Verminderd oogcontact is een bekend symptoom van autisme. Waarom kinderen met autisme minder naar de ogen van anderen kijken, is onbekend. Er zijn twee mogelijke verklaringen: kinderen met autisme vermijden oogcontact, omdat ze het stressvol en vervelend vinden om een ander in de ogen te kijken.
Geen oogcontact maken kan verschillende redenen hebben. Het kan zijn dat de begaafde leerling met sociale problemen het maken van oogcontact als onprettig ervaart. Indien een leerling zeer gevoelig is voor visuele prikkels kan het zijn dat het aangaan van oogcontact een overprikkeling bij hem veroorzaakt.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
Beperkingen binnen de sociale interactie: kinderen met Asperger hebben een gebrek aan empathie. Ze lijken vaak ongevoelig. Ze vinden het moeilijk om vriendschappen te sluiten en te onderhouden. Ook vinden ze het lastig om met andere mensen bezigheden, plezier en prestaties te delen.
Klassiek autisme
Je ziet bij kinderen dat ze moeite hebben met communiceren. Ze zijn ongeremd en vertonen vaker hyperactief of agressief gedrag. Andere problemen zijn: tics, dwangmatig gedrag, slaapproblemen en epilepsie. In sommige gevallen is er ook sprake van een verstandelijke beperking.
Het kind is vooral op zichzelf gericht en heeft weinig aandacht voor de mensen in de omgeving. Het is bijvoorbeeld weinig nieuwsgierig naar de inbreng van een volwassene in het spel of kijkt weinig naar wat andere kinderen doen.
het kind herhaalt klanken of doet ze na; het kind verwijst naar zichzelf als 'jij', 'zij' (of 'hij'). Dit is normaal gedrag tot een jaar of 3, maar daarna niet meer; het kind heeft een opvallend woordgebruik (niet passend bij de leeftijd of de situatie);
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Vanaf welke leeftijd kan autisme worden vastgesteld? Vanaf een leeftijd van 24 maanden is de diagnose ASS betrouwbaar te stellen. Belangrijker is echter dat tijdige herkenning van achterstanden in de sociale en emotionele ontwikkeling, zodat bijtijds passende hulp geboden kan worden.
Waar kijk jij naar? Oogcontact kan een gesprek in een bepaalde richting sturen. Zo blijkt dat degene die als eerste wegkijkt kan overkomen als verlegen, nerveus of 'onderdanig'. Bij belangrijke gesprekken zoals onderhandelingen merk je daardoor wel eens dat iemand je langer aankijkt dan normaal.
Als iemand je niet durft aan te kijken
Ze vinden het bedreigend omdat ze niet weten wat anderen (over hen) denken als zij ze aankijken. Daar hebben ze vaak ideeën over die niet altijd waar zijn. Ze voelen zich angstig of verlegen. Daarom kijken ze liever de andere kant op.
Autisme is erfelijk
Maar het is nog niet duidelijk welke genen precies bijdragen aan de ontwikkeling van een autismespectrumstoornis. Autisme wordt vaker bij mannen dan bij vrouwen gediagnosticeerd. Het is dan ook aannemelijk dat het vaak de vader is die de genmutatie doorgeeft aan het kind.
Als je vermoedt dat er bij een kind sprake is van autisme, ga hierover dan eerst in gesprek met de ouders. Herkennen zij of mensen uit hun omgeving wat jij ziet? Maken zij zelf of anderen in hun omgeving zich daar zorgen over?
We kunnen autisme niet genezen, maar we kunnen sommige klachten die kinderen hebben wel verminderen. Het begint met rust en aanpassing in de opvoeding. Pas daarna is therapie eventueel zinvol.
In het regulier onderwijs zijn er scholen die geschikt zijn voor kinderen met autisme. Zij hebben bijvoorbeeld een leerkracht die is gespecialiseerd in autisme en kunnen de ondersteuning bieden die je kind nodig heeft. Kijk naar wat jouw kind nodig heeft en informeer bij de school of ze dat kunnen bieden.
ADD is een afgeleide vorm van ADHD. Groot verschil is dat kinderen met ADHD erg druk zijn, terwijl kinderen met ADD juist geen last van hyperactiviteit hebben. Net als mensen met ADHD, hebben ook mensen met ADD allerlei problemen in het dagelijks leven.
Een contactstoornis betekent dat je een of meer van de volgende kenmerken herkent: moeite met persoonlijk of sociaal contact zoals vriendschappen sluiten en onderhouden. Je maakt op een opvallend andere manier contact dan mensen zonder autisme dat doen. moeite om te begrijpen wat een ander van u verwacht.
Het maken van stereotype bewegingen zoals fladderen, schommelen en rondjes draaien wordt vaak geassocieerd met autismespectrumstoornissen en is zelfs één van de criteria die genoemd wordt in de DSM-IV. Zelfstimulerend gedrag wordt het ook wel genoemd, in het Engels afgekort naar 'stimming'.