Er zijn veel redenen waarom uw rozen mogelijk niet bloeien. Zoals onbalans in voedingsstoffen, ziekten, plagen, omgevingsstress, blinde scheuten en verkeerde verzorging.
Rozen houden van zon en ruimte.
Plant ze op een plek waar minimaal 5 tot 6 uur zon staat (of kies een soort die het ook in de halfschaduw doet) en waar niet eerder rozen hebben gestaan (rozenaaltjes!). Zet ze nooit dicht tegen een muur aan, daar is het te droog.
Rozen die weinig blad hebben maar wel bloemen staan te droog of de rozen hebben te weinig energie. Veel planten laten als bescherming het blad vallen om de verdamping te voorkomen als het in de zomer een lange tijd droog is. Bomen kunnen soms wel de helft van hun blad verliezen omdat ze gebrek aan water hebben.
Luizen bestrijden in rozenstruiken, klimrozen en stamrozen
Plant in de border een aantal lavendelplanten. Plant salie of tijm tussen de rozen. Maakt een mengsel van zeepwater en spiritus en spuit dit over de rozen.
Daarnaast is er nog de groep rozen op stam. Rozen staan graag in de volle zon. Hoe meer zon een roos krijgt, hoe rijker de roos zal bloeien. Daarnaast houden rozen van wind en vruchtbare grond.
Pas aangeplante rozen kunnen uitdrogen tijdens een droge, winderige herfst of winter. Je mag aannemen dat rozen bij extreem warm weer elke dag water nodig zullen hebben. In een warme periode zal je elke twee tot drie dagen moeten bewateren. En bij warm en droog weer zal je gemiddeld eenmaal per week water moeten geven.
Vroeg water geven geeft minder kans op schimmelziektes omdat de roos zo goed kan opdrogen. Op échte warme dagen geeft u tweemaal per dag een watergift. Rozen die u in een pot zet, hebben extra aandacht nodig. Rozen vormen lange wortels, zorg dus voor een voldoende diepe pot.
Bladluis herkennen
Met name de groene en zwarte bladluis zijn soorten die vaak in de tuin te vinden zijn. Bladluis is te herkennen als een kleverige schimmel die aan de onderkant van bladeren voorkomt. Dit zorgt ervoor dat planten en bloemen niet goed meer kunnen uitkomen en dat is natuurlijk erg zonde.
Afwasmiddel is totaal niet giftig voor de plant noch voor de mens maar wel voor de bladluis. Vul een verstuiver met water en doe er een scheut afwasmiddel bij. Kies daarbij wel voor een natuurlijk afwasmiddel. Goed schudden.
Planten en rozen zijn voor bladluizen namelijk een belangrijke voedingsbron. Om zoveel mogelijk voedingsstoffen binnen te krijgen, nestelen bladluizen zich vaak op groeipunten. Dit zijn bijvoorbeeld de toppen van één van de jonge stengels of op de plek waar een bloemknop begint te groeien.
Voor het bemesten van rozen is paarden- of koeienmest geschikt. Deze mestsoorten, en dan voornamelijk paardenmest, zitten vol met stikstof, fosfor, kalium en magnesium. Strooi deze mestsoorten nooit rechtstreeks na productie bij je rozen. Paarden- of koeienmest moet namelijk eerst minimaal 18 maanden composteren.
Door aantasting met roest kunnen jonge scheuten afsterven en kan de roos alle bladeren verliezen, waarna hij doodgaat. Roest op rozen bestrijden: Geef rozen een voeding met veel kalium en verwijder aangetaste bladeren. Snoei de roos en verwijder alle aangetaste scheuten.
Het basisprincipe is bij de meeste rozen hetzelfde. Haal eerst de aarde tussen de takken weg en maak de grond weer glad. Dood hout en takken die naar binnen wijzen moeten helemaal worden weggesnoeid. Houd een aantal stevige takken over die goed verdeeld zijn en snoei ze tot op drie à vijf ogen vanaf de grond.
Bemesten doe je twee keer per jaar, ergens in maart en honderd dagen daarna (juni). De rozen die alleen wat verjongings- en fatsoeneringssnoei nodig hebben (grofweg de klimmers, de heesterrozen en de historische rozen) geef je in september ook nog wat mest.
Rozen voeden
Rozen willen bij voorkeur een voeding die naast een hoog kaligehalte, ijzer en magnesium bevat. IJzer zorgt voor een mooie volle kleur van de bloemen, magnesium met name voor een mooie kleur van het blad. Je kunt je rozen tweemaal voeden tussen maart en augustus.
Je rozen zullen het best groeien in een grond met een optimale pH of zuurtegraad (een pH tussen 6,5 en 7,5 is ideaal). Voldoende kalk in de bodem is dan ook een absolute vereiste. Zonder kalk hebben de wortels van rozen het moeilijk om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen.
Witte azijn tegen luizen
Azijn heeft een zure pH waardoor het geschikt is om luizen te bestrijden. Meng een hoeveelheid witte azijn met een gelijke hoeveelheid water. Was uw haren en laat 15 tot 30 minuten inwerken. Spoel nadien overvloedig uit.
De gemakkelijkste en wellicht ook beste manier om van bladluis af te komen is door gebruik te maken van water met azijn met groene zeep. Je neemt een emmertje water en voegt (niet teveel) azijn toe.
Spuit de planten in met een mengsel van half water en half spiritus en de bladluis zal snel zijn verdwenen. Een beproeft recept is 20 ml groene zeep, 20 ml spiritus met een liter water mengen. Een aftreksel van tabak in water is ook een goed middel.
Zeepspiritus of zeepwater-spiritus is een milieuvriendelijk huismiddel als insecticide tegen bladluis, witte vlieg en spint op planten. Typisch wordt een samenstelling geadviseerd van 2% zachte zeep en 2% brandspiritus (ethanol) in water, d.w.z 20 gram van elk per liter.
Zet sterk geurende planten bij de planten waar bladluizen op zitten. Bladluis houdt niet van deze planten zoals lavendel, bonenkruid, dille, salie, hysop, uien en knoflook. Oost-Indische kers trekt bladluizen aan, deze gaan dan niet op de rozen zitten.
Rozenstruiken hebben niet veel water nodig, maar de grond moet altijd vochtig zijn. Gebrek aan water maakt de rozen kwetsbaar voor ziekten zoals meeldauw. Een teveel aan water verstikt de wortels, dit kunt u herkennen doordat de blaadjes geel worden.
Geef planten met een lage PH-waarde een boost
Sommige bloemen met een lage PH-waarde zullen terug bloeien met een beetje azijn. Mix 100 ml witte azijn met 1 liter water, en giet dit op de aarde rond rozen, gardenia's, lavendel, bosbessen azalea's, rododendrons en hydrangeas.
Rozen kunnen in principe overal geplant worden , echter alle rozen hebben ten minste 4 tot 5 uur zon nodig per dag.