Kinderen komen niet in aanmerking voor medehuurderschap, aangezien ze vroeg of laat op zichzelf gaan wonen. Zij hebben daarom geen gemeenschappelijke duurzame huishouding met hun ouders. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een inwonend kind medehuurder worden.
Kunnen inwonende kinderen medehuurder worden? Als een inwonend kind medehuurder wil worden bij een van de ouders, dan lukt dat meestal niet. Want er is in principe geen duurzame gezamenlijke huishouding. Het idee is dat kinderen op termijn het ouderlijk huis zullen verlaten.
Een meerderjarig inwonend kind kan niet zomaar de huur voortzetten. Daarvoor gelden specifieke voorwaarden. Zo moet het inwonend kind in de huurwoning zijn of haar hoofdverblijf hebben en voldoende financiële waarborgen voor nakoming van de huurovereenkomst bieden.
In de meeste gevallen kunt u een huurwoning niet overdragen aan uw kind als uw kind bij u woont. Als u verhuist of overlijdt, wijst de verhuurder de woning toe aan een nieuwe huurder. Uw inwonende kind krijgt zes maanden de tijd om een andere woning te zoeken. Er is één uitzondering.
Kan ik medehuurder worden met mijn ouder of ander familielid? Nee, meestal kan dit niet. Met een familielid heeft u geen duurzame gemeenschappelijke huishouding. Ook niet met een vader of moeder.
De regel is dat een kind uw huurwoning niet kan overnemen. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een kind huurder blijven. Om te beginnen moet hij dan al in dit huurhuis wonen als u overlijdt. Ook moet u samen een gemeenschappelijke huishouding hebben.
Een medebewoner is iemand die bij u in huis woont. Dit kan uw kind zijn, maar ook uw partner, een familielid of een kennis. Een medehuurder heeft rechten en plichten ten aanzien van de huurovereenkomst.
U mag als meerderjarige inwonende wees (18 t/m 27 jaar) in de huurwoning van uw overleden ouder(s) blijven wonen. Voorwaarde is dat de woning bij de grootte van uw huishouden en inkomen moet passen. Is de woning bijvoorbeeld te groot of te duur? Dan mag u maximaal 2 jaar in uw ouderlijke woning blijven wonen.
U dient als medebewoner minimaal twee jaar uw hoofdverblijf in de woning te hebben; Er dient sprake te zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Een duurzame gemeenschappelijke huishouding houdt in dat de bewoners van plan zijn langdurig samen te wonen.
Als je tijdelijk gaat verhuizen naar je ouders, ben je volgens de wet verplicht om je ook in de gemeente in te schrijven op hun adres. Meer informatie over het inschrijven bij de gemeente vind je in onze speciale verhuistip daarover.
In de gehele huurperiode zijn de ouders het aanspreekpunt voor de verhuurder, maar er wordt door de verhuurder wel toestemming gegeven voor onderverhuur aan één van hun kinderen. In het geval dat meerdere studenten één woning willen huren, staat de huurovereenkomst alsnog op naam van één ouder of ouderpaar.
De partner heeft momenteel niet de bedoeling om zelf hoofdhuurder te worden; De woning is minimaal 2 jaar het hoofdverblijf van de partner en gedurende deze periode hadden partner en hoofdhuurder een 'duurzaam gemeenschappelijk huishouden'.
U bent huurder van de woning en het is aan u om te bepalen wie met uw toestemming in uw huis mag wonen. U bent bevoegd om zolang u wilt iemand onder uw dak te laten verblijven. Met wie en hoe lang u samenwoont betreft uw persoonlijke leven en daar heeft de verhuurder niets mee te maken.
Het huurcontract staat op 2 namen (contractuele medehuur)
Als u allebei als huurder in het contract staat, heeft u allebei recht op de huurwoning. Dit heet 'contractuele medehuur' of 'samenhuur'. Bent u het erover eens wie in de huurwoning blijft? Vraag dan of de verhuurder deze persoon als alleenhuurder accepteert.
Broers en zusters en alle vormen waarin twee mensen met elkaar een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren, kunnen in principe voor medehuurderschap in aanmerking komen. Wel moet u aan de Voorwaarden voor medehuurderschap voldoen.
Een huurovereenkomst kan op naam van één of meerdere personen staan. Wilt u het huurcontract op naam van iemand anders zetten? Dat kan alleen als u en uw partner gelijke rechten hebben. Dit is in het geval van gehuwden, geregistreerde partners of medehuurderschap.
In enkele gevallen kunt u een verzoek indienen om medehuurder te worden: U bent 35 jaar of ouder; en u woont vanaf uw 18e tot nu bij uw vader of moeder en u heeft de intentie om deze samenwoning voort te zetten; en deelt de woonkosten met uw vader of moeder.
Allebei eigenaar blijven
Kunt of wilt u het huis niet verkopen? Dan kunt u beide eigenaar blijven en afspreken wie er mag wonen en wie de hypotheek betaalt. U kunt dit ook tijdelijk afspreken. Het kan redelijk zijn dat de partner die blijft, de hypotheek betaalt.
Iedereen met wie u in 1 huis woont én op hetzelfde adres is ingeschreven bij de gemeente, telt als medebewoner. Bijvoorbeeld uw kind, een ouder, huisgenoot of iemand anders die bij u woont. Uw toeslagpartner is géén medebewoner.
U kunt overname van de woning voorstellen aan de woningcorporatie, maar die zal de woning willen toewijzen op grond van de reguliere regels voor de woonruimteverdeling. En dan zijn er waarschijnlijk kandidaten die eerder voor de woning in aanmerking komen dan u.
Als een volwassen kind weer thuis komt wonen, brengt dat extra kosten met zich mee. Niet alleen door bijvoorbeeld de extra boodschappen en verbruikskosten. Ook de gemeentelijke belastingen kunnen stijgen doordat die vaak afhankelijk zijn van de grootte van het huishouden.
Als de hoofdhuurder overlijdt, dan wordt de medehuurder automatisch hoofdhuurder. Dit geldt zowel voor een achterblijvende echtgenoot als voor een medehuurder in een andere samenlevingsvorm. De huurovereenkomst blijft geldig en de medehuurder wordt hoofdhuurder.
Als er na het overlijden van de huurder geen bewoners in het huis achterblijven, zijn de erfgenamen verantwoordelijk voor de correcte oplevering aan de verhuurder. Alleen als de erfenis door alle erfgenamen is verworpen, zijn het herstelwerk en de daaraan verbonden kosten voor rekening van de verhuurder.
Het toestaan van woning delen is per gemeente geregeld. Dit kan dus verschillen. Het gaat hier dan niet om delen door een gezin, een zogenaamde duurzame huishouding, dat mag natuurlijk wel. Het gaat om het delen door 3 volwassenen die een woning willen huren en samen de kosten willen delen.
Als contractuele medehuur kan je jouw medehuurderschap niet zomaar opzeggen. Daarvoor heb je meestal de instemming van de huurder en de verhuurder nodig. Zij kunnen weigeren hun instemming te verlenen aan de opzegging, bijvoorbeeld omdat ze er nadeel van kunnen ondervinden.