Leerlingen leren bij aardrijkskunde de wereld beter kennen en begrijpen.En ze leren hoe mooi, bijzonder en kwetsbaar het leven op aarde is. Naast kennis, leren leerlingen vaardigheden die je nodig hebt om de wereld, dichtbij en veraf, te onderzoeken en wellicht een beetje mooier te maken.
Het biedt leerlingen de vaardigheden om de wereld, dichtbij en veraf, te ontdekken. Ze verwerven de kennis die nodig is om de aarde en haar bewoners te kunnen begrijpen. Aardrijkskunde gaat niet alleen over de wereld zoals die nu is, maar ook over de wereld zoals die zou kunnen worden.
Het is nuttig voor iedereen: als toerist, als kiezer bij de verkiezingen, als betrokkene bij een bestemmingsplan, als ondernemer die een plek voor zijn/haar bedrijf zoekt, etc. Ook zul je onderwerpen in het journaal en het nieuws in de krant beter begrijpen. Aardrijkskunde is bovendien een heel breed vak.
Bij aardrijkskunde leer je hoe de wereld om je heen in elkaar zit. Je kijkt niet alleen naar de aarde als planeet, maar ook naar de aarde als woonplaats voor allerlei mensen met verschillende culturen. Het gaat over onderwerpen als steden, leefomgeving, landschappen, klimaatverandering, toekomst en globalisering.
De reikwijdte van geografie omvat het onderzoek van de landschappen, omgevingen en de relaties die ze hebben op aarde. Het biedt een uitgebreid begrip van zowel natuurlijke gebeurtenissen als menselijke activiteiten, en onthult hoe ze interacteren met en de wereld om ons heen beïnvloeden .
Geografie studeren helpt ons om een plek te leren kennen . Alle plekken en ruimtes hebben een geschiedenis achter zich, gevormd door mensen, aarde en klimaat. Geografie studeren geeft betekenis en bewustzijn aan plekken en ruimtes. Het helpt studenten ook met ruimtelijk bewustzijn op de wereldbol.
Aardrijkskunde leert en versterkt de algemene wereldkennis. Het geeft letterlijk richting aan nieuwsberichten vanuit de wereld om ons heen. Daarnaast geeft aardrijkskunde altijd een deel van de verklaring over waarom het bericht uit die locatie komt. Daarvoor is het handig als je weet waar iets plaatsvindt.
Waarom leren we leerlingen topografie? Topografische kennis zorgt ervoor dat leerlingen een kaartbeeld van de wereld in hun hoofd krijgen. Leerlingen leren bij topografie welke gebieden dichtbij en welke veraf liggen ('Spanje ligt verder weg van Nederland dan België').
Aardrijkskunde als wetenschap
Een belangrijk onderscheid is dat tussen de bestudering van natuurlijke verschijnselen en culturele verschijnselen. Hierop grijpt de specialisering in enerzijds fysische geografie en anderzijds sociale geografie terug.
Het kiezen van de juiste methode voor datapresentatie is belangrijk en weten hoe je een grafiek moet invullen is een essentiële geografische vaardigheid. Data wordt vaak gebruikt om geografische informatie te tonen. Het kunnen gebruiken van datametingen, het maken van berekeningen en het verkennen van relaties is een essentiële geografische vaardigheid.
Verplichte vakken
rekenen en wiskunde; oriëntatie op jezelf en de wereld: zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeersles en staatsinrichting; kunstzinnige oriëntatie: bijvoorbeeld muziek, tekenen en handvaardigheid; 2 lesuren bewegingsonderwijs: bijvoorbeeld gymlessen.
Het is een wetenschap die onderzoekt wat er op aarde gebeurt. Hoe hun industrie, economie en hun politiek is geregeld, waar ze liggen en wat de hoofdsteden zijn (topografie). Maar het gaat ook over natuurkundige verschijnselen. Bijvoorbeeld vulkanen, natuurrampen en aardbevingen.
Basisbehoeften zijn zaken die iedereen nodig heeft om menswaardig te leven. Die basisbehoeften zijn: voeding, huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg (en schoon drinkwater).
Arbeidsmarktperspectief. Geografen, planologen en milieukundigen komen terecht in diverse sectoren. Je bezit kwaliteiten die gewaardeerd worden door veel werkgevers zoals overheden, als gemeentes en provincies, maar ook in het bedrijfsleven zoals bij onderzoeks- en adviesbureaus.
De minder goede leerlingen (met minder dan een 6 voor het vak) vinden aardrijkskunde naar verhouding een iets moeilijker vak, dat meer moeite en tijd kost dan andere vakken, en in het derde leerjaar moeilijker is dan in het tweede. Ze vinden de afzonderlijke onderwerpen ook lastiger.
Het vak wiskunde B is het meest geschikt voor scholieren die een bèta vervolgstudie willen gaan volgen zoals natuurkunde, econometrie of biologie. Binnen wiskunde B werk je vooral veel met grafieken en algebra.
je kan proberen om een plaats te onthouden door verbanden te leggen. Om topografie te leren kan het helpen om iets grappigs te bedenken wat rijmt op de plaatsnaam. Maak daarbij een beweging die bij de plaats past of hang er een bepaalde emotie aan. Het werkt het beste als het kind zelf de associatie bedenkt.
Door op school te leren over de natuur, de aarde, geschiedenis en daar ook over te praten, krijg je een grotere woordenschat. En dat heb je weer nodig voor bijvoorbeeld begrijpend lezen en om elkaar goed te kunnen begrijpen. Je hersenen leggen verbindingen voor als je later de kennis ineens weer nodig hebt.
Aardrijkskundige kennis gaat over een duurzame leefomgeving, dichtbij en veraf, in een wereld waarin steeds meer alles met alles samenhangt. Aardrijkskunde helpt leerlingen zicht te krijgen op die wereld. ➢ Aardrijkskunde leert je complexe situaties te overzien.
Met topografie leer je de ligging van plaatsen, wateren, bergen, streken en landen. Dit is erg handig om te weten wanneer je bijvoorbeeld op vakantie gaat of je iets hoort op het nieuws over een plek. Dan weet je waar het over gaat!
Geografisch denken: Hierbij gaat het om aspecten van de geografische werkwijze die eenvoudig of meer complex kunnen worden uitgewerkt. Zo kan een vraagstuk vanuit één dimensie bekeken worden of vanuit meerdere dimensies (economisch, politiek, sociaal-cultureel en fysisch).
Aardrijkskunde op het voortgezet onderwijs
Het vak aardrijkskunde laat leerlingen kennismaken met de wereld om hen heen. Het gaat over het bestuderen van de aarde, haar geografische regio's en eigenschappen en de interactie van mensen met de aarde.