Voor een drukverband bij kneuzingen en verstuikingen is het doel van het verband druk geven op het aangedane lichaamsdeel en voor steun en rust te zorgen. Tevens tracht men verdere zwelling te voorkomen.
Een drukverband wordt gebruikt bij kneuzingen, verstuikingen of verzwikkingen. Een drukverband wordt aangelegd om te zorgen voor meer stevigheid en om verdere zwelling te voorkomen.
Een drukverband (ook wel steunverband of rekverband genoemd) wordt vooral gebruikt bij blessures om verdere zwelling te voorkomen. Voorbeelden van blessures waar drukverband bij kan worden gebruikt, zijn kneuzingen of verstuikingen.
Het is bestemd om een wond voor infectie te behoeden tijdens transport naar medische hulp.
Functies van een verband
Een open wond afdekken om besmetting van de wond te voorkomen, zoals bij een wonddekverband. Zie ook Huidverwondingen. Een ernstige bloeding stelpen, zoals bij een wonddrukverband. Een gewrichtsletsel steun en rust geven, zoals bij een drukverband.
In veel gevallen breng je onder het verband een gaasje (bij wonden) of watten (bij een steunverband) aan. Het is dan niet alleen belangrijk om het verband goed op zijn plaats te houden; voordat je het fixeert dien je te controleren of het aangebrachte gaasje of de watten nog op de goede plek zitten.
Te gebruiken bij wonden en kneuzingen of verstuikingen
Bij een wond zorgt drukverband ervoor dat het bloeden eerder stopt. Door de (lichte) druk die wordt uitgeoefend zal de wond sneller stoppen met bloeden.
Om stuwing in de ledematen te voorkomen dient men bij het aanbrengen van een zwachtel altijd in de richting van het hart te zwachtelen. Men begint dus aan het uiteinde van de ledemaat (distaal) en werkt naar het lichaam toe (ofwel 'in de richting van het hart' of proximaal).
U mag geen ringen of armbanden dragen. Deze kunnen gaan knellen bij een zwelling. De arts heeft u persoonlijk verteld hoe lang u het drukverband om moet houden. Meestal is dit ongeveer 5 dagen.
Het verband dient u 's nachts te laten zitten. Na 3 tot 5 dagen mag u het verband van de enkel halen, tenzij uw behandelend arts anders voorschrijft. Zorg ervoor, dat u uw enkel zo min mogelijk belast. Dit houdt in, dat u er niet op mag staan of lopen.
Draag de kous van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Nooit gedurende de nacht. Ervaart u klachten als vocht, verkleuring of pijn? Draag dan dagelijks de steunkous, ook al is uw 'termijn' voorbij, dat helpt om grotere problemen op langere termijn te voorkomen.
Ook moet u er voor zorgen dat het verband niet nat wordt. Dit kan bijvoorbeeld door tijdens het wassen een plastic zak om uw enkel te doen. Het beste is om de enkel gedurende de hele dag (ook 's nachts) hoog te houden. Op deze manier wordt de zwelling minder en vermindert u de pijn.
Aandachtspunten. Kijk in de rol tijdens het aanleggen van het verband. Zet niet te veel rek op de hydrofiele zwachtel tijdens het afrollen, dit zorgt voor afknellen van de hand. Controleer of er geen tintellingen zijn in de vingers en de vingers niet gestuwd raken.
Als het drukverband te strak zit, kan er zwelling optreden. Door te weinig ruimte onder het verband worden de bloedvaten dichtgedrukt. Een zwelling is het geval als u last krijgt van pijnlijke, gezwollen, koude, tintelende, blauwe of witte tenen.
Zwachteltherapie is nodig om het vocht uit uw benen te halen, zodat de wond goed kan genezen. Wij zwachtelen in de behandelkamer van de polikliniek dermatologie. De zwachtels worden strak aangelegd. Het is belangrijk dat u na het zwachtelen veel loopt en uw kuitspieren gebruikt.
Wil je weten of het verband niet te strak is aangebracht en of de circulatie nog goed is? Duw dan met je vinger even stevig in de huid een stukje onder het verband. De huid zal wit kleuren, maar vrijwel direct weer de normale kleur aannemen bij een goede doorbloeding.
Drukverband. Bij een flink bloedende wond leg je eerst een snelverband aan, en als de wond door het verband heen bloedt leg je ook een drukverband aan. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de ideaalzwachtel, een sterke en rekbare zwachtel waarmee je druk kan uitoefenen op de wond.
Op de vraag of je een wond moet afdekken of openlaten, hebben we maar één goed antwoord: afdekken. Door pleisters of verband te gebruiken, bescherm je jouw huid tegen vuil van buitenaf. Zo voorkom je infecties en zorg je er dus voor dat je wond rustig kan genezen.
In principe moet je daarom verband dagelijks verschonen. Zeker in het begin en bij een wond die nog niet helemaal dicht is. Heeft zich overal op de wond al een korst gevormd, dan zou je om de dag of drie keer per week kunnen verschonen.
Gebruik bij een wond altijd steriel gaas en steriel verband. Dit is in elke goede EHBO koffer aanwezig. Vet gaas in combinatie met steriel wondverband kan ook worden gebruik bij wonden die al aan het genezen zijn of schaafwonden.
Schuimverband is ademend, houdt bacteriën vast en houdt tegelijkertijd de wond vochtig. Het schuimverband is te krijgen met en zonder plakrand en deze kleeft niet vast aan uw wond. Daardoor kan schuimverband pijnloos worden verwijderd.
Naast voldoende energie, eiwit en vocht is het belangrijk dat de voeding voldoende voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen bevat. Vitamines en mineralen zijn essentieel bij de wondgenezing.