Bij een PET-scan wordt licht radioactieve glucose (suiker) ingespoten en met een scanner een computerbeeld gemaakt van de plaatsen in het lichaam waar de stof zit. Kwaadaardige cellen zijn namelijk heel actief en hebben een hoger energieverbruik – ze hebben dus meer brandstof (of glucose) nodig.
U krijgt een PET-CT-onderzoek. Als voorbereiding volgt u de dag voor én de dag van het onderzoek een koolhydraatarm dieet. De reden hiervoor is dat het hart tijdens het onderzoek zo weinig mogelijk van de radioactieve stof mag opnemen.
Na het onderzoek
Het is aan te bevelen de rest van de dag zelfs wat meer te drinken dan u gewend bent. Op die manier worden namelijk de radioactieve stoffen sneller uit uw lichaam afgevoerd. Wanneer u contrastmiddel kreeg toegediend, mag u geen NSAID-pijnstillers innemen tot 24 uur na het onderzoek.
Hoe moet ik me voorbereiden om een PET-scan te ondergaan? Om het onderzoek in de meest optimale omstandigheden te kunnen uitvoeren moet u voor het onderzoek 6 uren nuchter blijven.
Bovenkleding: Wij adviseren u warme, comfortabele kleding te dragen zonder metaal (bh-beugels, bh-haakjes, ritsen, drukknopen etcetera). Onderkleding: Als u een broek met een metalen rits draagt, dan kunt u die tijdens het onderzoek laten zakken. Laat sieraden, indien mogelijk, thuis.
U moet nuchter naar het onderzoek komen. Dit houdt in dat u vanaf 6 uur voor het onderzoek niet mag eten en drinken. Alleen water is toegestaan.In de 2 uur voorafgaand aan het onderzoek moet u minstens 1 liter water drinken. U kunt gewoon naar het toilet gaan wanneer u wilt.
de resolutie van de PET-scan wordt steeds beter, maar hele kleine tumoren zijn er niet mee te zien. Die kleine tumoren nemen de isotoop wel op, maar ze zijn kleiner dan het kleinste object dat zichtbaar gemaakt kan worden op de foto. Daarom zijn tumoren kleiner dan ongeveer 5-10 mm moeilijk te zien op een PET-scan.
Een PET-CT-scan wordt niet standaard gedaan bij dunnedarmkanker. Deze scan kun je krijgen als de andere scans en onderzoeken niet genoeg duidelijkheid geven. Op een PET-CT-scan is te zien of de tumor zich heeft verspreid naar andere organen of uitgezaaid is. Een PET-CT-scan gebruikt een andere techniek dan een CT-scan.
Op de PET-scan zie je alleen de plekken waar de radioactieve stof zit. Deze plekken worden zwart. Maar daardoor weet je meestal niet waar in je lichaam die zwarte punten zitten. Met CT wordt er tegelijkertijd een afbeelding van je lichaam gemaakt.
De radioactieve stof die bij de meeste onderzoeken gebruikt wordt, is Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere zes uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof ook via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
We doen dit onderzoek om te kijken of iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een abces, verwijd bloedvat, gebroken bot, bloeding, tumor, galsteen, niersteen of ontsteking. Met een CT-scan kunnen we ook controleren wat het resultaat is van een behandeling zoals een operatie of een medicijnenkuur.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
De uitslag van een PET-CT-scan is niet direct bekend. De dienst nucleaire geneeskunde interpreteert eerst de beelden, dat kan enkele dagen in beslag nemen. Daarna stuurt de dienst de uitslag van het onderzoek naar uw behandelend arts.
Bij een PET-scan wordt licht radioactieve glucose (suiker) ingespoten en met een scanner een computerbeeld gemaakt van de plaatsen in het lichaam waar de stof zit. Kwaadaardige cellen zijn namelijk heel actief en hebben een hoger energieverbruik – ze hebben dus meer brandstof (of glucose) nodig.
Met een PET/CT - scan is het binnen twintig minuten duidelijk. Ziekenhuis Rijnstate heeft een nieuw apparaat. Kosten: 2,5 miljoen euro.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Een goedaardig gezwel (benigne tumor) drukt het omringende weefsel opzij zonder al te veel schade aan te richten. Een goedaardige gezwel zal niet in het omringende weefsel groeien. Een cyste is een veelvoorkomende goedaardige afwijking in de borst. Dit is een klein, met vocht gevuld blaasje.
Bij sarcoïdose in de longen raakt het longweefsel langzaam vol met littekens, waardoor de longen na verloop van tijd blijvend beschadigd raken. Op longfoto's ziet deze ernstige vorm eruit als een patroon van streepjes en vlekjes, meestal in het midden van de longen.
PET-CT-scan
Je krijgt in 1 keer een PET-scan en een CT-scan. Zo is goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten. Met de CT-scan wordt duidelijk of er uitzaaiingen in andere botten zitten. Met de PET-scan kan de arts uitzaaiingen op andere plekken van het lichaam opsporen.
De huisarts of specialist kan een aantal onderzoeken voorstellen om vast te stellen of het om uitzaaiingen gaat, zoals een bloedonderzoek, PET-CT-scan, longfoto of CT-scan van de borstkas, echografie van de lever of CT-scan van de buik, botscan of MRI-scan.
Een MRI-scanner is een apparaat dat met een magnetisch veld, radiogolven en een computer gedetailleerd foto's van de binnenkant van uw lichaam maakt. De scan maakt lengte- en dwarsdoorsnedes van uw lichaam. Hij laat een eventuele tumor of uitzaaiing zien.
Contrastvloeistof kan allergische reacties veroorzaken zoals: jeuk, galbulten en verkleuring van de huid. De afdeling radiologie heeft medicijnen om dergelijke reacties direct tegen te gaan. Contrastdrank geeft soms bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, hoofdpijn en galbulten.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.