makkelijk grote vlakken vult.
Werk in pastelkrijt kan je ook met haarlak fixeren. Leg bij het fixeren altijd je werk plat op de grond, zodat het vocht neut kan gaan loipen met je kleuren. Laat het goed drogen voordat je het oppakt.
Pastelpotloden. Pastelpotloden zijn potloden met een kern van droog krijt. Deze kennen weer een hele andere werktechniek, maar worden ook veel gebruikt voor het maken van gedetailleerde en realistische portretten. Het wordt vaak in combinatie gebruikt met soft-pastels, maar wordt ook vaak opzichzelf gebruikt.
Ook voor houtskoolpotloden wordt deze manier vaak gebruikt. Je neemt een scherp mes en zet die schuin tegen het potlood aan. Met de ene hand hou je het mes vast en met de andere ondersteun je het potlood. Met snelle bewegingen en een beetje kracht schraap je zo het hout eraf.
Er zijn veel verschillende materialen om mee te tekenen en schilderen: soorten papier, potloden, kwasten, stiften en verf. Door ze uit te proberen maak je verrassende creaties en ontdek je waarmee je het liefst werkt. Tekenen en schilderen leer je door veel te proberen. Dit heb je nodig.
Eerst breng je met het krijt al tekenend de kleuren aan waar je zin in hebt. Vervolgens doop je een zacht doekje in wat olie en daarmee ga je zachtjes wrijven over je tekening. Je wrijft de kleuren in het papier en je kunt ze ook over elkaar uitwrijven, waardoor er mooie mengkleuren ontstaan.
Toch kun je een aantal punten aanwijzen waarmee je meer (foto) realistisch gaat tekenen: licht tekenen (het wit van het papier) en shading (vervagen: de manier waarop je schaduwen in elkaar laat overlopen.) Door het tekenen van lagen. Een handige manier die ik vaak gebruikte is de eerste laag met houtskool.
Standaard A4 papier is leverbaar van 60 gram tot ongeveer 300 gram. Voor de meeste printers is 250 gram wel het maximum, maar het meest verkochte kopieerpapier is 80 gram. Dit wordt door de meeste printers goed opgenomen en valt perfect in de standaard instellingen van je printer.