In de kustgebieden wordt de lucht namelijk gemengd met dus wat koudere lucht vanaf zee. Daarentegen koelt het zeewater ook minder snel af dan het land, waardoor het in de nachten en juist in de het najaar en in de winter vaak aan de kust warmer is of blijft.
Omdat het bewegende water de warmte goed naar beneden geleidt, kan de zee veel meer warmte opnemen dan het land. In de zomer neemt de zee warmte op en is de temperatuur lager dan in een landklimaat, en in de winter staat de zee warmte af en is de temperatuur hoger dan in een landklimaat.
Aan de kust is het overdag koeler en 's nachts warmer. Dit komt door de invloed van de zee. Overdag zorgt de wind, die van zee komt voor verkoeling, en 's avonds voor verwarming.
In het algemeen geldt: hoe dichter bij zee, hoe gematigder de temperaturen. In de Belgische en Nederlandse kuststrook is het 's winters dan ook circa 2 °C zachter dan landinwaarts. Het verschil met de Ardennen is 's winters nog een paar graden meer, al speelt de hoogte daar een grote rol in het koude klimaat.
Het zeewater is ook een bron van warmte. In de winter koelt de zee langzaam af, in de zomer zal het zeewater maar traagjes opwarmen. En dat effect wordt doorgegeven aan het land. Vandaar dat aan de kust de temperaturen tussen winter en zomer niet zo enorm verschillen.
Met maximaal 5 graden hebben we echt een koude zee. Indien we een koude winter hebben dan daalt de temperatuur zelfs tot een graad of 3.
De oorzaak van de scherpe grens tussen wolken en zon in een strook langs de kust ligt in de overdag relatief lage temperatuur van het water. Opstijgende warme luchtbellen komen boven het koude water niet voor en daardoor ontstaan daar in het voorjaar minder gauw stapelwolken.
Op een zomerse dag wordt het land sneller warm en heter dan het water. Maar 's nachts koelt land ook weer sneller af. Dat komt doordat zonnestralen maar een paar centimeter in de aarde kunnen doordringen en alleen het bóvenste laagje verwarmen.
De zee warmt in het voorjaar geleidelijk op, maar blijft na de zomer nog lange tijd warm. De relatief hoge temperatuur van het zeewater is in koude vochtige lucht een belangrijke voedingsbron voor buien. In het najaar regent het daardoor langs de kust meer dan landinwaarts.
'Op zo'n dag met veel zonneschijn en weinig achtergrondwind wordt het land meer verwarmd dan de zee. Hierdoor zet de lucht boven land uit. Op ongeveer drie kilometer hoogte gaat daardoor de lucht van land naar zee waaien. Daardoor stijgt de luchtdruk boven zee', legt Huub uit.
De zomer is in ons land het perfecte seizoen voor een dagje strand. Zelfs op dagen met normale temperaturen van een graad of 22 kun je prima je handdoek uitspreiden. Bij wat meer wind kan het dan wel fris aanvoelen, maar een windscherm maakt veel goed.
1. De Dominicaanse Republiek. Langs de kust van de Domincaanse Republiek vind je niet alleen het mooiste koraal, het zeewater is er ook nog eens heerlijk warm. Zelfs op haar koudst is het zeewater hier alsnog zo'n 25 graden.
Warme zomer en langetermijnvoorspellingen
Volgens de onderzoekers is de kans op een hete zomer in 2022 ruim 70%. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'nature'. Eerder voorspelden dezelfde meteorologen al de extreem warme zomer van 2018, 2019 en 2020.
Warmte stijgt naar boven maar waarom is het dan boven in de bergen zo koud? De aarde wordt opgewarmd door bovengrondse en ondergrondse warmte. Ondergrondse warmte, zoals bijvoorbeeld van geisers en vulkanen, verwarmen de aarde maar een heel klein beetje. De meeste warmte komt namelijk van de zon.
Wat is dan wel het juiste antwoord? In de zomer staat de aarde niet dichter bij de zon, maar juist verder weg. In juli is het noordelijk halfrond het verst van de zon verwijderd en in januari het minst. Dat het in de zomer toch warmer is, heeft alles te maken met de hoek van de aarde ten opzichte van de zon.
De warmte geeft de grond dan weer af aan de lucht. Op een zonnige dag is het aan de grond dan ook altijd warmer dan op wat grotere hoogte. Maar dat is niet de belangrijkste reden waarom het hoger in de bergen frisser is. De zon warmt namelijk ook daar het grondoppervlak op waardoor de lucht opgewarmd wordt.
De Canarische Eilanden vormen de warmste plek in Europa om de winter door te brengen. De temperaturen kunnen in januari oplopen tot 20°C, met 7 uur zon per dag. Het leuke aan de Canarische Eilanden is dat je een eiland kan kiezen naargelang je interesses.
De laagste gemiddelde temperaturen liggen tussen de 17 en 21 graden in Marmaris. Terwijl de hoogste temperaturen fluctueren van 31 tot een hete 35 graden. Het zeewater is met 23-26 graden comfortabel warm.
De ideale watertemperatuur is 10 graden Celsius onder de lichaamstemperatuur, dus 27 graden Celsius (alleszins tussen de 25° en 28° Celsius). Dat is bijvoorbeeld ook de temperatuur die verplicht is voor zwemwedstrijden: beneden 25°C en boven 28°C mogen er geen zwemwedstrijden doorgaan.
Zand bevat veel lucht. Lucht is een slechte geleider. De zandkorrels worden wel warm, maar die warmte wordt in beperkte mate dieper de grond ingevoerd. Kleigronden bestaan uit veel meer korreltjes, die veel kleiner zijn dan de zandkorreltjes.
De Wereldgezondheidsorganisatie suggereert een specifieke watertemperatuur in het zwembad. Jongere kinderen en ouderen hebben meestal een warmere temperatuur nodig van 28 tot 34 graden en de comfortabele zwembadtemperatuur is 27 tot 31 graden.
Een noordelijke wind voert koele lucht aan vanaf zee. Naarmate de lucht verder het land instroomt warmt deze op. In het noorden zien we hierdoor de laagste temperaturen, in het zuiden de hoogste.
Siebesma: “Een cumuluswolk bevat gemiddeld één gram water per m3. Als we voor het gemak een wolk van één km3 nemen – dat is één km lang, breed en hoog – betekent het dat er in een bloemkoolwolk al snel een miljoen kilogram water zit.” Omgerekend zijn dat zo'n 200 olifanten.
Oorzaak is het relatief warme water van de Noordzee. Waar de temperatuur in het najaar boven land al flink kan afnemen, neemt de watertemperatuur maar langzaam af. En hoe groter het verschil is tussen de luchttemperatuur en de watertemperatuur, hoe talrijker en zwaarder de buien zijn die kunnen ontstaan.
Een gemiddelde wolk met een lengte en diepte van 2 kilometer en een hoogte van 200 meter weegt maar liefs 500 miljoen gram. Dat is net zo zwaar als driehonderd auto's, volgens de wetenschappers.