Je kunt niet meer lenen, ondanks dat de variabele rente lager is dan de langere rentevaste periodes. Dit komt omdat geldverstrekkers bij rentes korter dan 10 jaar rekenen met de fictieve toetsrente van 5 procent. Dit om te voorkomen dat klanten eventueel hogere maandlasten niet kunnen betalen.
De variabele hypotheekrente hangt samen met de marktrente en deze rente kan dus variëren. Wanneer deze marktrente daalt, dan daalt jouw hypotheekrente mee. Hier gebeurt hetzelfde als de marktrente stijgt. Heel simpel zou je denken, maar ook onzeker.
Kies je voor een variabele rente dan volgt de rente de actuele marktrente. Stijgt de hypotheekrente dan ga je meer betalen. Daalt de rente, dan betaal je minder. Je weet vooraf dus niet hoeveel rente je moet betalen.
Als je voor een variabele rentevoet kiest, bepaalt de wet bovendien dat de originele rente nooit meer mag stijgen dan ze kan dalen. Dat betekent dat de rentevoet maximaal kan verdubbelen.
Veel tarieven zijn zelfs meer dan verdubbeld, bijvoorbeeld de laagste rente 10 jaar vast. Deze was op 1 januari nog 0,88% en nu maar liefst 2,83%. Een uitzondering hierop is de variabele hypotheekrente. Het laagste tarief is in 6 maanden slechts 0,05% gestegen, van 1,22% naar 1,27%.
Terwijl de gemiddelde, langere rentevaste periodes hard doorstegen, is er nauwelijks beweging gekomen in de gemiddelde variabele rente. Daardoor is variabel niet alleen als vanouds goedkoper dan langere rentevaste periodes, het verschil tussen variabel en vast loopt ook steeds verder op.
Variabele rente heeft ook een paar nadelen: Als de rente stijgt heb je de maand erop direct hogere maandlasten. Je hebt minder zekerheid over je maandlasten in de toekomst. Je kunt minder lenen dan wanneer je de rente minimaal 10 jaar vastzet.
Een vaste rentevoet geeft je zekerheid en duidelijkheid: je weet precies hoeveel je elke maand zal moeten afbetalen en voor welke periode. Met een variabele rentevoet zijn er aanpassingen mogelijk op vooraf bepaalde momenten. Op die tijdstippen kan je rentevoet dalen, maar ook stijgen.
Iedereen kan profiteren van de lage rentevoeten. Zo heeft de gemiddelde woonkrediet op 20 jaar een rentevoet van 1,65 %. Wie naar een hypothecaire lening zoekt van minder dan 1 %, moet daarentegen een ijzersterk dossier hebben. Dat betekent dat het risico voor de bank beperkt moet zijn.
Vandaag schommelen de rentevoeten rond de 2,3 à 2,4 procent, afhankelijk van het percentage van het totale aankoopbedrag dat je wilt lenen (de "quotiteit" in het bankenjargon). Daarmee zijn leningen dus op een paar maanden tijd meer dan de helft duurder geworden.
Bij een variabele rente kan je rente per maand of kwartaal veranderen. Je profiteert dus snel van een renteverlaging, maar je moet ook rekening houden met hogere lasten door een rentestijging.
Naast het renteverschil zit er ook meer risico in een variabele hypotheekrente. De kans dat de variabele rente op enig moment gaat stijgen, kan natuurlijk altijd. Deze kan echter ook dalen. Daarnaast biedt de variabele hypotheekrente ook wat meer flexibiliteit ten opzichte van een vaste rente.
Je kunt je variabele rente op elk moment vastzetten. Met vaste rente heb je geen last van rentestijgingen. Maar je kunt niet profiteren van rentedalingen. Je betaalt de hele rentevaste periode hetzelfde maandbedrag.
Een aanknopingspunt hiervoor biedt de economische prognose voor de komende jaren die economen van De Nederlandsche Bank afgelopen week naar buiten brachten. De economen van DNB maken hierbij de schatting dat de 10-jaarsrente in 2022 stijgt naar een niveau van 0,2 procent en in 2023 verder oploopt naar 0,4 procent.
Hieruit blijkt dat voor ongeveer 25% van de nieuw afgesloten hypotheken een variabele rente geldt. Een relatief kleine minderheid kiest ervoor om de hypotheekrente langer dan tien jaar vast te zetten en het overgrote deel van de hypotheken wordt afgesloten op basis van een rentevaste periode tussen één en tien jaar.
De hoogste hypotheekrente ooit in Nederland was 13,4 procent. Het was in het jaar 1981.
Waarom een vaste rentevoet kiezen? Als u van zekerheid houdt, zal de vaste rentevoet het best bij u passen. U bent er zeker van iedere maand een vast bedrag te betalen tot het einde van uw lening.
De semi-variabele rentevoet, ook semi-vaste rentevoet genoemd, biedt je de mogelijkheid gedurende een bepaalde periode van een vaste rentevoet te profiteren en vervolgens op een variabele rentevoet over te stappen.
Met de huidige lage rentestanden is een variabele hypotheekrente nauwelijks lager dan bij een rentevaste periode. Je kunt daarom beter je rente vastzetten. Over het algemeen geldt: hoe langer de rentevaste periode, hoe hoger het rentepercentage. Kies je voor een korte rentevaste periode, dan betaal je dus minder rente.
Verwacht wordt dat de rente op leningen met een korte looptijd stijgt en de rente op leningen met een lange looptijd eerst daalt en dan ook stijgt. De inflatie in de eurozone is het afgelopen jaar fors gestegen van 2,2% in juli 2021 naar 8,9% in juli 2022.
Er zijn verschillende mogelijkheden voor het vastzetten van de hypotheekrente. Populaire periodes zijn 5, 10 en 20 jaar, maar je kunt de hypotheek ook voor 1 of 30 jaar vastzetten. En je kunt er ook voor kiezen om de hypotheekrente helemaal niet vast te zetten, maar variabel in te steken.