De karpers proberen door het springen de parasieten los te krijgen van hun huid. Onderwater doen ze dit ook door tegen stenen en andere ruwen oppervlakten aan te schuren. Door het springen ontluchten ze ook de zwemblaas waardoor ze sneller diep kunnen duiken.
Vissen hebben het vermogen ontwikkeld om bewust uit water te springen met de intentie om in beter water terecht te komen. Vaak is de waterkwaliteit slecht, is het te koud, te warm of hebben de vissen stress. Als laatste redmiddel kunnen ze het water verlaten door te springen.
Springende karpers zijn geen zeldzaamheid. Bij dit verrassende fenomeen komt de vis soms zelfs volledig uit het water. De daarop volgende plons is meestal goed hoorbaar en de deining kan tientallen meters ver uitwaaieren. Veel karpervissers speuren tijdens het vissen het wateroppervlak af naar springende karpers.
afhankelijk welke soort vis ( een karper bv kan uren overleven zolang de huid vochtig blijft , paling eveneens ) Maar je kan stellen dat de tijdspanne om je vis te verzorgen ( mits de nodige voorzorgen , natte doek etc..) niet belastend is en de gezondheid zeker niet gaat beïnvloeden.
De meeste van hen leven in zoet water, maar zoals in iedere familie zijn buitenbeentjes heeft, leven sommige in brak water (bijv. de winde, de brasem en de ziege in de Oostzee). Echte beroemdheden zijn karpers als consumptievissen. De goudvis en de Koikarper zijn veruit de bekendste leden van deze familie.
Karper heeft stevig vlees met een karakteristieke aardse smaak, die goed samengaat met stevige smaakmakers als mierikswortel, uien en knoflook. Zoetige of zoet-zure sauzen met azijn, gember en donker bier passen goed bij deze vis, evenals pittige bereidingen met peper en paprika. De karper is een grondvis.
Probeer eens tijgernoten, pellets, kaas, aardappel, brood, kikkererwten of mais. Ook kun je je aas een extra twist geven door gebruik te maken van flavours en dips. Je aas is hetgeen wat de karper uiteindelijk moet verleiden om toe te happen dus dit is een zeer belangrijke tip.
Als karpervisser kun je proefondervindelijk vrij eenvoudig ontdekken op welke diepte de spronglaag zich bevindt. Zodra je na een zomerse vissessie in een zandwinplas een paar muffe of naar rotte eieren stinkende boilies naar boven haalt, lag je waarschijnlijk te diep.
Er zijn in hoofdlijn drie oorzaken van tegenvallende vangsten: 1) er zit geen vis op je stek, 2) de vis aast niet of 3) je pakt het gewoon verkeerd aan.
Grote karpers vergrijpen zich ook aan kleine vissen, maar het hoofdmenu bestaat vooral uit allerlei wormen, slakken, mosselen, bloedzuigers, libellenlarven, kortom alles wat een verborgen leven in de modder leidt, staat op het menu. En natuurlijk ook allerlei zaden, vruchten, brood, boilies en andere deegsoorten.
Door het regelmatig springen boven het wateroppervlak naar muggen en insecten, kan het voorkomen dat ze uit de vijver springen en daarna een bijna zekere dood sterven. Deze vijvervissen eten overigens ook gewoon visvoer en dus niet alleen maar insecten.
Ondanks dat ze zo klein zijn, zijn guppies in staat om uit hun kom te springen. Nieuw onderzoek toont aan hoe de kleine visjes het doen en komt direct met een mogelijke verklaring voor het gedrag van deze kamikazepiloten.
Ze worden ongeveer 15 tot 20 jaar oud. Windes zijn echte schoolvissen, die met minimaal vijf exemplaren gehouden dienen te worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de goudvis is de goudwinde een echte oppervlaktevis, waardoor hij goed opvalt.
De vis springt uit het water om over deze lastigste hindernissen in de rivier te komen. Hij trekt hierbij zijn borstvinnen in om ervoor te zorgen dat hij zo gestroomlijnd mogelijk uit het water springt.
Dat vissen af en toe springen is normaal. Zeker goudvissen kunnen erg actief zijn en hoog springen.
Je kunt karpers onder andere vangen in slootjes, stadswateren, kanalen, rivieren en meren. Ze houden in het bijzonder van ondiepe plekken en zoeken graag de warmere waterlagen op. Die ondiepere plekken bevatten namelijk veel meer natuurlijk voedsel dan de diepe gronden.
Een karper vang je door te gaan penvissen, statisch vissen, feeder vissen of drijvend vissen. Wel is het belangrijk dat je op de juiste plek aan het vissen bent en dat je met het juiste aas aan het vissen bent. Het beste kun je geurend aas gebruiken als mais.
Er zijn verschillende tactieken om de karpers te laten azen. Je kunt een voerstek van een aantal dagen opbouwen door gebruik te maken van boilies of partikels. Echter je kunt ook instant gaan vissen daar verschillende kleine voerstekjes te maken en die om beurten af te vissen.
Zeker in het voorjaar, rond mei/juni verschijnen de karpers weer in ondiep water. Vanaf augustus gaan ze weer volop azen en zijn ze veelvuldig aanwezig in menige rivier. Dit is de aangewezen periode om karpers te gaan vangen.
Karper vissen in oktober. In het najaar karper vissen vergt andere technieken dan in het voorjaar. De karpers gaan namelijk op zoek naar voedsel om de winter mee door te komen en door het hoge zuurstofgehalte in het water door de wind zijn de karpers veel actiever dan in april.
Naast boilies wordt er ook ander karper aas gebruikt bij het karpervissen. Zo is mais ook een erg populaire aassoort en zijn er vissers die zweren bij tijgernoten of hennep. Daarnaast kun je ook gebruik maken van pellets of pop ups en is er zelfs speciaal kunstaas te koop om karpers mee te vangen.
De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit. Geluid schrikt vissen af, dus wees stil tijdens het vissen.
Karpers zijn het makkelijkste te vangen wanneer de watertemperatuur rond de 15 graden is en het een neutrale dag is. Dit betekent geen sterke koude wind, een beetje wind op je eigen kant is prima, en het moet niet te heet zijn. De maanden juni, juli en augustus zijn de beste maanden om op karper te vissen.