Als je Spaans spreekt kun je wereldwijd met 500 miljoen mensen communiceren! Bedenk eens hoeveel carrièremogelijkheden je dit geeft. Voor reizen door Latijns Amerika of dichter bij huis; voor een vakantie, stage of werken in Spanje zal een beetje kennis van de Spaanse taal je een eind op weg helpen.
Romaanse talen als het Frans, Spaans, Italiaans en Portugees zijn voor ons gemiddeld moeilijk. Deze talen stammen af van het Latijn en wanneer iemand één van deze talen redelijk beheerst, is het niet moeilijk om de andere talen te leren.
Spaans, Italiaans of Duits duurt een maand of 3 om op (echt) goed niveau te spreken, maar je kunt al na een maand een redelijk niveau hebben. Zie het artikel over snel een taal leren in 3 maanden. Talen die verder van ons afstaan en weinig tot geen overeenkomsten hebben met Nederlands duren langer.
Spaans is een taal waarbij de koppeling van letters aan klanken eenduidig en de woordstructuur makkelijk is (veel lettergrepen met enkel medeklinker-klinker combinaties). Spaans zal dus over het algemeen makkelijker te leren zijn dan Frans.
De 'b' en de 'v' worden in het Spaans hetzelfde uitgesproken: aan het begin van een woord of na een m of n als een b. In alle andere gevallen als een w!
Op het B2 niveau wordt de communicatie steeds vloeiender en gebruik je steeds meer stijlmiddelen. Je kunt discussiëren en je goed in het Spaans uitdrukken. Je vergroot bovendien je woordenschat, je kennis van de grammaticaregels en je algemene begrip van de taal.
Engels kan natuurlijk niet in dit lijstje ontbreken. Deze taal kom je tegenwoordig overal tegen in de maatschappij en is de meest gebruikte tweede taal ter wereld. Een goede basiskennis van het Engels is dus onmisbaar!
Arabisch wordt beschouwd als de moeilijkste taal ter wereld en een van de moeilijkste talen om te leren voor Engels sprekenden. De meeste letters in het Arabisch hebben vier verschillende vormen. Het kiezen van de juiste letters is afhankelijk van de plaats waar de letter in een woord staat.
1. Afrikaanse taal. Afrikaans heeft veel gemeen met Engels (en uiteraard nog veel meer met Nederlands), en de grammatica is erg eenvoudig. Werkwoorden hoeven niet vervoegd te worden, er zijn geen geslachten en veel woorden zijn overgenomen uit het Nederlands en het Engels.
Iedereen kan Spaans leren! Bij het leren van een taal zijn beelden heel handig! Deze visuele, inspirerende en leuke Van Dale Taalcursus Spaans is gemaakt om zelf spelenderwijs Spaans te leren. Het niveau is voor beginners, maar gaat écht verder dan de bestaande taalgidsjes.
Het ligt er maar net aan in welke richting jij je hebt gespecialiseerd. Afgestudeerden Spaans vinden werk bij vertaalbureaus en uitgeverijen. Maar je kennis van de taal en de cultuur komt ook van pas bij ambassades en in het bedrijfsleven. Daarnaast kun je denken aan taaladvies en het onderwijs.
Toch wordt het wereldwijd door meer dan 24 miljoen personen gesproken. Hiermee is het de meest gesproken taal ter wereld die nauw verwant is aan het Engels. Met andere woorden, het Nederlands lijkt van alle talen het meest op de Engelse taal.
Op het internet circuleert een lijstje van moeilijke talen waarin het Nederlands op de 20ste plaats staat, na het Chinees, Arabisch, Hongaars en IJslands, maar voor het Engels, Duits en Spaans.
Taalniveau A1 (heel eenvoudig)
Je bezit de basiskennis van de taal. Dat betekent: je begrijpt eenvoudige woorden en zinnen die gaan over vertrouwde onderwerpen. Je kan jezelf bijvoorbeeld voorstellen of uitleggen waar je woont.
zeer korte en eenvoudige Spaanse teksten te begrijpen en produceren, zoals formulieren, ansichtkaarten en borden, middels het gebruik van woorden en eenvoudige uitdrukkingen.
Niveau B1. Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens het reizen in gebieden waar Spaans wordt gesproken.
Ñ ( /enje/ — Spaans: eñe) wordt in de Spaanse taal gebruikt voor een palatale n-klank. De combinatie nj, zoals in Spanje en signaal, is een redelijke benadering van de uitspraak. Het is in het Spaanse alfabet een aparte letter, gealfabetiseerd tussen N en O.
We gebruiken de letter K niet (met uitzondering van een paar engelse woorden als Kilo). Y- Klinkt als / j / in Nederlands: yo, ayer. Maar als het aan het einde van het woord staat, dan klinkt het als / ie /: Voy, Soy.
Spaans leren blijft voor de meeste mensen moeilijk. De Spaanse taal is lastig, vooral omdat het zoveel verschillende tijden heeft. Maar het is zeker niet onmogelijk om de taal vloeiend te leren spreken.
Noors en Nederlands lijken in woordenschat en in andere opzichten een beetje op elkaar. Daarom is Noors voor Nederlandstaligen iets makkelijker te leren dan veel andere talen.