De kracht van het kookwater Wel, pastawater zit vol restjes zout en zetmeel van de pasta die je erin kookte. Als je dat water toevoegt aan de pan waarin je je pasta afwerkt én waarin zich een vet – olijfolie of boter – bevindt, ontstaat er een emulsificatie (of culinaire magie).
Door het zetmeel werkt pastawater als bindmiddel en draagt het bij aan een betere smaak en textuur van je sauzen.
Giet je pasta af en voeg wat olie toe
Dit doe je het makkelijkst door de gekookte pasta in een vergiet te storten. Hierna kan je de pasta terug in de pan doe. Voeg een scheutje olijfolie toe en hussel dit goed door de pasta heen, zodat de olie goed verdeeld is tussen de pasta. Zo plakken ze niet tegen elkaar.
Wanneer je de pasta overgiet met koud water, spoel je het zetmeel weg. Het zetmeel maakt de saus die je achteraf over de slierten doet romiger, en zorgt ervoor dat de pasta zich goed vasthecht aan de saus.
Redactrice Sofie: “Simpel: pasta die je met saus gaat serveren, mag je niet spoelen omdat je dan het zetmeel wegspoelt dat de saus aan de pasta laat plakken.
Zout is namelijk een smaakversterker. Door zout toe te voegen aan het kookwater krijgt de pasta al meer smaak terwijl het kookt. In Italië wordt trouwens altijd zout aan het kookwater toegevoegd. Wel belangrijk om even te onthouden is dat je het zout het beste kunt toevoegen als het water kookt.
Dit is slechts olijfolieverspilling, en dat vinden we best zonde natuurlijk. De pasta afspoelen met koud water. Wanneer je je pasta na het koken spoelt met water, dan spoel je al het zetmeel eraf!Daarmee hecht de saus juist zo goed aan de pasta.
De olijfolie zorgt dat er heerlijke aroma's vrijkomen tijdens het koken en geeft een subtiele smaak aan het kookwater dat de pasta absorbeert.
Om jouw pasta af te maken heb je nog accessoires nodig. In ieder geval heb je een pastaroller nodig om het deeg tot de gewenste dikte te rollen. Maar ook leuk om te hebben zijn bijvoorbeeld een droogrek voor pasta, een pastaroller en -snijder en een pastapers.
Breng een grote pan water met deksel erop aan de kook. Reken 1 liter water per 100 g pasta. Voeg flink wat zout toe zodra het water kookt. Doe vervolgens de pasta in de pan en roer even om te voorkomen dat de pasta aan elkaar plakt.
Het water waarin je pasta hebt gekookt, kun je ook hergebruiken voor je tuin. In het water zitten goede voedingsstoffen die planten zeer waarderen.
Het pastawater zit, na het koken van de pasta, vol met zetmeel. Dit zetmeel zorgt ervoor dat twee ingrediënten die in het eerste opzicht niet lekker met elkaar mengen dat uiteindelijk wel doen: spaghetti en olijfolie. Zetmeel werkt als bind- en verdikkingsmiddel.
De hoeveelheid pastawater die je nodig hebt in je saus hangt af van de consistentie van de saus en de hoeveelheid pasta. Dit kan elke keer erg verschillen. Je houdt dus best een kopje pastawater van ongeveer 100 ml apart, zo heb je zeker genoeg.
Dat schuim bestaat namelijk uit gluten die tijdens het koken uit de pasta sijpelen. De olie verzwakt de oppervlaktespanning van het water, waardoor het schuim niet beklijft. Een betere oplossing tegen schuimen is het vuur wat lager zetten.
Géén olie, wél kookvocht
Kortom: wanneer je olie toevoegt aan je gekookte pasta sluit je de pasta eigenlijk af met een laagje olie. Hierdoor kan de pasta vervolgens geen saus meer opnemen, omdat de buitenlaag dicht is terwijl die juist open moet staan.
Chef-koks raden aan om je pastawater 'zo zout als de zee' te maken. Wat dat concreet betekent? Wij hanteren de volgende regel: voor elke 500 gram pasta mag je een stevige eetlepel zout toevoegen – natuurlijk in voldoende water, reken op 1 liter water per 100 gram droge pasta.
Een kleine vragenronde leert ons dat (olijf)olie en zout veelal wordt toegevoegd aan pastawater om te voorkomen dat de pasta aan elkaar plakt en dat de pasta eerder gaart.
Pasta kookt makkelijk over wanneer je 'm onder deksel kookt. Breng daarom het water aan de kook mét deksel, maar kook de pasta zelf zonder deksel. Vlees mooi bruin bakken doe je best in een pan zonder deksel, zodat het een mooi korstje krijgt.
Pasta wordt vaak te lang of te kort gekookt, wat de smaak en structuur niet ten goede komt. Saus hecht zich moeilijker aan te zachte pasta, bij te lang koken verdwijnt het zetmeel aan de buitenkant en wordt het een prutje.
Die pasta's zijn minder sterk, waardoor er zetmeel uit weglekt in de pan, wat leidt tot overkoken.
Veel mensen denken dat je van het eten van pasta aankomt omdat het zo veel koolhydraten bevat. Maar de koolhydraten uit pasta zijn het probleem vaak niet. Mits je over de dag niet meer energie binnenkrijgt dan dat je verbrandt, maakt pasta zeker niet dik.
Producten gemaakt van tarwe, zoals brood en pasta, passen juist in een gezond voedingspatroon. Wie wil afvallen kan gewoon pasta eten. Het is echter beter om de voorkeur te geven aan volkoren pasta, omdat het gezonder is, meer vezels bevat en beter verzadigt dan pasta gemaakt met witte geraffineerde meel.
Kook in ruim water
Kook de pasta altijd in ruim water. Wanneer je voldoende water gebruikt, zal het vrijgekomen zetmeel makkelijker oplossen, waardoor het minder inwerkt op de pasta. De grote hoeveelheid water geeft de pasta ook meer ruimte om vrij te bewegen.
De kracht van het kookwater
Wel, pastawater zit vol restjes zout en zetmeel van de pasta die je erin kookte. Als je dat water toevoegt aan de pan waarin je je pasta afwerkt én waarin zich een vet – olijfolie of boter – bevindt, ontstaat er een emulsificatie (of culinaire magie).