Aardbeien bestaan voor 90% uit water en hebben dus tijdens hun groeiproces veel vocht nodig. Zorg ervoor dat de aarde niet te droog wordt, anders zullen de planten en vruchten niet goed groeien. In de winter is het echter belangrijk om te voorkomen dat de planten te nat staan, om rotting te voorkomen.
Als je aardbeienplanten laat vermeerderen, kunnen ze minder aardbeien produceren. De planten gebruiken dan namelijk hun energie om nieuwe planten te laten groeien, in plaats van om lekkere aardbeien te maken.
Een heel fijn voordeel van het kweken van aardbeien is dat je de plant makkelijk kunt verzorgen. Het enige wat de plant nodig heeft is water en zon. In de lente bloeien er mooie witte bloemen aan de planten, wat een goed tegen is. Want hierna komen de aardbeien!
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten.Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Na ongeveer 6 weken zijn de eerste aardbeien rood. Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner.
Als je houdt van sappige aardbeien, dan moet je je plant veel water geven. Vooral bij weinig regen moet je regelmatiger begieten. Toch mag de grond tussen de gietbeurten een beetje uitdrogen. Bij bijzonder heet zomerweer kunnen de bladeren van je aardbeienplant wat gaan hangen, ook al is de grond nog vochtig.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
Bij droogte zullen er weinig aardbeien groeien, en de aardbeien zullen dan ook nog eens klein blijven.
Aardbeienplanten houden namelijk wel van een plens water. De vruchten zelf bestaan tenslotte voor een groot deel uit water dus voor de vorming van mooie grote aardbeien is het nodig om bij droogte regelmatig te gieten. Als de planten te weinig water krijgen, zullen de vruchten logischerwijs kleiner blijven.
Er zijn 2 soorten aardbeien: eenmaal-dragende rassen en doordragende rassen. Eenmaal-dragende rassen geven rond juni/juli (afhankelijk van het ras) één grote oogst. Doordragende rassen spreiden die oogst over een langere periode (ongeveer van half juni tot eind september).
Aardbeiplanten houden van een zonnig plekje! Half schaduw is ook geen probleem. Voor potten of bakken is half schaduw zelfs aan te raden omdat ze dan minder snel uitdrogen. Aardbeien rijpen ook in de schaduw, alleen duurt het dan wat langer.
Aardbeien houden van een zonnige plek, uit de wind. Als aardbeien in potten gekweekt worden dan is het raadzaam om de potten af en toe te draaien, zodat de plant rondom zonlicht krijgt. Uitlopers worden op 30 centimeter van elkaar geplant in de volle grond.
De aardbeienplant verzorgen
Geef de aardbei voldoende water. Het liefst een aantal keer per week, zodat de grond niet uitdroogt. Je kun ook een mulchlaag van oude bladeren, plantaardig afval en aarde over de grond verspreiden. Dit helpt tegen uitdroging.
Extra voeding voor je aardbeien
Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting. Kies daarom een aangepaste formule zoals de DCM Meststof Aardbeien & Kleinfruit. Best geef je 20-35 g/plant of 60 – 100 g/m².
In de moestuin (volle grond)
Werk aangepaste plantenvoeding in de grond in, bijvoorbeeld DCM Meststof Aardbeien & Kleinfruit. Gebruik 15-25 g/plant of 50-70 g/m². Aardbeien wortelen graag in een luchtige, humusrijke en vochthoudende grond.
Plant je aardbeien, maak de grond dan goed los en verrijk met compost of bodemverbeteraar, maar vermijd kalk. Plant je in potten, leg dan een laag hydrokorrels op de bodem of meng watergelkristallen door de potgrond voor een goede drainage en vochthuishouding.
De pH voor aardbeienplanten moet, afhankelijk van de grondsoort, tussen 5 en 6 liggen. Op zand- en veengronden in het najaar een kalkmeststof strooien. Als basisbemesting is een gift van gedroogde koemest of oude stalmest in het voorjaar ideaal.
Bodem, bemesting en verzorging
De plant heeft in de lente witte bloemen, dit is een teken dat de aardbeien onderweg zijn. Natuurlijk kun je de planten ook extra verwennen door vanaf juli tot en met augustus zo nu en dan bij te mesten met biologische plantenvoeding.
Aardbeienplant snoeien
Na de oogst, rond midden juli, kun je de aardbeienplant gaan snoeien. Snoei de uitlopers en oud/ lelijk blad weg. Wanneer je bruine bladeren in de herfst ziet aan de plant, haal deze er niet af. De bladeren bieden bescherming voor de winter.
Aardbeienplanten kopen
Aardbeien planten kan tussen de maanden maart en augustus, maar de beste maand is april. Aardbeien zijn zonliefhebbers, maar zet ze niet in de volle zon en zorg dat ze uit de wind staan.
Wie een aardbeiplant heeft, zal vast al hebben gezien dat er vanaf juni lange, lichtgroene scheuten beginnen te groeien. Dat zijn de uitlopers. Een aardbeiplant kan wel 10 tot 12 uitlopers aanmaken die zich opnieuw wortelen in de grond. Zo wordt je plantje telkens vermeerderd.
De plaats is het belangrijkste bij het kweken van aardbeien. De planten groeien het liefst op een zonnige plaats (maar niet in de volle zon), uit de wind, in grond die rul, rijk aan humus en voedingsstoffen en neutraal tot enigszins zuur is.
Misschien wel de meest doeltreffende manier om die aardbeien wat meer smaak te geven, is met een frisse marinade. Een tip van redactrice Natalie: “Meng 2 eetlepels limoensap, 2 koffielepels oranjebloesemwater, 1 koffielepel suiker en 2 eetlepels gesnipperde munt.
Maak je moestuin winterklaar
Haal het raster tijdelijk weg en knip daarna alle uitlopers met nieuwe plantjes af. Plantjes die je mooi vindt, kan je tijdelijk in een andere bak zetten. De oude planten kan je weghalen. Tot slot verdeel je flink wat compost tussen de overgebleven plantjes.
Water en mest geven aan je aardbeien in potten
Geef nog goed water, zo worden de kluitjes van de plantjes en de potgrond naar elkaar toe gezogen en verdwijnen luchtbellen uit je grond. Het kan zijn dat je na het water geven nog wat extra grond moet toevoegen omdat de kroontjes teveel bloot zitten.