Aerodynamica is de reden dat wielrenners met een dicht achterwiel rijden, zegt Blocken. Met zo'n achterwiel hebben de renners minder last van de luchtweerstand.
Reacties. Bij tijdritten is aerodynamica het belangrijkst (net als bij baanrennen). Je ziet dat alles op de fiets zo is ontworpen dat de lucht er zo min mogelijk vat op krijgt, de wind gaat makkelijker langs een dicht wiel dan langs een wiel met allemaal spaken.
Een dicht achterwiel blijkt op een tijdrit van veertig kilometer maar liefst een voordeel van twee tot drie minuten op te leveren ten opzichte het ouderwetse spaakwiel.
De ene ploeg begint bij de startstreep, terwijl het andere team aan de overzijde van de baan start. De winnaar is de ploeg die het andere team inhaalt. Als dat niet gebeurt, wint de ploeg die de snelste tijd op de klok zet. De puntenkoers is een pelotonswedstrijd die draait om tussensprints.
De baan is heel simpel. Je hebt een ovaal van 200 meter en je rijdt zo'n 40 kilometer per uur met 1 versnelling. Hoe harder je gaat hoe hoger je in de baan rijdt.
Tijdens een baankoers wil een coureur zoveel mogelijk snelheid halen uit zijn fiets en geen moment verspillen. Het is dus aangewezen om te blijven trappen, vandaar de oplossing om het tandwiel direct te monteren op het wiel.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
Ook heeft een baanfiets geen remmen en maar één vaste versnelling. Daarnaast is het een doortrapper, wat inhoudt dat je niet zomaar je benen stil kunt houden tijdens het fietsen, wat bij een gewone fiets wel kan.
De ontwerpers moesten zich uiteraard aan de regels van de UCI houden. Dat houdt ook in dat de fiets voor gewone consumenten te koop moet zijn. Dat is ie straks dan ook. Een frameset gaat bijna 10 mille kosten.
Aerodynamica is de reden dat wielrenners met een dicht achterwiel rijden, zegt Blocken. Met zo'n achterwiel hebben de renners minder last van de luchtweerstand.
Met een setje carbon wielen rijd je al snel 2-3 km/h sneller dan met aluminium wielen als je dezelfde kracht genereert. Daarnaast ziet een setje carbon wielen er natuurlijk supervet uit, wat ook goed voor je moraal is.
Gemiddelde wielrenner: 22-25 kilometer per uur. Tour-renner: 35-38 kilometer per uur.
Zorg dat je 3 minuten voor aanvang wedstrijd aan de start staat. Probeer de tijdrit zo goed mogelijk te verdelen, te hard starten zal er voor zorgen dat je het laatste deel in moet leveren. Start je te langzaam dan haal je de verloren tijd nooit meer in. Verdelen is dus het sleutelwoord.
Tijdens de tijdrit
Het lichaam is in staat om maximaal 90 g koolhydraten in een combinatie van glucose en fructose per uur op te nemen. Dat betekent in de praktijk dat er ongeveer 1 liter isotone sportdrank genomen kan worden per uur.
Bij een tijdrit vertrekken de rijders individueel met een vast interval ertussen en moeten zij een parcours zo snel mogelijk afleggen. Het is hierbij niet toegestaan te stayeren, dat wil zeggen dicht achter een andere renner rijden.
Het konijn in kwestie deze keer: de fiets. De Britse baanfiets, de Lotus x Hope HB. T, is een haast futuristisch ruimteschip(je), dat een lieve duit kost. Naar verluidt zou hij namelijk, als je de prijs van alle unieke onderdelen bij elkaar optelt, zo'n 35.000 euro kosten.
Elke derny heeft een 100 cc tweetaktmotor en is volledig automatisch gebouwd. Door meer gas te geven kan er traploos meer snelheid gemaakt worden. Verder is er de vaste pion, door deze vaste pion voelt de bestuurder de cadans van de wielrenner beter en kan hij bijsturen waar nodig.
Koppelkoers (ook wel: 'Madison')
Een koppel bestaat uit twee renners die wisselen tussen “in koers” en “uit koers”. De renner uit koers rijdt bovenin de baan, of op het beton (de strook dat tegen het binnenterrein aan ligt)en wordt in koers door de koppelmaat getrokken.
Houd tijdens het afdalen je binnenpedaal omhoog in de bochten. Zo voorkom je dat je pedaal het wegdek raakt. Houd tegelijkertijd druk op het buitenpedaal dat naar beneden staat. Je zult dus vaak de positie van je pedalen wisselen bij een opeenvolging van bochten naar links en naar rechts.
De mannen rijden 40 kilometer (160 rondjes) en de vrouwen 25 kilometer (100 rondjes). Na elke tien ronden zijn punten te verdienen op de streep. Doorslaggevend is echter of een renner (een of meer) ronde voorsprong heeft.
Door zo licht mogelijk van gewicht en zo gestroomlijnd mogelijk te zijn kunnen wielrenners gemiddeld zo'n 25-30 kilometer per uur fietsen. Je snelheid tijdens het fietsen op een stadsfiets is gemiddeld 17 kilometer per uur.
De Brit Neil Campbell heeft het snelheidsrecord voor mannen op de fiets gebroken. Op zijn fiets haalde hij een snelheid van 280 kilometer per uur. Daarmee brak hij het record van de Nederlander Fred Rompelberg, die in 1995 270 km per uur fietste.
Typische klimmers hebben eigenlijk bijna uitsluitend aërobe type I skeletspieren nodig. Zij hebben relatief weinig type II anaërobe spieren, hebben een verlaagde BMI en sprinten als een strijkijzer. Sprinters hebben extra type II skeletspieren en hebben bijgevolg een hogere BMI.