In de meeste gevallen overlijden mensen met een hersentumor als gevolg van de hersentumor zelf. Door verdere toename van de hersentumor loopt de druk in het hoofd op. De hoge druk kan in het begin hoofdpijn geven, maar niet iedereen heeft hier last van. Misselijkheid en/of braken komt relatief weinig voor.
Van de mensen met een laaggradig glioom is ruim 80% twee jaar na diagnose nog in leven, terwijl dit ongeveer de helft is onder patiënten met een hooggradige ziekte. Glioblastoom, het meest voorkomende type, heeft de slechtste prognose met een 2-jaarsoverleving van nog geen 20%.
Een kwaadaardige hersentumor groeit snel en dringt wel door in het omliggende hersenweefsel. De tumor kan uitzaaien naar andere delen van de hersenen of het ruggenmerg. Een kwaadaardige hersentumor zaait heel zelden uit naar andere delen van het lichaam.
De hoofdpijn bij een hersentumor is niet voor iedereen gelijk, maar de typische hoofdpijn bevindt zich achter de ogen, heeft een drukkend karakter en is niet kloppend, zoals bijvoorbeeld bij migraine het geval is. Bij tumoren in de kleine hersenen kan de hoofdpijn juist in het achterhoofd zitten.
Een snelgroeiende of grote tumor veroorzaakt drukverhoging in de hersenen. Een gevolg van drukverhoging kan hoofdpijn zijn. Dit krijg je vooral bij activiteiten die zelf ook de druk laten toenemen, zoals bukken, niezen of persen. Soms gaat de hoofdpijn samen met misselijkheid en overgeven, vaak vroeg in de ochtend.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.
De meeste hersentumoren zijn erg kwaadaardig en groeien snel. Daardoor is het meestal binnen een maand of drie wel duidelijk dat er wat anders aan de hand is en wordt iemand doorgestuurd naar de neuroloog. Voor de overlevingskansen is deze vertraging overigens niet van belang: gliomen zijn ongeneeslijk.
De oorzaak van echte of primaire hersentumoren is nog steeds onbekend. Er is wel gedacht dat een virus de oorzaak kan zijn of straling, chemische stoffen en ongelukken, maar niets is bewezen. Er is soms wel een erfelijke component, met meerdere patiënten met gezwellen in één familie.
Heel wat hersentumoren worden ontdekt naar aanleiding van aanhoudende, met de tijd erger wordende hoofdpijn die al dan niet gepaard gaat met misselijkheid, braken, slechter zien en bewustzijnsdalingen. Die symptomen komen hoofdzakelijk voor door een drukstijging in het hoofd.
Dit soort tumor is zeer hardnekkig maar de onderzoekers hebben een manier gevonden om de groei ervan te stoppen. "We hebben ontdekt dat als we IL-33 verhinderen de kern van de tumorcellen te bereiken, dat het hele proces lamlegt.
Symptomen bij uitzaaiingen in de hersenen
Wanneer de uitzaaiingen in de hersenen gaan groeien, drukken ze op het omliggende hersenweefsel. Daardoor kunnen de hersenen gaan zwellen, waardoor je hoofdpijn krijgt en misselijk wordt. Ook kunnen de hersenen minder goed gaan werken.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Als de tumor net onder de huid zit, kunt u deze voelen als een zwelling of knobbeltje. De tumor zelf doet geen pijn. Zit de tumor dieper, dan kan het lang duren voor u hem opmerkt.
Definitieve genezing is helaas niet mogelijk. Dat wil niet zeggen dat behandeling dan zinloos is. De behandeling is gericht op langdurig remmen of stoppen van de tumorgroei met een goede kwaliteit van leven.
Het glioblastoom is de meest agressieve variant (WHO graad IV) van de groep gliomen, tumoren die uitgaan van het steunweefsel van de hersenen. Het glioblastoom is de meest voorkomende primaire hersentumor.
Bij ongeveer 2% van de patiënten vindt volledige genezing van de hersentumor plaats. Bij de overige 98% komt de hersentumor ooit weer terug.
Doordat er een gezwel groeit, komt er meer druk op je hersenen te staan. Daardoor kun je hoofdpijn krijgen. Soms heb je daar last van als je bepaalde dingen doet, zoals niezen, bukken of persen. Je kunt de hoofdpijn op verschillende plekken in je hoofd voelen.
Gezwellen (tumoren) in de hersenen kunnen ontstaan in het hersenweefsel zelf (primaire hersentumoren) of vanuit de hersenvliezen. Hersentumoren kunnen goedaardig of kwaadaardig zijn. Ook uitzaaiingen van kanker naar de hersenen (hersenmetastasen) behoren tot de hersentumoren.
De pijn kan ontstaan als de tumor drukt op bijvoorbeeld uw darmen of lever. De pijn wordt meestal beschreven als scherp, zeurend of kloppend. Deze pijnsoort is vaak krampend, wisselend in ernst en moeilijk(er) aan te wijzen omdat deze soms op een andere plaats gevoeld wordt dan waar deze veroorzaakt wordt.
Een hersenkanker kan ontstaan zijn in de hersenen (een primaire hersenkanker) maar het is ook mogelijk dat het een uitzaaiing is van een andere tumor (bv een borstkanker). In dat geval gaat het niet om hersentumoren en is de behandeling van deze uitzaaiingen afhankelijk van de kanker waaruit ze voortkomen.
Openscheuren van de tumor
In de GIST kan een scheur ontstaan, waardoor de tumorcellen zich kunnen verspreiden in de buikholte. Een GIST is vaak een grote tumor met in het midden cellen die kapot zijn gegaan. Daardoor is de tumor minder stevig en kan de tumor openscheuren.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Bloedonderzoek. Je kunt ook onderzoek doen naar de hoeveelheid stoffen in je bloed; is er precies genoeg of is er juist te veel of te weinig. Bij een hersentumor klopt soms de hoeveelheid van bepaalde stoffen niet, bijvoorbeeld als de tumor in het gebied van de hypofyse zit kan de hoeveelheid hormonen veranderen.
Hersentumor (glioom)
Per jaar wordt in Nederland bij ongeveer 1.200 mensen een kwaadaardige primaire hersentumor ontdekt, waarvan de meeste zogenaamde gliomen zijn. Sinds eind 2015 is HMC één van de landelijke expertisecentra voor gliomen.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.