Alleen als de deelnemer tijdens zijn dienstverband overlijdt, is een nabestaandenpensioen verzekerd. Overlijdt de deelnemer na het dienstverband, tijdens een periode waarin hij bijvoorbeeld een WW-uitkering krijgt, dan is er geen nabestaandenpensioen meer verzekerd.
Ga je uit dienst, met pensioen of is sprake van echtscheiding? Dan vervalt de dekking voor nabestaandenpensioen. En krijgt jouw partner na jouw overlijden niets.
Als je getrouwd bent of geregistreerd partner van elkaar bent, heb je automatisch recht op nabestaandenpensioen als je pensioenregeling daar in voorziet. Als je samenwoont kun je elkaar als partner aanmelden bij je pensioenfonds of –verzekeraar.
Partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum
In de toekomst komt er maar 1 type partnerpensioen. Het nieuwe partnerpensioen wordt verzekerd met een risicoverzekering. Dat betekent dat de partner een uitkering krijgt, als iemand overlijdt terwijl hij (de overledene) deelnemer was in een pensioenregeling.
U overlijdt als u al met pensioen bent. Standaard krijgt uw partner 70% van het pensioen dat u krijgt uitgekeerd. De hoogte van het partnerpensioen is afhankelijk van keuzes die u vlak voordat u met pensioen ging, heeft gemaakt.
Je komt slechts in aanmerking voor dit overlevingspensioen wanneer je getrouwd bent. Daarom wordt het ook wel eens weduwe- of weduwnaarspensioen genoemd. Wettelijk of feitelijk samenwonenden hebben er geen recht op. Voor het overlevingspensioen is er een minimumleeftijd.
Het overlevingspensioen voor die weduwen en weduwnaars jonger dan 45 jaar evolueert naar een tijdelijke overgangsuitkering: één jaar voor personen zonder kinderen, tot twee jaar voor personen met kinderen. Vandaag wordt dat overlevingspensioen nog levenslang uitgekeerd.
Als je werknemerspensioen opbouwt, hebben je partner en kinderen vaak recht op nabestaandenpensioen. Dit is een pensioen dat je nabestaanden ontvangen als je overlijdt. Een nabestaandenpensioen gaat meteen in na je overlijden. Ook als jij of je partner de pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt.
De hoogte van de Anw-uitkering verschilt per soort uitkering en hangt soms ook af van uw inkomen. De uitkering is maximaal 70% van het nettominimumloon.
Wanneer heb ik recht op een nabestaandenuitkering (Anw-uitkering)? Als weduwe of weduwnaar met kinderen tot 18 jaar komt u in aanmerking voor een nabestaandenuitkering. Of als u arbeidsongeschikt bent en u bent uw partner verloren. Hiervoor gelden wel verdere voorwaarden.
Het bedrag van uw overlevingspensioen bedraagt 80 % van het rustpensioen aan het gezinsbedrag van uw overleden huwelijkspartner.
Als u trouwt én in Nederland woont, hoeft u niets te regelen
En uw partner krijgt recht op een deel van uw ouderdomspensioen. Ook als u later uit elkaar gaat.
Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet. We noemen het ook wel een weduwepensioen of weduwnaarspensioen.
Als u met pensioen gaat, kunt u (een deel van) het partnerpensioen dat u hebt opgebouwd vanaf 1 januari 2002 omzetten in een hoger ouderdomspensioen. Bijvoorbeeld omdat u geen partner hebt of omdat uw partner zelf een goed inkomen heeft.
In Nederland bestaat er een nabestaandenuitkering uit de Algemene nabestaandenwet (Anw). Het is een financiële ondersteuning vanuit de overheid na het overlijden van de partner (dit geldt ook voor wezen). De uitkering komt vanuit de Sociale Verzekeringsbank. De nabestaandenuitkering is een soort basisinkomen.
Op je Uniform Pensioenoverzicht zie je welke situatie voor jou geldt en zie je ook de hoogte van het (eventuele) partnerpensioen.
U moet het overlijden melden bij de gemeente. Dit moet samen met de Verklaring van overlijden van de arts. Dit kunt u zelf doen, maar de begrafenisondernemer kan dit ook voor u regelen. Het overlijden van uw partner wordt in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) verwerkt.
U krijgt geen Anw-uitkering meer als u de AOW-leeftijd heeft. U krijgt dan AOW .
Naar wie gaat je pensioen bij overlijden? Je opgebouwde pensioen gaat naar je erfgenamen. Wie die erfgenamen zijn, is afhankelijk van je persoonlijke situatie en of je een testament hebt.
Vanaf het jaar 2016 bedraagt de opbouw van het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen. In 2015 was dat 50%. Dat had het ABP duidelijker moeten opschrijven in het pensioenreglement.
Als uw ex-partner overlijdt
Bent u gescheiden, dan heeft uw ex-partner recht op een deel van uw ouderdomspensioen. Uw ex-partner ontvangt zijn of haar deel van het ouderdomspensioen op het moment dat u met pensioen gaat.
Uw rustpensioen is het inkomen waarop u recht hebt na pensionering, op basis van de wettelijke bijdragen die u in de loop van uw carrière gedaan hebt. Het gaat met andere woorden om uw wettelijk pensioen en vormt de eerste pijler van uw pensioen.
Het basisbedrag van het minimumpensioen (1.532,82 of 1.915,42 euro) wordt daarvoor vermenigvuldigd met het aantal gewerkte jaren en gedeeld door 45 (elk kwartaal telt voor 0,25 jaar). Hoe langer je werkt, hoe hoger je pensioen. Er wordt slechts voor maximaal 45 loopbaanjaren een pensioen toegekend.
Wanneer ontvangt u pensioen van uw ex
Voorbeeld: een 50-jarige vrouw krijgt al ouderdomspensioen uitgekeerd als haar 15 jaar oudere ex-partner met pensioen gaat. Omgekeerd zal mogelijk de 67-jarige man maar beperkt kunnen delen in het ouderdomspensioen van de vrouw.
Woont iemand alleen, dan krijgt hij meer pensioen en woont iemand samen, dan krijgt hij minder. Mensen die samenwonen, worden geacht hun inkomen met elkaar te delen. Volgens deze opvatting is pensioen een soort sociale voorziening.