Er zijn omgevingsfactoren die een rol spelen, zoals de hoeveelheid input die een kind krijgt, de kwaliteit van de input, hoeveel verschillende sprekers een kind hoort, en hoeveel verschillende talen. Hoe meer input en hoe gestructureerder die input, hoe vlotter kinderen hun moedertaal verwerven.
Meestal leren kinderen taal vanuit twee richtingen: vanuit hun aangeboren taalvermogen en vanuit de mensen om hen heen die taal aanbieden en voordoen. In principe is er geen sprake van taalles of lijsten met taaldoelen, het gaat vanzelf. Daarom wordt dit proces vaak taalverwerving genoemd.
Kinderen leren vlotter een taal omdat hun hersenen nog niet volledig zijn ontwikkeld en ze daarom vooral onbewust bezig zijn met leren. Dat blijkt uit het onderzoek van postdoctoraal onderzoeker 1Eleonore Smalle. Vooral de nog niet ontwikkelde prefrontale cortex speelt een rol.
De meeste kinderen ontwikkelen tussen 0 en 5 jaar van enkele woordjes gebruiken tot volledig verstaanbaar praten. Wanneer een kind één taal goed en volledig leert spreken, ontwikkelt hij of zij taalgevoel. Hierdoor kan het kind andere talen ook beter leren.
Baby's en kinderen vormen snel neurale verbindingen, waardoor het leren van nieuwe talen gemakkelijker wordt . Naarmate de hersenen zich ontwikkelen, worden ze meer gespecialiseerd en versterken ze de neurale paden die regelmatig worden gebruikt. Dit is de reden waarom degenen die op zeer jonge leeftijd een taal leren, het accent van een moedertaalspreker hebben.
Uit ons onderzoek blijkt dat kinderen volwassenen overtreffen in hun vermogen om onbewust nieuwe taalregels te leren, wat betekent door passieve blootstelling zonder bewustzijn van wat ze leren. Volwassenen presteren daarentegen beter dan kinderen in hun vermogen om te leren onder bewustzijn.
Tijdens deze "kritieke periode" specialiseren verschillende hersengebieden zich voor verschillende taken, waaronder taal. Dit betekent dat als je als kind een tweede taal leert, je hersenen kunnen veranderen en zich kunnen aanpassen , wat je helpt om een moedertaalspreker van de tweede taal te worden.
Een kind dat niks zegt, loopt achter in taalontwikkeling
Meertalige kinderen maken soms een "stille periode" door. Dat wil zeggen dat ze een tijd in een van beide talen niet praten. Dat heeft vaak te maken met onzekerheid.
Kinderen kunnen leren om meer dan één taal te gebruiken . Ze kunnen talen leren thuis, op school of in de gemeenschap. Sommige kinderen kunnen gemakkelijk meerdere talen gebruiken. Soms kennen ze de ene taal beter dan de andere.
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
Weten wie je bent en waar je vandaan komt, geeft je de kans om je te ontwikkelen tot wereldburger. Het goed beheersen van de moedertaal is een verrijking van de eigen culturele identiteit en daarnaast van belang voor het zelfvertrouwen van een kind.
Volwassenen troeven kinderen af bij de meeste cognitieve vaardigheden. Ze hebben een grotere aandachtsspanne, een sterker geheugen en een complexer redeneervermogen. Maar kinderen leren wel makkelijker een nieuwe taal aan.
Samenvatting. Kun je – als je je geboorteland verlaat – je moedertaal vergeten? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit inderdaad mogelijk is. De leeftijd waarop iemand emigreert, lijkt echter wel van grote invloed te zijn op dit proces van taalverlies.
Het zou je vast niet verbazen maar voor Nederlanders is Engels de makkelijkste taal om te leren. Dat komt omdat we naar veel Engelstalige media kijken en luisteren. We kijken bijvoorbeeld veel films met ondertiteling. Veel landen zoals Duitsland doen dat niet, zij vertalen het naar het Duits en spreken het opnieuw in.
Cognitieve ontwikkeling
Kinderen die twee talen tegelijk leren, hebben langer cognitieve voordelen , maar sequentiële of opeenvolgende tweetaligen (mensen die een nieuwe taal één voor één leren) hebben er ook baat bij. Het spreken van meer dan één taal helpt ons zelfs als we ouder zijn.
De beste leeftijd is de vroege kinderjaren, als de leeromstandigheden voldoende zijn om de taal rijk, overvloedig en voortdurend te leren. Kinderen lijken namelijk het beste te leren als ze een tweede taal kunnen leren op dezelfde manier als ze hun eerste taal hebben geleerd.
In sommige delen van de wereld is het gebruikelijk dat baby's minstens drie talen leren. Het is mogelijk om baby's meerdere talen tegelijk te leren. Gelukkig kunnen baby's ook niet-moedertalen leren, zelfs als de ouders die talen niet spreken. De eerste taak is om te bepalen welke talen ze moeten leren.
Bij simultane taalontwikkeling verwerven kinderen verschillende talen tegelijk. Ze ontwikkelen dus meer dan één moedertaal. Hun taalontwikkeling verloopt zoals de taalontwikkeling van eentalige kinderen, alleen leren ze meerdere talen tegelijkertijd.
Volgens veel taalkundigen bestaat er een zogeheten kritieke periode voor het leren van taal, die eindigt rond de puberteit. Aan het eind van deze periode zouden biologische veranderingen in de hersenen plaatsvinden die ervoor zorgen dat we minder gevoelig zijn voor het taalaanbod.
De stille periode hypothese is het idee dat wanneer een taal wordt geleerd, er een periode zou moeten zijn waarin van de leerling niet wordt verwacht dat hij actief taal produceert . Dit is gebaseerd op observaties van een luisterperiode bij baby's wanneer ze een eerste taal leren.
Kinderen leren vlotter een taal omdat hun hersenen nog niet volledig zijn ontwikkeld en ze daarom vooral onbewust bezig zijn met leren. Dat blijkt uit het onderzoek van postdoctoraal onderzoeker 1Eleonore Smalle. Vooral de nog niet ontwikkelde prefrontale cortex speelt een rol.
Baby's en kinderen vormen snel neurale verbindingen, waardoor het leren van nieuwe talen gemakkelijker wordt . Naarmate de hersenen zich ontwikkelen, worden ze meer gespecialiseerd en versterken ze de neurale paden die regelmatig worden gebruikt. Dit is de reden waarom degenen die op zeer jonge leeftijd een taal leren, het accent van een moedertaalspreker hebben.
Het toelaten van de moedertaal in de klas, om kinderen iets aan elkaar te laten uitleggen, zorgt dus voor een opstap om tot leren te komen. Kinderen kunnen gebruik maken van een grotere hoeveelheid onderliggende kennis over talen om het centraal kennisreservoir te voeden.