Het moment van snoeien is ook belangrijk. Zoals we in de intro al zeiden; vooral niet in de volle zon. De snoeiwonden die veroorzaakt worden zorgen ervoor dat het vocht van de plant of boom snel verdampt, wat betekent dat hij uitdroogt.
“In de zomer en nazomer kun je op zich best nog snoeien. Maar dat betekent wel dat je volgend voorjaar minder of geen bloemen hebt in sommige struiken. Veel heesters maken in deze tijd al bloemknoppen aan.
Steenfruit zoals pruimen, kersen, krieken, perzik- en abrikozenbomen worden indien nodig rond eind juli gesnoeid. Dit kan ook nog tot uiterlijk eind augustus. Verwijder steeds zieke en dode takken en dun te groeikrachtige takken uit. Bij druivelaars worden de lange twijgen ingekort.
Alle hagen en in vorm gesnoeide heesters worden gesnoeid na de langste dag. De sterkste groei is dan geweest en meestal kan dan volstaan worden met één snoeibeurt per jaar. Voor degenen die het geen probleem vinden om vaker te snoeien, mag er naar voorkeur vanaf mei tot september gesnoeid worden.
Wintergroene planten die er goed uitzien, hoeven niet gesnoeid te worden. Varens en siergrassen die minder mooi zijn, knip je op ongeveer 10 centimeter boven de grond terug. Haal lelijk blad van bijvoorbeeld kerstroos (Helleborus orientalis) of schoenlappersplant (Bergenia) weg. De planten zien er daarna weer fris uit.
Ze overwinteren en openen zich in de lente. Nooit in het vroege voorjaar snoeien dus, want dan haalt u de bloemknoppen weg. Als u na de bloei snoeit, heeft de struik de hele zomer nog de tijd om de bloemknoppen voor volgend jaar te vormen.
Augustus is echt een knipmaand. Blijf uitgebloeide bloemen verwijderen, om planten te stimuleren nieuwe bloemen aan te blijven maken. Hetzelfde geldt voor rozenstengels. Ook kun je nog veel vroegbloeiende vaste planten snoeien, zoals als Alchemilla mollis (vrouwenmantel), Delphinium (ridderspoor) en Geranium.
Het beste is om in het voorjaar (april) of in het najaar (oktober) te snoeien. Dit omdat de plant dan in ruststand is. Ga niet snoeien als het heel koud is of als het vriest. Het snoeien van een hortensia kan gewoon met een knip schaar.
Daarom eerst de beste snoeiregel: Je mag alle heesters die na juni bloeien snoeien in het voorjaar en dan pas na de vorst, in de periode maart en april. Het gaat om siergras, lavendel, heide, vlinderstruik, hibiscus, de klimroos, dwergroos, stamroos, de katjeswilg en de (grootbloemige) clematis.
Uitzonderingen op de regel
planten die kunnen 'bloeden'. Denk aan een druif, kiwi, berk, noot en esdoorn. Als je in de verkeerde periode snoeit, kan de plant of boom zelfs doodbloeden. Test de plant eerst: knip een kleine tak weg en kijk na een half uur of er nog vocht uit de snoeiwond komt.
Voorjaarsbloeiende vaste planten die voor de langste dag al (zo goed als) uitgebloeid zijn, kunnen op dit moment tot vlak boven de grond worden terug geknipt. Al snel zullen ze weer fris uitlopen en met een beetje geluk zullen ze zelfs voor een tweede keer in bloei komen.
Na de bloei moet je vaste planten flink terugsnoeien
Na het voorjaar, in de zomer, is een vaste plant meestal uitgebloeid. Als de plant na de bloei teruggeknipt wordt, gaat hij vaak opnieuw uitlopen en nog een keer bloeien. Dit mag rigoureus: knip de plant gerust af tot een centimeter of tien boven de grond.
Dan hoef je je hortensia maar op één manier te snoeien. Dat kun je het beste in het voorjaar (in maart of april) doen. Knip de takken van je hortensia tot 10 cm boven de basis van de struik af. Houd de snoeischaar tijdens het knippen in een hoek van 45 graden.
De kans is groot dat de lavendel in je border of pot nu (augustus) is uitgebloeid. Dit is het moment waarop je je lavendel voor de tweede keer dit jaar snoeit. De lavendel is één van de makkelijkste planten om te snoeien, want het enige wat je hoeft te doen is takjes met de dode, uitgebloeide bloemetjes weghalen.
De verschillende planten die je in februari kunt snoeien zijn bloemheesters, coniferen, bomen en bosplantsoen. Bloemheesters moet je snoeien op habitus. Dit betekent dat ze hun natuurlijke groeiwijze behoudt. Hoe meer je hiervan afwijkt, hoe meer werk je er later aan hebt.
Als de planten te groot of aan de onderkant kaal worden, kunnen ze prima gesnoeid worden. Dat kan het best in het najaar, wanneer de plant binnen gezet wordt. Gewoon een flink stuk van de takken afknippen in het oude hout, tot de plek waar het volgende jaar weer de eerste vertakkingen gewenst zijn.
Meestal wil je dat het hart van de struik open blijft. Knip daarom bij voorkeur boven een oog dat naar buiten wijst. Ongeveer een centimeter erboven, de tak sterft namelijk meestal een stukje in. Maak een schuine snede met een scherpe snoeischaar, zodat er geen regenwater op de snoeiwond blijft staan.