Gewoonlijk leeft de treksprinkhaan als individu in zijn solitaire vorm. Afgezien van het paren, vermijdt hij dan soortgenoten en is onschadelijk. Na een periode van droogte gevolgd door voldoende regenval ontstaat er een uitbundige vegetatie. Zo komt er overvloedig voedsel voor de sprinkhanen beschikbaar.
Sprinkhanen kan je warm zetten in een goed ventilerende bak met genoeg klimmogelijkheden. Sprinkhanen zoeken altijd de warmte van de lampen op in de bak. Sprinkhanen eten het liefst gras! Hier halen ze hun vocht en voedingsstoffen uit.
Peper en knoflook zijn natuurlijke insect werende middelen. Ze bestrijden kevers, sprinkhanen en naaktslakken en houden ook grotere dieren zoals konijnen op een afstand. Wat heb je nodig? Meng de knoflook en het chilipoeder in het hete water en laat het mengsel een nacht trekken.
Net als veel andere insecten hebben de rechtvleugeligen een breed scala aan vijanden, van vogels, amfibieën, reptielen en zoogdieren tot insecten en andere ongewervelden. Voorbeelden van amfibieën die krekels eten zijn vrijwel alle kikkers en veel grotere soorten salamanders.
Ze kunnen flink bijten, indien vastnemen niet noodzakelijk is moet het vermeden worden. Neem ze eventueel bij het halsschild terwijl de beide achterpoten tegelijkertijd tegen lichaam worden gedrukt.
De Sprinkhaan staat voor astraal reizen, stapt over obstakels heen en maakt nieuwe stappen vooruit. Ook bezit de sprinkhaan het vermogen om snel van carrière te veranderen.
Soms springen ze wel eens een woning binnen. Ze zijn zo groot als je duim, dus maken best indruk. Ze bijten alleen als je ze oppakt, maar niet tot bloedens toe", weet De Baerdemaeker.
Krekels zijn koudbloedig en nemen de temperatuur aan van de omgeving. Als de temperatuur stijgt, dan tjirpen ze dus sneller en ze tjirpen langzamer als de temperatuur daalt.
Sprinkhanen kunnen echter de mens ook tot nut zijn. Zo zouden sprinkhanen samen met andere insecten wellicht als oplossing kunnen dienen voor het wereldvoedselprobleem. Het eten van insecten is voor tachtig procent van de wereldbevolking heel normaal. Alleen in Europa en Noord-Amerika is men hier niet aan gewend.
Sprinkhanen en krekels zijn zelf ook voedsel. Veel diersoorten eten ze. Vogels bijvoorbeeld, maar ook kikkers en kameleons, zoals je op de foto's kunt zien. Ze vangen ze met hun lange tongen zo uit de lucht of van plantenstengels af.
De Ormia-vlieg heeft zo'n vernuftig gehoorsysteem dat het een krekel op 120 meter afstand kan lokaliseren. Dat komt overeen met een mens die een mobieltje op een kilometer afstand hoort afgaan.
Een bidsprinkhaan kan 2 weken zonder voedsel.
Die krijgen ze van warmte en voedsel. Insecten zijn koudbloedige dieren die zichzelf niet warm houden. Hun lichaam heeft dezelfde temperatuur als de omgeving. Insecten warmen zich lekker op aan de zomerzon, met die energie verzetten ze veel werk.
Ze hebben wel bloed, maar gebruiken dit niet om zuurstof te transporteren zoals zoogdieren en reptielen. Het bloed bevat dan ook geen hemoglobine en is kleurloos. Ook is de ademhaling niet gekoppeld aan de monddelen, maar verloopt via vele openingen in het uitwendige skelet.
Kunnen krekels bijten? De overeenkomst tussen sprinkhanen en krekels is dat de meeste soorten ongevaarlijk zijn. Toch kunnen sommige krekels bijten en gif in de wond spugen. Vooral de grote krekels kunnen best wel eens aanvallen.
Krekels zijn nachtdieren en staan vooral bekend om het hoge, schrille, tjirpende gezang van de mannetjes die vrouwtjes proberen aan te trekken.
Krekels maken geluid door de vleugels snel over elkaar te wrijven. Ze gebruiken de geluiden om andere krekels te vertellen wie ze zijn en wat ze willen. Geluid is een communicatiemiddel. De vleugels zijn zo gebouwd, dat ze als muziekinstrument kunnen werken.
Het is een warmteminnende en bodembewonende soort die niet veel klimt en holletjes graaft onder graspollen of plantenwortels. Hierin wordt geschuild bij slecht weer of bij verstoring. Tegen het begin van de winter wordt het holletje afgesloten om te overwinteren.
Bij het mannetje zijn de vleugels langer, maar deze heeft geen legbuis. Deze iets gekromde en zijdelings afgeplatte legbuis, vandaar de naam sabelsprinkhaan, wordt onterecht nog weleens aangezien voor een angel, maar geen enkele sabelsprinkhaan kan ermee steken.
Gemiddeld kan een sprinkhaan namelijk zo'n 25 centimeter hoog en makkelijk een meter ver springen. Dat lijkt misschien niet zo indrukwekkend, maar als je zijn lichaamsomvang in acht neemt, kan je dit vergelijken met een mens van gemiddelde grootte die over een voetbalveld heen springt. Aha!
Het zijn alleseters, met een voorkeur voor zacht plantaardig en dierlijk voedsel. Zoals fruit, groenten, brood, vlees, etensresten, maar ook insecten (inclusief kannibalisme) en uitscheidingen van mens en dier. Ze kunnen 10-20 dagen overleven zonder voedsel.
De grote groene sabelsprinkhaan is één van de grootste Nederlandse insekten. Met de lange vleugels kunnen de dieren goed vliegen, hoewel dit weinig wordt waargenomen. Ze eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel.
Ze zijn vrijwel altijd duidelijk zichtbaar. Met deze grotere facetogen worden voedsel en vijanden waargenomen. Facetogen bestaan uit heel veel kleine oogjes, ommatidia. Met elk oogje zien ze een heel klein stukje van de omgeving.