Begin met wat bijvoeren op een bakje of plankje aan de reling. Dat valt goed op en daar komen ze van ver op af. Kies dingen die ze extra lekker vinden, zoals meelwormen of verkruimelde vetbollen met insecten. Strooi er een zadenmengsel bij of hang er een voedersilo met zaden in de buurt.
Zorg voor voldoende voedsel in de omgeving, hang een voedersilo op en zet een waterschaal neer, maar plaats deze op een paar meter afstand van de nestkast, anders kan dit leiden to conflicten over territorium. De beste periode om een nestkast op te hangen is gek genoeg het najaar.
Het territorium en andere factoren.
Vogels gaan zich namelijk niet nestelen in een vogelhuisje dat in het territorium hangt van een ander vogel. Dit is vooral het geval bij de wat kleinere vogels. Het advies is om de vogelhuisjes minimaal 30 meter van elkaar af te hangen. Een vrije aanvliegroute is ook belangrijk.
Het heeft twee redenen. Eén: het broedseizoen is grotendeels voorbij en er is eten genoeg, dus waarom zou je als vogel opvallen? Twee: veel vogels ruien nu en zijn dan kwetsbaarder. Vogels laten zich nu niet zien, want dat is nergens voor nodig en een stuk veiliger als je in de rui bent.
Zorg voor een veilige aanvliegroute, zodat roofvogels de vogels niet te pakken krijgt. Plaats nestkasten daarom het liefst in de buurt van (stekelige) struiken, hagen of bomen. Zo kunnen vogels hun nest veilig bereiken. Vooral bramen en meidoornhagen zijn geschikte plekken om een tussenlanding te maken.
Koolmees houdt huis
De opening van het huisje blieft haar niet, dus gaat ze driftig tikken om het wat groter te maken.
Vergeet niet om in de winter ook zelf vetbollen te maken en de vogels goed bij te voeren bij kou en als het bijvoorbeeld sneeuwt. Dat kan ook met een vogelhuisje waar simpelweg een pot (zoutarme) pindakaas inpast. Daar zijn ze dol op!
Een goede nestkast bevat een degelijke constructie van stevig, dik hout. Ze heeft weinig kieren en is gemakkelijk schoon te maken. Een hip vogelhuisje in felle kleuren ziet er vrolijk uit, maar valt erg op bij roofdieren. Neem beter neutrale kleuren, zoals groen, bruin en houtkleur.
De aanvliegroute moet vrij zijn. De houtdikte van het kastje moet minimaal anderhalve centimeter zijn. Anders wordt het binnen te koud of te warm. Het huisje moet neutrale kleuren hebben, en op ongeveer 1,5 tot 3 meter hoogte hangen, dit hangt af van de hoeveelheid verstoring in je tuin (katten, honden, andere dieren).
Waar hangt u het voederhuisje? Het voederhuisje dient bij voorkeur op een open plek te hangen en uit de buurt van eventuele jagers zoals katten. Het voederhuisje moet op een overzichtelijke plek hangen met eventuele een ontsnappingsstruik naast het huisje. Zo kunnen de vogels, mits het nodig is, vluchten voor gevaar.
Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel. Liefst soorten die fruit of bessen dragen of doorns hebben.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Zorg voor een rustige eetplek voor de vogels
Weg van mensen en andere bedreigingen als een kat. Ook willen ze hun eetplek dichtbij een boom of struik, zodat ze daar in kunnen vluchten als het nodig is. Ga dus goed na of het plekje waar je het vogelvoer wilt opvangen wel zo rustig is als je denkt.
Vogels voeren
Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
Kijken in een mezen-, mussen- of andere nestkast is bij wet verboden. Er zijn heel veel camera's te koop, daarmee kan ongehinderd in een nestkast gekeken worden.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Hang daarom vetbollen of voedersilo's niet te dicht in de buurt van nestkastjes, want dat kan tot conflicten leiden. Hang vetbollen of mezenbollen op aan een dun takje in een boom of struik. Dunne takjes buigen teveel door voor grotere vogels zoals kauwen. Die kunnen dan niet van de vetbollen komen eten.
Het is van groot belang dat jouw nestkastje op een rustige plek komt te hangen. Naast de achterdeur waar vaak mensen in- en uitlopen, is dus geen goed idee. Een boom achter in de tuin wel. Zorg er daarnaast voor dat het kastje niet te veel zonlicht krijgt, hang het daarom liever niet op het zuiden.
Een vogelhuisje met een invliegopening van 32 mm is voor een koolmees goed geschikt, dit is de grootte van een muntstuk van 2 euro.
Broedt vanaf eind april, heeft één of twee legsels per jaar met elk 8-13 (soms 7-15) eieren. Paren broeden alleen, maar andere nesten bevinden zich soms dichtbij, bijvoorbeeld in nestkasten in dezelfde boom op 3-4 meter afstand.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Voederen kan het hele jaar door, maar vooral wanneer het vriest en/of sneeuwt. Voeder niet teveel tegelijk en liefst 's ochtends en tegen het einde van de middag. Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen.