De meeste kindjes kunnen niet slapen vanwege angst voor het donker of het alleen zijn, maar ook vanwege spanningen op school of in het gezin. In dit artikel geven wij je tips, hoe jij als ouder vaak de ingesleten gewoontes kunt veranderen.
Slaapstoornissen bij kinderen uiten zich in verschijnselen die lijken op ADHD, zoals druk gedrag en problemen met de concentratie. Maar ook zaken als geheugenverlies en problemen met het inschattingsvermogen komen voor. Verder blijven kinderen met een slaapstoornis vaak achter in de groei.
Vaak ligt stress, angst of aangeleerd 'onhandig' slaapgedrag ten grondslag of bijvoorbeeld wakker worden door bedplassen. Het kind heeft overdag nauwelijks of geen klachten door het slaapprobleem. Slapen, eten, drinken, poepen en plassen zijn basisbehoeften in een mensenleven.
Slaapregressie 4 maanden: omrollen. Slaapregressie 8 maanden: zitten en kruipen. Slaapregressie 12 maanden: beginnen met lopen. Slaapregressie 18 maanden: zelfstandig lopen.
In principe hebben de meeste baby's geen nachtvoeding meer nodig als ze ouder zijn dan 6 maanden. Maar dat geldt niet voor ieder kindje. Sommigen hebben, bijvoorbeeld om medische redenen, langer nog een nachtvoeding nodig. Mocht je hierover twijfelen, bespreek het dan met het Consultatiebureau.
Tijdens een slaapregressie zal je meestal een aantal veranderingen zien in het gedrag en de gewoontes van je baby, zoals: Meer honger en frequenter eten. Regelmatig wakker worden 's nachts. Korte dutjes of zelfs weigeren om te slapen overdag.
Ons advies is om de ochtenddut niet te lang te laten duren. Met een kort ochtendslaapje zorg je ervoor dat je baby nog voldoende slaap over heeft voor een langer middagdutje. Is het ochtendslaapje te lang? Dan hebben baby's vaak meer moeite met een (langere) middagslaap.
Wat is slaapregressie? Een slaapregressie is een periode waarin je baby slechter slaapt. Je baby wordt 's nachts regelmatig wakker en kan vervolgens niet of moeilijk meer in slaap komen. Het kan elke baby overkomen: baby's die altijd al wat moeilijker slapen, maar ook baby's die voorheen sliepen als een roosje.
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
Een natuurlijk slaapmiddel dat iets minder kwaad kan, is valeriaan. De valeriana officinalis is een plantje met fijne bloemetjes en een typische geur. De wortel van deze plant wordt binnen de kruidengeneeskunde al eeuwen gebruikt bij stress, angst, zenuwachtigheid en slaapproblemen.
Wanneer naar alle kinderen wordt gekeken heeft één op de tien kinderen een slaapprobleem. Eén op de drie tot vijf kinderen onder de leeftijd van zes jaar heeft een slaapprobleem. Bij kinderen met een aandoening van de hersenen komen slaapproblemen gemiddeld bij één op de twee tot drie kinderen voor.
Zo kan het gebeuren dat je peuter van 2 jaar ineens allerlei capriolen uithaalt in bed, dutjes weigert of 's avonds niet naar bed wil. Hoewel deze slaapregressie de 24 maanden slaapregressie wordt genoemd, kan deze zich ook in de loop van het tweede levensjaar ontwikkelen.
Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.
Wat zijn hazenslaapjes? Hazenslaapjes, ze worden ook wel korte dutjes of catnaps genoemd. Het zijn slaapjes van ongeveer 45 minuten of minder. Na dit hazenslaapje wordt je baby wakker en heeft hij de aandacht van papa of mama nodig.
Kindjes van 1,5 tot 2,5 jaar hebben een gemiddelde slaapbehoefte van 11 uur in de nacht en 2 uur overdag verdeeld over 1 of 2 slaapjes. Een mooi schema zou daarom kunnen zijn: Tussen 6:00 en 7:30 start van de dag.
De meeste mensen hebben gemiddeld tussen de 7 en 8 uur nodig. Dit kan wisselen per persoon. Sommige mensen hebben genoeg aan 6 uur en anderen hebben 9 uur slaap nodig. Wanneer u `s avonds naar bed gaat daalt uw alertheid en komt u via de lichte slaap in de diepe slaap.
Vaak zie je dat een kind dan steeds eerder wakker wordt in de hoop dat het al “tijd” is. Reageer op het vroege wakker worden door je baby/ kind direct duidelijk te maken dat het nog nacht is. Haal hem of haar dus niet uit bed en blijf in zijn/haar kamer desnoods net zo lang totdat hij of zij weer in slaap valt.
4-6 jaar: 18.30 - 19.15 uur. 7-8 jaar: 19.30 - 20.00 uur. 9-10 jaar: 20.00 - 20.30 uur. 11-12 jaar: 21.00 uur.
Als je kindje rond een jaar is kan je het advies krijgen van het consultatiebureau om de avondfles en laatste flesvoeding af te bouwen.