Pasgeborenen kijken u daarom vaak kort aan. Wat ze dan zien is al zoveel, dat ze daarna hun ogen afwenden om eerst deze nieuwe indrukken te gaan verwerken. Er zijn baby's die nog helemaal niet iemand aan willen kijken.Die hebben al genoeg aan het verwerken van indrukken die ze opdoen met oppakken, voeden en knuffelen.
Wanneer uw baby u nog helemaal niet wil aankijken, heeft het al genoeg aan het verwerken van indrukken die het opdoet met oppakken, voeden en knuffelen. Vervolgens komt dan het moment dat uw baby u toch wil aankijken, al is het maar eventjes. Deze momenten komen steeds vaker; het worden 'ogenspelletjes'.
Als een baby in de eerste zes maanden geen oogcontact kan maken, wordt onmiddellijk overleg met een expert aanbevolen. Kinderartsen kunnen het oogcontactprobleem verder evalueren door de ouders te observeren en te vragen naar de volgende gedragskenmerken van de baby: De baby heeft de neiging om niet naar zijn ouders te kijken .
Er zijn twee mogelijke verklaringen: kinderen met autisme vermijden oogcontact, omdat ze het stressvol en vervelend vinden om een ander in de ogen te kijken. Of kinderen met autisme kijken minder naar de ogen van andere mensen, omdat ze de sociale aanwijzingen die oogcontact kan opleveren niet belangrijk achten.
Oogcontact is een vroege voorspeller van taalvaardigheden.
De beste manier om de ontwikkeling van oogcontact bij uw baby te ondersteunen, is door naar hem te kijken terwijl u hem voedt . Een pasgeboren baby kan namelijk maar zo'n 20 tot 38 centimeter ver kijken, ongeveer de afstand tot uw gezicht wanneer u de baby vasthoudt.
Het is normaal om af en toe oogcontact te vermijden, vooral in de eerste paar maanden van het leven van je baby. Baby's leren en verwerken hun wereld voortdurend via hun zintuigen. Soms betekent dat dat ze even wegkijken om zich op iets anders te concentreren .
Sprekende ogen
Je pasgeboren baby kijkt je daarom vaak kort aan. Maar dan komt het moment dat je baby je toch vaker en langer gaat aankijken. Dan zul je zien dat je baby je met zijn of haar oogjes heel wat kan vertellen. Volle blik: het echte aankijken betekent dat je baby contact wil maken en krijgen.
Als uw kind oogcontact vermijdt, kan dit duiden op autisme of ASS . Dit kan echter ook het gevolg zijn van andere factoren die niets met autisme te maken hebben, zoals gehoorproblemen, sociale angst, etc. Praat met een gedragstherapeut om te zien of het gebrek aan oogcontact het gevolg is van autisme of ASS.
Baby's met autisme spelen bijvoorbeeld vooral met één speeltje of doen steeds hetzelfde. Voorbeelden van repetitieve bewegingen zijn het fladderen met de handen bij emoties, of het kenmerkende heen en weer schommelen, wat je waarschijnlijk kent uit films. Doorgaans leidt dit alles tot problemen in het dagelijks leven.
Persisterende vuistjes, weinig variatie in het bewegingspatroon, een te lage spierspanning: allemaal zaken die kunnen duiden op een afwijkende motorische ontwikkeling. Zo zijn er nog veel meer signalen om aan de bel te trekken. Kinderen maken na hun geboorte in hoog tempo stappen in hun motorische ontwikkeling.
Autisme is een complexe hersenstoornis die ongeveer 1 op de 88 kinderen treft. Een hoofdsymptoom is verminderde sociale interactie, waaronder een gebrek aan oogcontact .
Een koortslip is een vorm van herpes en daar worden baby's onder de 3 maanden heel ziek van. Het is geen probleem als ouders met hun kind kussen, want die geven hun baby antistoffen mee tegen hun eigen virus. Maar als je kust met de baby van een ander, kun je herpes wel doorgeven.
Je kunt je beter afvragen waarom je kind je niet aankijkt. Het kan duiden op angst of gebrek aan motivatie, maar ook op concentratie. Je kunt je kind wel 'uitnodigen' om naar je te kijken, door bijvoorbeeld te zeggen: “misschien geloof je me niet, maar als je naar me kijkt dan kun je zien, dat ik meen wat ik zeg”.
Het beeld klopt niet voor een jong kind
Jonge kinderen ervaren zichzelf van binnenuit, een baby weet niet dat hij zichzelf in de spiegel ziet. Dat is bij oudere kinderen en volwassenen anders maar een baby heeft echt nog geen idee en beleeft zichzelf en de omgeving als één.
PDD-NOS. Dit is een mildere variant van autisme. PPD-NOS heeft verschillende kenmerken, maar je hebt bij deze vorm van autisme vooral moeite met spreken, schrijven en lezen.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
,,Bij baby's die later hoogbegaafd blijken zien we dat ze een hoge mate van alertheid hebben en heel wijs de wereld in kijken, intens oogcontact maken en veel eerder dan zes weken bewust lachjes laten zien. Ook zie je snel een sterke eigen wil naar voren komen.
Ondoordacht gedrag, ook wel impulsief gedrag genoemd. Snel reageren zonder nadenken, veel praten en dingen eruit flappen. Concentratieproblemen. Snel afgeleid zijn, vaak dingen kwijt zijn, veel dagdromen, moeite hebben met het afmaken van taken, snel dingen vergeten, moeilijk kunnen luisteren.
Probeer te spelen met inzetpuzzels, een brievenbus, blokken of stapelringen door één stuk tegelijk dicht bij uw gezicht te houden op ooghoogte . Dit kan uw kind aanmoedigen om naar u te kijken. Als hij/zij niet naar u kijkt, probeer dan twee stukken tegen elkaar te slaan of gooi het op en neer om de aandacht van uw kind te trekken.
Sommige baby's raken overprikkeld door oogcontact en de neurale boodschappen die hun hersenen ontvangen ! Ze kunnen daarna enige tijd weigeren oogcontact te hebben, zelfs wekenlang. Na verloop van tijd leert u de specifieke persoonlijkheid van uw baby kennen en weet u welke signalen hij of zij afgeeft wanneer hij of zij oogcontact wil hebben.
Vermijden van oogcontact is niet per se desinteresse
Merk je dat iemand je niet aankijkt tijdens een gesprek? Dan hoeft dat echt geen desinteresse te zijn. Er kan altijd een achterliggende reden zijn, zoals autisme. Zelfs bij een collega of een klant kan iemand daardoor toch oogcontact vermijden.
Een baby die in de wakkere tijd teveel indrukken (prikkels) heeft opgedaan, heeft vaak ook wat meer moeite om in slaap te vallen. Een overprikkelde baby wordt, soms al huilend, steeds drukker in zijn bewegingen en draait zijn hoofdje weg van licht, speelgoed en/of mensen.
Als hij zich niet lekker voelt, kromt hij zijn lijfje en trekt hij zijn beentjes op. Als hij blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier. Je kunt plezier ook merken aan het gezicht en het geluid dat je baby maakt. Als hij ontspannen is, is zijn lichaam recht en zijn de handjes open.
Laten we eens kijken naar de verschillende manieren waarop je baby hongersignalen kan uiten. 1. Tongbewegingen: Een van de subtiele hongersignalen die je baby kan laten zien, zijn tongbewegingen. Je baby kan zijn tong uitsteken, bewegen of zuigen op zijn tong als hij honger heeft.