Nederland is kwetsbaar voor overstromingen. Niet alleen vanuit zee, maar ook vanuit onze rivieren. Die krijgen vaker veel water te verwerken. Daarom geven we de rivieren meer ruimte om het water veilig af te kunnen voeren.
0.1 ruIMTe voor levende rIvIeren In heT korT Ruimte voor Levende Rivieren staat voor een goede balans tussen delfstofwinning, natuur- waarden, waterveiligheid, scheepvaart, wonen, recreatie en natuurvriendelijke landbouw en voor verdubbeling van het huidige areaal van riviernatuur naar 25.000 hectare.
Hoogwater in de toekomst
Hogere temperaturen in de Alpen zullen er bovendien toe leiden dat er minder tijdelijke opslag van neerslag in de vorm van sneeuw plaatsvindt. Zeespiegelstijging tot slot, leidt ertoe dat de rivieren het overtollige water moeilijker kunnen afvoeren naar zee.
Rivieren hebben een grote invloed op het landschap waar ze doorheen stromen. Ze breken materiaal af, transporteren het en zetten het ergens anders weer af. Dit alles is te danken aan het dragende vermogen van water. Stromend water heeft voldoende energie om klei, zand en zelfs grind mee te voeren.
Bijvoorbeeld vanuit de bergen naar de zee. Soms zijn ze meters diep en vaak zitten ze boordevol met leven. Ze zijn het thuis van veel diersoorten en ook mensen kunnen niet zonder rivieren. Er varen schepen doorheen, waardoor we voedsel en spullen van plek naar plek brengen.
De rioolwaterzuivering kan door het waterschap zelf beheerd worden maar ook door anderen. Het waterschap blijft wel verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke verplichtingen. De feitelijke exploitatie van het zuiveringtechnisch werk (de RWZI) kan worden uitbesteed aan een ander rechtspersoon.
het zichtbare deel van een gebied, waarvan het karakter wordt bepaald door de abiotische (niet levende natuur), de biotische (levende natuur) en antropogene (door menselijk handelen) factoren en de interactie daartussen.
Een rivier is een natuurlijke waterloop en fungeert als het zichtbare afvoersysteem van het overtollige water in een bepaald gebied. Elke rivier ligt in een stroomgebied. Dat is het totale omringende gebied waarbinnen al het overtollige water via die ene rivier wordt afgevoerd.
Invloed van oppervlaktewateren
Oppervlaktewater zoals de zee, meren en rivieren hebben over het algemeen een matigende invloed op de temperatuur. Bovendien is de luchtvochtigheid meestal hoger.
Maatregelen. Nederland krijgt steeds meer water te verwerken: het regent vaker, de zeespiegel stijgt en rivieren moeten steeds meer water afvoeren. Daarom neemt Rijkswaterstaat verschillende maatregelen om overstromingen te voorkomen. Zo beschermen we het land tegen hoogwater.
Normaal gesproken is een slok zeewater niet schadelijk, en alleen maar erg zout. Maar voor iemand die lange tijd zonder drinkwater op zee zit, is het drinken van zeewater zeer schadelijk.
In Nederland wordt er geen drinkwater uit zeewater gewonnen. De energie-intensieve ontzilting van zeewater kan hier niet concurreren met de gebruikelijke winning van drinkwater uit zoet oppervlakte- en grondwater.
Om de rivier meer ruimte te geven en zo de kans op overstromingen te verkleinen, werd als onderdeel van het landelijke waterveiligheidsprogramma Ruimte voor de Rivier een vier kilometer lange nevengeul gegraven en is de dijk 350 meter landinwaarts gelegd.
Kribben, de stenen 'dwarsliggers' in de rivier, zijn erg belangrijk bij de afvoer van water, ijs, grind en zand. Ze beheersen deze afvoer en houden zo de rivier en de oever op zijn plaats. Zo blijft de rivier bij laagwater bevaarbaar voor de scheepvaart.
Gevolgen voor de scheepvaart
Hoge waterstanden of -afvoeren op de rivieren kunnen problemen voor de scheepvaart veroorzaken. De doorvaarthoogte onder bruggen wordt kleiner en sterke stroming kan doorvaren gevaarlijk maken. Ook kan het door storm niet mogelijk zijn de zeehavens in of uit te varen.
U kunt alleen zwemmen in officieel aangewezen zwemplekken. Want daar houdt de overheid de veiligheid in de gaten. Rivieren en kanalen staan niet op de lijst met officieel aangewezen zwemplekken.
Een rivier is een natuurlijke waterloop en fungeert als het zichtbare afvoersysteem van het overtollige water in een bepaald gebied. Elke rivier ligt in een stroomgebied. Dat is het totale omringende gebied waarbinnen al het overtollige water via die ene rivier wordt afgevoerd.
Rivieren en bronnen
Als je geluk hebt vind je een rivier of een waterbron. Helaas zijn veel rivieren en bronnen ondrinkbaar geworden. Ze zijn vervuild en kunnen meer kwaad dan goed doen. Het is dan ook verstandig om het water zo goed mogelijk te zuiveren voordat je het drinkt.
De factoren die je gebruikt om een ecosysteem te beschrijven zijn geofactoren; gesteente, reliëf, klimaat, lucht, bodem, water, vegetatie, mens, dier en tijd.
Alle geofactoren beïnvloeden elkaar 𡪠ontstaan landschapszones waardoor reliëf weer grote verschillen zijn. Waar veel nuttige neerslag is, is ook veel uitspoeling: neemt humus en voedingsstoffen mee. Op lage breedte is neerslagtekort 𡪠weinig organisch materiaal & zout, kalk of gips bodems.
Waarom afvalwater behandelen? Afvalwaterzuivering bestaat uit het verminderen van de in het water aanwezige vervuiling. Deze vervuiling is het gevolg van menselijke activiteiten: door huishoudelijk gebruik, of in industriële netwerken. Afvalwater wordt gezuiverd om de kwaliteit ervan te garanderen.
Als het vervuilde water via het aanvoerriool de zuivering binnenkomt, stroomt het door een rooster. Grove delen als bladeren, papier, blikjes, plastic, takken en maandverband blijven achter dit rooster zitten, het water stroomt verder. Het vuil wordt verwijderd, samengeperst en afgevoerd naar de vuilstort.
Ons drinkwater moet schoon en veilig zijn. Voor drinkwater zijn wettelijk kwaliteitseisen vastgelegd. Om daaraan te kunnen voldoen, moeten drinkwaterbedrijven grondwater en oppervlaktewater zuiveren. Daarnaast moeten ze goedgekeurde materialen gebruiken bij bereiding, transport en levering van drinkwater.