Persen zonder persdrang is vragen om een langdurige uitdrijving/niet vorderende uitdrijving. Als je arts/verloskundige zegt dat je mag gaan persen, maar jij voelt geen persdrang, geef dan aan dat je liever wacht tot je goede persdrang voelt. Bij goede persdrang helpt je baarmoeder mee om je kind naar beneden te duwen.
Sommige vrouwen krijgen geen goede persdrang, ondanks dat er volledige ontsluiting is. Het is dan beter om nog even te wachten met persen, vaak komt de persdrang dan vanzelf. Je kind naar buiten persen is een hele krachttoer.
Als de baarmoedermond helemaal open is (volledige ontsluiting = 10cm) kan het hoofdje er pas door en komt het in de vagina. De wanden van de vagina zijn zeer rekbaar en vormen geen echte belemmering voor de geboorte. Als het hoofdje onder het schaambot door is ondervindt het alleen nog last van de bekkenbodemspieren.
Als je wacht op persdrang, kun je effectiever persen en gaat het uiteindelijk vaak sneller. Het kan ook zijn dat je al persdrang voelt terwijl de ontsluiting nog niet volledig is. Je kunt de weeën dan wegpuffen (met korte pufjes, doe alsof je kaarsjes uitblaast).
Voorweeën komen vooral 's nachts voor en nemen niet in kracht of frequentie toe. Ze kunnen wel uren aanhouden, maar worden niet erger. Het kan heel goed dat de voorweeën na een aantal uren weer afzakken. De bevalling zet dan nog niet door.
In de laatste weken van de zwangerschap hebben de meeste vrouwen 'last van hun buik'. Dat wil zeggen dat de ene vrouw een zeurderig gevoel heeft, de ander een stekende pijn, weer een ander harde buiken. Wij noemen dit 'rommelen'. Dit rommelen is zeker niet voor niets.
Er kan nog enige twijfel bestaan of de weeën wel echt gaan doorzetten. Je kunt dan het beste proberen te ontspannen en een warme douche/bad of kruik nemen. Zijn het voorweeën, dan zullen ze afzakken.
Na een tijdje worden de pauzes tussen de weeën korter. De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte pijn kunnen doen. Als je baby geboren is, houden de weeën op.
De ontsluitingswee is behoorlijk pijnlijk en deze pijn voel je in je onderbuik, rug, bovenbenen of in een combinatie hiervan. Een flinke ontsluitingswee kan driekwart tot 1 minuut of soms nog langer aanhouden. En meestal geldt, hoe sterker en langer de wee, hoe meer er gebeurt op het gebied van de ontsluiting.
Je zorgt er hiermee voor dat je baarmoeder meer zuurstof krijgt. Ook kun je je weeën hiermee beïnvloeden door ze heviger of juist rustiger te laten worden. Tenslotte zijn ademhalingsoefeningen van belang tijdens de ontsluiting en het persen.
Net als met poepen zal je tijdens je bevalling merken, dat wanneer je ontspannen bent, je nauwelijks / tot niet hoeft mee te persen. Je kunt dan dus bevallen zonder persen.
Persen (de uitdrijving)
Dit kan liggend (op je zij of rug) op bed, maar ook op een baarkruk, handen en kniën, staand of in een bevallingsbad. Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren.
Langer persen is geen probleem als er vordering is en jij het nog vol kunt houden. Laat je dan ook vooral niet opjagen. Zolang jij en je baby het goed doen is ingrijpen niet nodig!
Sommige barenden hebben wel volledige ontsluiting (en zouden dus mogen persen), maar voelen helemaal geen aandrang om te persen. Wacht in dat geval gewoon nog een tijdje om te kijken of je alsnog persdrang krijgt. Persen zonder persdrang is vragen om een langdurige uitdrijving/niet vorderende uitdrijving.
Als er een niet vorderende uitdrijving optreedt, verwijzen we je naar de gynaecoloog. Je moet dus naar het ziekenhuis.
Bij je eerst kind duur de uitdrijving gemiddeld 45 minuten, maar soms ook ruim 1,5 uur.Bij je tweede of volgende kind verloopt de uitdrijving meestal veel sneller, gemiddeld 20 minuten. De beste manier om te persen is de 'natuurlijke'manier.
Nageboorte: nadat je baby is geboren, moet de geboorte van de placenta plaatsvinden. Dit wordt ook wel de nageboorte genoemd. Enkele minuten tot een half uur na de bevalling zal je vanzelf nageboorteweeën voelen, waarmee je eens of een paar keer krachtig kunt persen om je placenta geboren te laten worden.
De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en voelt soms ook als rugpijn. Ook tijdens het persen kan de pijn verschillen. Sommige vrouwen vinden het prettig als ze mee mogen persen, bij andere doet persen juist het meeste pijn.
Sommige vrouwen die een kind hebben gehad vergelijken de weeën met de krampen die bij een flinke diarree horen, maar dan nog een graadje erger. Deze ontsluitingsweeën volgen elkaar in een steeds hoger tempo op en als je baby bijna wordt geboren krijg je uitdrijvingsweeën of persweeën.
In de uitdrijvingsfase (tijdens het persen) is de pijn vaak het hevigst. Meestal is de pijn het meest in de buik te voelen, maar ook in de rug en de benen kan pijn gevoeld worden. Na de geboorte van de baby neemt de pijn zeer sterk af. Wel kunnen er naweeën optreden.
Als je nu het advies krijgt om tijdens de bevalling niet te eten, is dat vanwege het ongemak dat het kan veroorzaken. Je kunt namelijk wat misselijk worden door de hevigheid van weeën of pijnstillers. Is je maag dan vol, dan moet je misschien overgeven. Niet gevaarlijk, maar wel vervelend.
Iedere vrouw in Nederland heeft tijdens de bevalling 24/7 recht op pijnbestrijding. Toch gaat dat in de praktijk lang niet altijd het goed. Uit onderzoek van Ouders van Nu en EenVandaag blijkt dat maar liefst 25% van de Nederlandse moeders, ondanks dat ze erom vroeg, geen ruggenprik kreeg.
Dansen, bewegen, wandelen
Bewegen is altijd goed, zowel in de zwangerschap als tijdens de bevalling. Tijdens de bevalling kan bewegen er zelfs voor zorgen dat de bevalling sneller gaat.
De eerste uren van de bevalling beweegt de baby vaak tussen de weeën door. Dit kan pijnlijk zijn. Het bewegen van het kindje maakt het je soms moeilijk om te ontspannen. Warme handen op de buik maken het kindje rustig.
Ze komen vooral 's nachts omdat de baarmoeder dan het meest actief is. Het kenmerkende van voorweeën is dat ze niet in kracht en frequentie toenemen en na een paar uur weer afzwakken.