De vis springt uit het water om over deze lastigste hindernissen in de rivier te komen. Hij trekt hierbij zijn borstvinnen in om ervoor te zorgen dat hij zo gestroomlijnd mogelijk uit het water springt.
De zalm kan ook heel hoog springen om hindernissen te nemen. Wel tot anderhalf meter boven water. Dat is helaas niet genoeg om hoge dammen en brede dijken te passeren.
Vissen hebben het vermogen ontwikkeld om bewust uit water te springen met de intentie om in beter water terecht te komen. Vaak is de waterkwaliteit slecht, is het te koud, te warm of hebben de vissen stress. Als laatste redmiddel kunnen ze het water verlaten door te springen.
Een volwassen zalm zwemt tegen de stroom in van zee naar beekjes in het binnenland om zich voort te planten. De jonge zalmen zwemmen vervolgens weer terug naar de zee. Maar als de vissen onderweg een sluis, stuw, gemaal of dam tegenkomen, liggen ze voor een dichte deur.
Volwassen zalmen verplaatsen soms duizenden kilometers om terug te keren naar hun geboorteplaats voor de voortplanting. Deze migratie is heel precies, sommige zalmen zwemmen helemaal terug tot in een zijtak van de rivier waarin ze geboren zijn.
Hij kan maximaal 1,5 meter lang worden, en de gemiddelde lengte verschilt per rivier. De hoogste leeftijd die gerapporteerd is, is 13 jaar1. hij in zoet water leeft. Hierna komt hij in het smoltstadium: de zalm ondergaat een natuurlijke transformatie om zijn lichaam geschikt te maken voor een leven in zout water.
Hij heeft wat kleine zwarte vlekjes in de buurt van de zijlijn. De staartvin is licht gevorkt en de aarsvin heeft 13 tot 18 stralen, hij is relatief grof geschubd en de bek is voorzien van kleine scherpe tandjes. De dieren in paaikleed zijn door de rode kleur onmiskenbaar.
Als volwassen dier leeft de zalm hoofdzakelijk in noordelijke zeeën en de Noord-Atlantische Oceaan. In zee eet de zalm uitsluitend vis; de groeifase duurt daar van één tot vier jaar. Ze leven en zwemmen meestal op ongeveer 10 meter diepte.
Om zich te kunnen voortplanten moeten vissoorten als de Europese aal, de Atlantische zalm en de Europese steur stroomopwaarts de rivier op zwemmen.
Na het paaien liggen de eitjes (kuit) in het grind van de rivierbedding, waar de kuit niet opvalt. Het bevrucht geraakte ei verkleurt naar groen. Er ontstaan zwarte vlekken die het oog van de larve vormen. Na 2 maanden komen de eitjes uit en ze voeden zich met een dooierzak.
Ondanks dat ze zo klein zijn, zijn guppies in staat om uit hun kom te springen. Nieuw onderzoek toont aan hoe de kleine visjes het doen en komt direct met een mogelijke verklaring voor het gedrag van deze kamikazepiloten.
Karpers die last hebben van huidparasieten zoals karperluizen, zullen regelmatig springen. Onder water gebruiken de vissen structuren zoals takken en stenen om de parasieten van zich af te schuren. Maar ook een sprong uit het water (en met kracht weer terug plonzen) kan de kwelgeesten dwingen om los te laten.
Vissen zoals de beekforel of de zalm springen in het oog door zich boven het wateroppervlak te begeven.
Springt er regelmatig een forel of zalmforel op, dan zijn de vissen aan het jagen. Dit betekent dat ze veel hoger in het water zitten.
Zuurstofproblemen uiten zich het meest zichtbaar bij de vissen: ze houden zich boven in het water op, happen naar “lucht” en zijn traag in hun bewegingen. Ze blijven ook rondhangen op de plekken waar zich de meeste toevoer van zuurstof bevindt, bijvoorbeeld de uitloop van een waterval.
Voortplanting. In juli trekken ze de rivieren op. Ze paaien van augustus tot september. Ze leggen ongeveer 1500 eieren in grindkuilen gegraven in snelstromende gedeeltes van de rivier.
Paling, driedoornige stekelbaars, riviergrondel, kopvoorn, bermpje, elrits en beekforel werden in bijna alle trajecten gevangen. Gestippelde alver, barbeel, sneep, serpeling, baars, blankvoorn en zeeforel worden in 3 tot 6 trajecten aangetroffen.
Die opdeling in lagen levert een kleurrijke samenstelling op. Zo wordt de onderkant van het kanaal bewoond door wijting, forel, haring, kabeljauw en zelfs rode poon. Terwijl op de bovenste verdieping voorn en baars rondtoeren. Daartussenin zwemt de brakwatergrondel en verschillende soorten karpers.
Er kleven effectief enkele risico's aan het eten van vis in het algemeen en zalm in het bijzonder. Zo is vis een belangrijke bron van kwik, dioxines en PCB's. Door milieuverontreiniging kunnen er schadelijke stoffen voorkomen in vis. Het gaat vooral om zware metalen (kwik), dioxines, PCB's en pesticiden.
Het verschil in calorieën
Door het verschil in voeding, is wilde zalm veel minder vet dan kweekzalm en daardoor bevat wilde zalm ook significant minder calorieën. Het verschil is ook echt wel groot te noemen.
Wilde zalm is (zoals de naam al doet vermoeden) geen gekweekte zalm, maar zwemt in de vrije natuur en heeft daar toegang tot een grote variëteit aan voedsel. Ze eten voornamelijk planktonkreeftjes en garnalen, waar ze hun extra rode kleur van krijgen.
Deze vette vis, bekend om zijn mooie roze kleur, is niet alleen rijk aan gezonde eiwitten, maar aan omega-3 vetzuren, die goed zijn voor je hart en voor je hersenen. Ook is zalm rijk aan vitamine D, voor sterke botten. Elke dag zalm op het menu zou voor de meeste mensen te ver gaan.
Vette vis, zoals zalm, tonijn, makreel en haring, is echt een superfood. Het is rijk aan gezonde vetten, vooral omega 3-vetzuren, en die zijn belangrijk voor het behoud van een gezonde huid. Ze houden je huid dik, soepel en gehydrateerd. Bovendien werken omege-3-vetzuren ontstekingsremmend.
Verspreiding. Het leefgebied van zalm ligt inde Atlantische oceaan vanaf Noord-Spanje tot de Barentszzee, in de Noordzee en de Baltische zee en de hierop uitmondende rivieren. In Nederland wordt deze soort tegenwoordig aangetroffen in de Maas, Rijn en het Haringvliet.