Om medicijnen toe te dienen via de bloedvaten en bloed af te nemen voor onderzoek is een infuus nodig. Een infuus veroorzaakt schade aan de bloedvaten. Als er vaak medicijnen via de bloedvaten gegeven worden of vaak bloed afgenomen moet worden kan een PICC-lijn een goed alternatief zijn om schade te voorkomen.
De PICC-lijn voorkomt eventuele schade aan uw bloedvaten door veelvoudig inbrengen van infuusnaalden en behandeling. Onder plaatselijke verdoving wordt een dun, flexibel infuusslangetje in het bloedvat van de bovenarm ingebracht. De meeste patiënten ervaren het inbrengen niet als belastend of pijnlijk.
Een PICC-lijn (perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter) kan nodig zijn om langdurig en/of veelvuldig toegang tot de bloedbaan te hebben. Bijvoorbeeld om langdurig of veelvuldig medicatie via een infuus toe te dienen. In deze folder leest u meer over het plaatsen en het gebruik.
Wat is een PICC-lijn? Een PICC-lijn (perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter) is een centraal infuus dat in de ader van de bovenarm geplaatst wordt. Dit zodat ingespoten medicatie zich beter met het bloed vermengt.
Een keer per week dient de PICC-lijn verzorgd te worden door de verpleegkundige. De pleisters worden dan verschoond en het afsluitdopje (blauw dopje) wordt vernieuwd. Ook moet de lijn doorgespoten worden met een heparine oplossing om stolsels in de lijn te voorkomen.
De PICC-lijn blijft zitten zolang de behandeling nodig is, echter tot een maximum van twee jaar. Als de behandeling is afgerond, kan de PICC-lijn door de verpleegkundige worden verwijderd.
Voor de eerste maand zijn de kosten hiervan ongeveer 60 euro, de weken hierna kan materiaal los besteld worden en zijn de kosten lager. Wanneer contact opnemen? Zolang u de PICC lijn heeft, is het belangrijk om op tijd eventuele klachten aan te geven.
Een PICC-lijn is een centraal infuus dat in de ader van de bovenarm geplaatst wordt. Het uiteinde van de lijn komt in de grote holle ader in de borstkas, net boven het hart. Waarom een PICC-lijn? Om medicijnen toe te dienen via de bloedvaten en bloed af te nemen voor onderzoek is een infuus nodig.
Verwijder de katheter tijdens een uitademing; laat de cliënt eerst inademen, dan de adem even vasthouden, bij de uitademening wordt de katheter in een vloeiende beweging verwijderd. Het is aan te bevelen dat er een tweede persoon aanwezig is om de ader zonodig af te drukken.
De anesthesist die de katheter inbrengt, draagt daarom een operatieschort, mondmasker en steriele handschoenen. U krijgt de katheter ingebracht in een ader van uw arm. Meestal wordt gekozen voor een ader op de bovenarm, iets boven de elleboogplooi. De katheter kan in beide armen worden ingebracht, bij voorkeur rechts.
Via een infuus kan medicatie of vocht worden toegediend. Ook als een patiënt een centrale lijn heeft kan het nodig zijn om daarnaast een perifeer infuus in te brengen, bijvoorbeeld omdat een patiënt veel medicatie gebruikt, die niet tegelijkertijd via hetzelfde infuus kan of mag worden toegediend.
Tijdens het inbrengen van het centraal infuus is de kans op infectie groter dan bij het perifeer infuus. Daarom brengt de specialist dit infuus in op een plaats waar hij bacterievrij kan werken, bijvoorbeeld op een behandelafdeling of in een operatiekamer.
Douchen is toegestaan. Baden en zwemmen raden we af. Als er vocht onder de pleister komt, moet deze vervangen worden. U mag niet aan uw oksels opgetild worden omdat de PICC-lijn dan kan verschuiven.
Inbrengen van de PICC-lijn
Eén van onze radiologen plaatst de PICC-lijn. U krijgt een lichte verdoving zodat u hier niets van voelt. De plaatsing van de PICC-lijn gebeurt onder schone (steriele) omstandigheden. De locatie waar de katheter geplaatst wordt, bepalen we met een echo.
Volgens experts op het gebied van thuiszorgtechnologie3 is er bij perifere infusie wel voldoende onderzoek dat aantoont dat 1 maal per 12 uur doorspuiten met fysiologisch zout voldoende is.
Dit kan enkele weken of maanden nodig zijn. Als u langdurig bepaalde medicijnen nodig heeft die alleen via een infuus gegeven kunnen worden, wordt een CVC ingebracht. De CVC kan lang blijven zitten. Het infuusnaaldje dat in een bloedvat in uw arm wordt ingebracht, moet vaak na een aantal dagen weer vervangen worden.
3 Spoel de katheter en sluit deze goed af
Functionele problemen kan je vermijden door consequent de poortkatheter pulserend te spoelen met een fysiologische zoutoplossing, en dat voor en na bloedafname en elke intraveneuze toediening.
Hickman® is de merknaam voor een getunnelde, diepe veneuze katheter. Het is een hol slangetje van ongeveer 90 cm lang met een, twee of drie uiteinden (lumina).
De belangrijkste reden om een centrale lijn in te brengen is het toedienen van bepaalde, vaak vasoactieve, medicatie. Deze medicatie kan of mag niet via een gewoon infuus (perifeer infuus) worden toegediend om uiteenlopende redenen.
Hoewel het niet strikt noodzakelijk is om continu infuusvloeistof te laten lopen, is het bij patiënten die geen vochtrestrictiebeleid hebben wel beter om naast de medicatie een waakinfuus te laten lopen, stelt Janssens. Dit omdat de katheter beter doorgankelijk zal blijven bij een groter volume.
Bij gebruik van een centraal veneuze katheter kunnen complicaties optreden, zoals infecties, verstopping of een luchtembolie. Aarzel niet om bij vragen contact op te nemen.
Bij gevallen van arteriële luchtembolieën die problemen met de bloedsomloop en/of hersenfunctie tot gevolg hebben dient de patiënt zo snel mogelijk met hyperbare zuurstof behandeld te worden.
Bij TPV wordt voeding niet via de darm gegeven, maar via een infuuspomp met een dun slangetje rechtstreeks in uw bloedbaan. Het dunne slangetje (centraal veneuze katheter of centrale lijn) wordt in een groot bloedvat geplaatst.
Een centrale lijn is een lange (16-20 cm), dunne infuus katheter die in een grote ader wordt ingebracht, bijvoorbeeld onder het sleutelbeen, in de hals of in de lies. Hierdoor kan medicatie of voeding worden toegediend die niet via een infuus in een kleine ader in de arm mag worden gegeven.
De verpleegkundige zal, nadat u voor het eerst weer heeft geplast, met een bladderscan (een soort echo) controleren of u goed uitgeplast heeft. Het infuus verwijderen we als u geen antibiotica meer krijgt via het infuus. Uw wond is afgedekt met een speciaal verband, dat ontwikkeld is om zeven dagen te blijven zitten.